Na de geboorte van Dini Huijssens eerste kind zei de hoofdzuster tegen haar: “U heeft gevraagd naar uw baby? Nou, die is dood.” Ruim een halve eeuw later kan Dini eindelijk rouwen om dit nooit vergeten jongetje.
De Allerzielenviering op 2 november op een van Nederlands eerste (uit 1888) particuliere begraafplaatsen is sfeervol. Lampions en kaarsen verlichten de graven en urnen van begraafplaats en crematorium Westerveld in het Noord-Hollandse Driehuis. Op sommige plaatsen klinkt stemmige muziek. Bij het aansteken van het kaarsje dat iedereen krijgt bij de ingang, verzucht Dini Huijssen: “Eindelijk, hier heb ik meer dan vijftig jaar op gewacht.” In 1956 trouwden Frans en Dini. Breed hadden ze het niet, maar toen er genoeg geld was, was hun eerste kindje meer dan welkom. “We gingen liever lopen dan dat we tien cent uitgaven aan de tram. Beiden kwamen we uit een arm gezin. Dit kindje moest het goed krijgen.”
Zware bevalling
Na een normale zwangerschap volgde een onverwacht zware bevalling. Die begon op vrijdagavond. Op maandag werd Dini per ambulance naar het ziekenhuis gebracht, en op 1 augustus 1961 om drie uur ’s nachts kwam hun zoon middels een tangverlossing ter wereld. Maar door een fout van de gynaecoloog overleed hij 24 uur later. Dini wordt nog boos als ze denkt aan ‘die verwaande kwast’ en aan ‘de botte zuster’ die zonder enige empathie de boodschap bracht aan haar bed. “‘U heeft gevraagd naar uw baby? Nou, die is dood’, zei ze. Daar moest ik het mee doen. Mijn zoon heeft nog 24 uur geleefd maar ik heb hem nooit gezien, omdat de zuster vond dat dit beter voor mij was!” Haar verontwaardiging is nog voelbaar. Hoe anders gaat het nu bij doodgeboren kinderen en kinderen die maar kort leven. “Nu neem je je overleden kindje mee naar huis om afscheid te kunnen nemen.”
Als Dini in de jaren erna iets las of zag over andere jonggestorven kinderen, ging de wond weer open. Zoals het artikel in De Telegraaf over actrice Simone Kleinsma. “Die heeft haar kleine Teuntje wel thuis in haar wiegje kunnen leggen.” De pijn klinkt door in de woorden, de stilte, de blikken die ze deelt met haar man Frans. Hij heeft zijn eigen trauma aan deze gebeurtenis overgehouden. Tijdens de zware bevalling liet Dini bijna het leven. Dat was zo verschrikkelijk om te zien dat er wat Frans betreft geen kinderen meer zouden komen. Dit wilde hij niet nog eens meemaken. In zijn eentje heeft Frans zijn zoontje begraven. “Eén begrafenisauto en één volgauto…” vertelt hij op rustige toon. Uit boosheid heeft hij later op zijn zoons geboortedossier de term ‘levenloos geboren’ vervangen door ‘Niet waar: overleden door een medische fout’. Dini vult aan: “Dat gun je niemand. Zelf ben ik nooit bij het grafje geweest. Toen ik eindelijk behoefte had om te rouwen, was het al geruimd.”
