Een verhuurder van een woning mag een huurder niet afwijzen omdat er geen plaats is om haar scootmobiel te stallen. Zo'n afwijzing is discriminatie op grond van handicap/chronische ziekte.
Dat blijkt uit een uitspraak van het College voor de Rechten van de Mens. De vrouw gebruikt buitenshuis een scootmobiel omdat ze door een chronisch vermoeidheidssyndroom moeite heeft met staan en lopen. Zij wordt voorgedragen voor een woning in een hofje. Als de vrouw de verhuurder vertelt over haar scootmobiel, krijgt zij te horen dat ze de woning niet krijgt. Het is namelijk niet mogelijk de scootmobiel in het hofje te stallen. Dat zou te gevaarlijk zijn voor de vrouw en voor de andere huurders.
Onderzoek
Volgend de Wet gelijke behandeling handicap/chronische ziekte is in de eerste plaats de persoon met de handicap verantwoordelijk voor de vraag of de woning geschikt is. De verhuurder speelt daarbij geen rol. De enige uitzondering hierop is de veiligheid van de persoon zelf en de andere bewoners.
Om een beroep te doen op die uitzondering moet de verhuurder eerst de risico's bespreken en onderzoek doen om te zien of het gevaar kan worden weggenomen. Doet de verhuurder dat niet, dan kan hij verhuurder geen beroep doen op de uitzondering en is er dus sprake van discriminatie.