Burengerucht staat met stip op één van de Nederlandse ranglijst van ergernissen. Bij ernstige overlast kun je zelfs de burgemeester om hulp vragen. Maar effectiever is het om zo vroeg mogelijk met de buren te gaan praten.
In Overijssel heeft een liefhebber van het geluid van windgongen zijn tuin volgehangen met grote en kleine buizen, bellen en mobiels waarin de wind vrij spel heeft. Zijn buurman ergert zich groen en geel aan het geklepper en gefluit en stapt na een jarenlange strijd naar de rechter om de overlast te laten stoppen. Met succes.
De rechter komt kijken en luisteren in de tuin en stelt onrechtmatige hinder vast. Niet omdat het geluid zo hard is, maar omdat de windgongen dag en nacht geluid produceren, dat met al die verschillende toonhoogten bovendien ‘vals’ klinkt, zo luidt het vonnis.
De eigenaar mag er daarom maar twee laten hangen en moet de rest weghalen. Voor iedere dag dat hij niet aan de eis voldoet, moet hij een dwangsom van €150 betalen. Ook moet hij €1525 aan proceskosten voor zijn rekening nemen.
Geluid of gerucht?
Het conflict over de windgongen is een schoolvoorbeeld van wat een eindeloze kift had kunnen worden. Want wanneer is hinder onrechtmatig? Wat een kakofonie van geluiden is voor de een, is een boeiend of zelfs rustgevend klankspel voor de ander. Buren moeten enige mate van hinder van elkaar dulden, zo stelt ook de rechter in de zaak van de windgongen. Hoeveel precies, daarvoor bestaan geen harde, landelijke regels.
Wel hebben gemeenten een Algemene Politie Verordening (APV), waarin regels over geluidsoverlast zijn opgenomen. Soms kan zo’n APV een handvat zijn om geluidsoverlast te beëindigen. De politie kan bijvoorbeeld geluidsapparatuur in beslag nemen als die in strijd met de APV wordt gebruikt. Een paardenmiddel voor als het echt de spuigaten uitloopt, maar in de meeste gevallen doet de politie meer kwaad dan goed. Daarover later meer.
Er zijn wel richtlijnen voor wat acceptabel is. Zo zou het geluidsniveau gemeten aan de gevel van een woning overdag de 50 tot 70 dB(A) niet te boven mogen gaan. Dat zit tussen het geluid van een gesprek en dat van een stofzuiger op een meter afstand in. ’s Avonds moet het al ietsje stiller zijn: tussen 45 en 65 dB(A). En ’s nachts mag hooguit tussen de 40 en 60 dB(A) worden gemeten. Het geluidsniveau kun je meten met een speciale geluidsmeter. Er bestaan ook apps voor smartphones die een indicatie geven van het geluidsniveau.
Toch heb je in de praktijk weinig aan deze normen. Ze gelden bijvoorbeeld niet in alle situaties. Als de buren zonnepanelen op hun dak laten zetten of als er een feestje is, mag het geluidsniveau heus wel boven deze normen uitkomen. Bovendien kan geluid dat onder deze richtlijnen blijft, of er maar af en toe bovenuit komt, toch heel hinderlijk zijn. Denk aan het continue geruis van een airco-installatie of een brommer die voor dag en dauw door de straat rijdt.
Zo hoort het
Beter dan ieder geluid te meten, kun je een paar eenvoudige ongeschreven regels in acht nemen. ’s Avonds na tien uur en ’s morgens voor zeven uur geen lawaai maken kan al veel problemen voorkomen. Is geluidsoverlast niet te vermijden, bijvoorbeeld tijdens een verbouwing, bespreek dit dan vooraf met de buren en vraag om hun begrip. Stel eventueel voor om rekening te houden met bepaalde rust- of slaaptijden, bijvoorbeeld als er kleine kinderen zijn.
Denk ook aan geluiddempende vloerbedekking en rubber doppen onder de wasmachine. Op de website van de Nederlandse Stichting Geluidshinder staan nog meer geluiddempende tips (zie www.nsg.nl). Ten slotte is het ook helemaal niet gek om aan de buren te vragen of ze weleens geluidsoverlast ervaren. Misschien horen zij iets waar je zelf helemaal niet bij stilstaat. Openstaan voor de behoeften van de buren vergroot de kans dat ze ook zullen luisteren als je zelf met een probleem aanklopt.
Buurtbemiddeling
Bij burengerucht is praten het beste wat je kunt doen. Bel aan, vraag of het uitkomt om even iets te bespreken en vertel waar je last van hebt. Doe dat het liefst voordat de ergernis te hoog is opgelopen of juist als de ergste irritatie alweer wat is gezakt. Vertel welke gevolgen de overlast heeft, zoals niet in slaap kunnen komen of concentratieproblemen. Dat vergroot de kans op een luisterend oor.
Als een gesprek niet helpt of als je niet weet hoe je dat moet aanpakken, kun je in 80 procent van alle gemeenten een beroep doen op Buurtbemiddeling. Deze goed getrainde, deskundige vrijwilligers wonen zelf in de buurt en helpen om de getroebleerde burenrelaties weer vlot te trekken.
