Verspreiding en besmetting
Q-koorts wordt veroorzaakt door een bacterie, die zich gemakkelijk door de lucht verspreidt. Toch is de kans op een besmetting voor de meeste mensen niet zo groot. Hoe wordt Q-koorts verspreid en hoe voorkomt u dat u besmet raakt?
Q-koorts wordt veroorzaakt door de bacterie Coxiella burnetti. Deze bacterie komt van nature voor bij landbouwdieren, zoals geiten en schapen, en bij wilde knaagdieren. De bacterie Coxiella burnetti is erg ongevoelig voor milieu-invloeden en kan met het stof over grote afstanden getransporteerd worden.
Sterke bacterie
De bacterie komt in de omgeving terecht doordat geïnfecteerde dieren, die zelf geen ziekteverschijnselen hoeven te vertonen, bacteriën uitscheiden met hun lichaamsvocht (traanvocht, urine, slijm, speeksel, melk, vruchtwater). Dieren kunnen vooral tijdens het kalven of lammeren grote hoeveelheden bacteriën uitscheiden.
Q-koorts is bijzonder, omdat het maar een enkele bacterie vergt om geïnfecteerd te raken. Als u door een besmette stal loopt, kunt u gemakkelijk een bacterie inademen. Daarnaast is besmetting mogelijk door consumptie van besmette rauwe melk(producten) of onvoldoende verhit vlees, maar dit komt zelden voor.
Symptomen
Hooguit de helft van de mensen die de bacterie inademt, wordt daarvan uiteindelijk ook ziek. Dit komt omdat uw immuunsysteem de bacterie meestal tijdig weet uit te roeien. Maar zelfs als u wel ziek wordt, dan komt het meestal niet verder dan griepachtige verschijnselen.
Ongeveer twee tot drie weken nadat u besmet bent geraakt met Q-koorts, kunnen de eerste symptomen zich openbaren. Dit zijn: koorts, misselijkheid, hoofdpijn, spierpijn en hoesten. Deze griepachtige verschijnselen houden hooguit één à twee weken aan en gaan meestal vanzelf over. Soms is het nodig om een antibiotica te gebruiken.
Bij ongeveer een vijfde van alle geïnfecteerden kan de ziekte uitlopen op een longontsteking. Q-koorts is echter goed te behandelen met antibiotica.