Wie bij het afsluiten van een uitvaartverzekering onjuiste antwoorden geeft op gezondheidsvragen, loopt het risico dat de verzekeraar niet hoeft uit te keren als de verzekerde komt te overlijden.
Dat blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. In deze zaak sluit een consument een uitvaartverzekering af via internet en vult daarbij een gezondheidsverklaring in. Op de vragen of hij onder controle van een (huis)arts of specialist staat en of hij medicijnen gebruikt, antwoordt hij tweemaal nee. In de voorwaarden staat dat de aanvrager de gestelde gezondheidsvragen naar waarheid moet invullen.
Binnen twee jaar na afsluiten overlijdt de verzekerde aan maagkanker. De verzekering laat de gezondheidsverklaring onderzoeken en dan blijkt dat de man op de dag van het afsluiten van de verzekering door een MDL-arts is onderzocht. Ook blijkt dat hij op doktersvoorschrift maagzuurremmers slikt. Als de verzekering dit had geweten, was de verzekering nooit afgesloten. De verzekeraar weigert daarom het geld uit te keren na het overlijden.
Op voorschrift
Bij de Geschillencommissie krijgt de verzekeraar gelijk. De man had de gezondheidsvragen niet met NEE mogen beantwoorden. Met de vraag over het 'onder controle staan' wordt bedoeld of de aanvrager meerdere malen bij een arts is geweest of door een specialist is gezien. De aanvrager had moeten begrijpen dat hij had moeten melden dat hij bij een MDL-arts was geweest. Ook op de medicijnenvraag was het antwoord onjuist: maagzuurremmers zijn weliswaar vrij verkrijgbaar, maar de man slikte ze op voorschrift van zijn huisarts. De Geschillencommissie oordeelde daarom dat de man niet had voldaan aan zijn mededelingsplicht en de verzekeraar hoeft daarom geen geld uit te keren.
- Kifid