Soms is een gesprek met een van beide partijen al genoeg, weet Frannie Herder van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV), een landelijk aanspreekpunt voor buurtbemiddeling. “Het is zo lekker om je verhaal te kunnen doen bij mensen die naar je luisteren. Dat lucht al enorm op. Buurtbemiddelaars geven ook tips wat je zelf kunt doen om de situatie op te lossen. Daarmee kunnen slachtoffers soms al verder.”
In veel gevallen gaat Buurtbemiddeling op verzoek van buur A het gesprek aan met buur B. “Het komt voor dat die zich van geen kwaad bewust is en schrikt van het bezoek van de buurtbemiddelaars. Daarmee ligt het probleem wel meteen op tafel en soms kan buur B het vervolgens zelf met de buren oplossen”, vertelt Frannie Herder.
Geen oordeel
In 30 procent van de meldingen gaan de buren onder begeleiding van buurtbemiddeling met elkaar in gesprek. Daarbij is het de bedoeling dat de buren zelf een oplossing verzinnen. De buurtbemiddelaars zijn geen rijdende rechters. Ze vellen geen oordeel en houden hun mening voor zich. “Als buren eenmaal met elkaar om de tafel gaan, komt het bijna altijd goed. In veel gevallen blijkt dat moeilijker als het conflict al langer duurt. Dan is het lastig om iemand nog in de ogen te kijken. Daarom kun je maar beter zo snel mogelijk bij Buurtbemiddeling aan de bel trekken; des te groter is de kans op een oplossing.”
Naar de burgemeester
Soms zijn de problemen te ernstig voor buurtbemiddelaars. Iemand met psychische problemen is in veel gevallen niet in staat iets aan zijn situatie te veranderen. Vaak speelt er dan meer, zoals schulden en opvoedingsproblemen. Dat betekent nog niet dat je als buren de situatie maar moet accepteren.
Huurders kunnen in dat geval hulp inroepen van de woningcorporatie. Die kan onder dreiging van opzegging van het huurcontract gewenst gedrag afdwingen. Soms kan de gedachte dat mensen hun huis kwijtraken, er soms toch voor zorgen dat ze eieren voor hun geld kiezen.
Bewoners van koophuizen kunnen geen beroep doen op een woningcorporatie, maar wel op de burgemeester. Dankzij de Wet aanpak woonoverlast kan die overlastgevers specifieke gedragsaanwijzingen geven. De burgemeester kan bijvoorbeeld verbieden dat iemand vijftien honden houdt of ’s avonds na tienen nog bezoek ontvangt.
Geeft een bewoner daaraan geen gehoor, dan kan de gemeente een boete opleggen. Een voorwaarde is dat het gaat om ernstige hinder, waarvoor een waarschuwing, buurtbemiddeling en mediation niet hebben gewerkt.
Als het niet lukt
Wat nu als buurtbemiddeling niet lukt en de problemen niet ernstig genoeg zijn voor een dwangmaatregel? Huurders hebben dan als alternatief nog de klachtencommissie van de gemeenschappelijke verhuurder achter de hand. Hier kun je ook terecht als de woning gewoon té gehorig is. Dan is de woningcorporatie aan zet om geluidsisolerende maatregelen te treffen, zoals isolatie van muren of plafonds.
Soms is er in een gemeente geen Buurtbemiddeling en staat er geen andere weg open dan de politie te bellen. In de praktijk helpt dat vaak maar tijdelijk en kan het juist ook de relatie verder verstoren. Niemand wil immers graag politie aan de deur. Als je buren de wijkagent op je af sturen, dan zul je misschien de volumeknop wat zachter zetten, maar is het met vriendelijk groeten wel afgelopen. Wie een rechtsbijstandsverzekering met een dekking voor hulp bij burenruzies heeft, kan de verzekeraar om hulp vragen.
De rechtsbijstand kan bijvoorbeeld bestaan uit het schrijven van een brief, een gesprek voeren met de buren of zelfs het geschil voor de rechter brengen. Dat laatste kan goed uitpakken, zoals in het voorbeeld van de windgongen, maar ook helemaal verkeerd. Als je ongelijk krijgt, is én de geluidsoverlast niet opgelost én de relatie verstoord. Blijven praten is dan toch de betere optie.
Steeds meer herrie
Geluidsoverlast door de buren is de afgelopen drie jaar met 10 procent toegenomen. Dat blijkt uit een analyse van een half miljoen meldingen over geluidsoverlast bij de politie door de Volkskrant. Mensen klagen vooral over harde muziek tijdens feesten van hun buren. In grote steden komt meer geluidsoverlast voor dan daarbuiten. Bij de buurtbemiddelingsteams, die in zo’n driehonderd gemeenten actief zijn, kwamen het afgelopen jaar ruim 15.000 meldingen binnen: een stijging van 15 procent ten opzichte van 2017.
Tips
Is de geluidsoverlast een structureel probleem? Houd de klachten dan goed bij en maak er steeds melding van, zodat je in een later stadium kunt bewijzen wat er is gebeurd. Helpt een gesprek niet? Probeer dan medestanders te vinden in de buurt om samen actie te ondernemen. Op Problemenmetjeburen.nl vind je nog meer tips en oplossingen.
- Plus Magazine