Onverwerkt verdriet
Stil wandelen we tussen de graven, die er vanwege Allerzielen goed verzorgd bij liggen. Dini en Frans lopen hier samen, maar toch ook alleen. Het is een sterk stel dat lief en leed deelt. Maar het onverwerkte verdriet om hun eerste kind blijkt vandaag met vertraging alsnog binnen te komen. Frans heeft niet zoveel met herdenken, maar is meegekomen voor zijn vrouw, van wie hij al 62 jaar veel houdt. We stoppen bij de enorme, oude eik die ook wel ‘de wensboom’ wordt genoemd. Iedereen mag hier een kaartje met de naam van degene die hij herdenkt in de boom hangen. Als Dini wil gaan schrijven, rolt er ineens een dikke traan over haar wang. Zachtjes fluistert ze dat dit de eerste keer is dat ze de naam van haar zoon schrijft. “Zijn naam was Tim, Tim.” Een handeling die voelt als een ritueel om alsnog vast te leggen dat haar zoon ook buiten haar hart en gedachten heeft bestaan. “Ik ben niet gelovig, maar verdriet moet eruit. Dus vind ik dit heel mooi na ruim vijftig jaar.” Het voelt voor haar goed om tussen mensen te zijn met hetzelfde doel: hun doden herdenken. Ze benoemt de serene sfeer die nergens te zwaar voelt en geniet van een muziektrio bij het licht van een vuurkorf. We stoppen op de plek waar bezoekers een bloembol kunnen planten als teken van nieuw leven. Kort na het verlies van haar zoontje heeft Dini verschrikkelijk veel gehuild, vooral in haar eentje.
Daarna ging het leven verder. Doordat ze zwaargehavend uit de bevalling kwam, dacht ze lang dat ze geen kinderen meer kon krijgen. Uit angst Dini te verliezen, wilde Frans geen kinderen meer. “Ik dacht alleen maar: ik heb mijn vrouw nog!” Maar Dini was gek op kinderen en behield haar kinderwens. Stapje voor stapje wist ze Frans te overtuigen en mede dankzij een goede gynaecoloog kregen ze een gezonde dochter en zoon. Een leven van hard werken en geluk volgde. Ze maakten hun droom waar toen ze verhuisden naar Portugal. Hier hebben ze tot voor kort genoten in hun heerlijke villa. Maar altijd was er op de achtergrond het verdriet om hun verloren zoon.
Praten over toen
Op de dag dat Tim 50 zou zijn geworden, kreeg Dini een aandenken van Frans: een ketting met daaraan een baby’tje van goud. Trots tovert Dini het hangertje tevoorschijn. Het was het begin van praten over toen. Ook met haar beste vriendinnen, die achteraf het gevoel hadden dat ze Dini in de steek hebben gelaten. “Maar in die tijd bestond de vraag ‘hoe voel je je?’ niet. Ze zeiden dat ze het jammer vonden, dat was het dan.” Dini neemt niemand iets kwalijk, maar vindt het wel heel fijn om alsnog te praten over haar grootste verdriet. Een verdriet dat ze ook probeert te beschrijven in het boek Mam vertel eens… dat ze maakt voor haar kinderen en kleinkinderen. “Die hebben nu nog geen tijd om te luisteren, dat is voor later”, lacht ze.
Ondertussen passeren we het eerste crematorium van Nederland (1913), nu een rijksmonument. We genieten van de prachtig verlichte vijver op weg naar het herdenkingsveld waar mensen samenkomen tijdens de viering van Allerzielen. Met doorzettingsvermogen en humor helpen Frans en Dini elkaar met ouder worden. Frans zit in een scootmobiel, maar een mooie cruise maken gaat nog prima. En als dat niet meer kan, dan is in Nederland ook nog heel veel te ontdekken, vindt Dini. “Ons huwelijk inclusief alles wat we hebben meegemaakt, zou ik zo weer overdoen”, zegt ze glunderend. Afscheid nemen van Portugal was moeilijk, maar in Rotterdam zijn ze vastbesloten om er een mooie nieuwe tijd van te maken. Ik geloof haar direct. Helemaal als ik kort na onze wandeling een lief berichtje van Dini ontvang waarin ze mij bedankt. Het heeft veel losgemaakt om ruim vijftig jaar later alsnog stil te staan bij de dood van haar kind, maar het heeft haar heel goed gedaan, zo verzekert ze. “Zelfs Frans moest ervan huilen. Dat was de vierde keer in zijn leven en het maakte mij gelukkig.”