Nederlander gebruikt Euro-zorgpas niet

Getty Images

De Europese zorgpas (EHIC), waarmee overal binnen de EU spoedeisende medische zorg kan worden gekregen, is een mislukking. Drie jaar na invoering heeft nog geen 10 procent van het aantal zorgverzekerden de kaart.

Dat blijkt uit een rondgang van Geld & Recht onder de vier grootste zorgverzekeraars van Nederland.

Bij Achmea vroegen vorig jaar slechts 108.000 van de 3,5 miljoen verzekerden de pas aan. UVIT (4,3 miljoen polishouders) reikte in 2008 circa 150.000 zorgkaarten uit. Bij CZ en Menzis (samen 5,3 miljoen polishouders) liggen de aantallen iets hoger en hebben respectievelijk 400.000 en 300.000 mensen een Europese zorgpas.

De Europese zorgpas, officieel European Health Insurance Card (EHIC), werd op 1 januari 2006 ingevoerd en vervangt het oude E111-formulier. Met de EHIC kan overal in de EU spoedeisende zorg worden gekregen zonder geld te hoeven voor schieten.

Gewone pas even goed

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) erkennen het falen van de EHIC. Volgens VWS komt dat omdat de gewone zorgverzekering ook al recht geeft op medische zorg in het buitenland. ,,Nederland heeft een prima zorgstelsel: de basiszorgpolis geeft werelddekking,’’ zegt zegsman Arnoud Strijbis.

Bovendien hoeft met de reguliere pas vaak ook geen geld te worden voorgeschoten. ,,Dat kan via de alarmcentrale die de meeste mensen bij een ongeval toch al bellen,’’ zegt Christine Rompa van Achmea.

Daarnaast wordt de EHIC in praktijk lang niet overal in het buitenland geaccepteerd en dient de pas in Nederland apart te worden aangevraagd. In diverse andere Europese landen ontvangen verzekerden deze automatisch.

Geringe bekendheid

Verzekeraars constateren ten slotte dat de EHIC een geringe bekendheid geniet. Doordat de pas niet door de Nederlandse overheid of zorgverzekeraars is geïntroduceerd, maar een Europees initiatief is, hebben zij er weinig mee. ,,Een Europese actie om de bekendheid te vergroten zou goed zijn," zegt Michiel Geldof van CVZ.

Auteur