Vanaf 1 januari komt er een prijsplafond op energie voor alle huishoudens. De eerste 1200 kuub gas gaat maximaal 1,45 kosten.
Voor stroom gaat de eerste 2.900 kWh maximaal veertig cent per kWh kosten. Wie meer verbruikt betaalt daarvoor het tarief zoals in het energiecontract staat. Voor huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet komt er een prijsplafond van 47,39 euro per GigaJoule warmte. Het is nog niet bekend tot welk verbruik het prijsplafond geldt. Daarnaast ontvangt ieder huishouden in november en december een korting van 190 euro op de energierekening.
De maximumtarieven van het prijsplafond zijn de variabele tarieven inclusief energiebelasting en btw. Een huishouden met een gemiddeld verbruik heeft in 2023 zo'n 2500 euro voordeel van het prijsplafond. Het voordeel op de gasrekening is zo'n 1600 euro, het voordeel op de stroomrekening een kleine negenhonderd euro. Gemiddeld verbruik is volgens het CBS 1.200 m3 gas en 2.460 kWh stroom. Op uw jaarafrekening van eind vorig jaar kunt u zien hoe hoog uw eigen verbruik was.
Het effect van het prijsplafond is het grootst voor bewoners in een oude middelgrote tot grote woningen. Het prijsplafond zal hun energierekening in 2023 met gemiddeld 2.635 euro verlagen. Het kleinste effect is er voor een alleenstaande in een nieuw, klein appartement. Deze bewoner gaat er dankzij het prijsplafond 1.410 euro op vooruit.
Voor verreweg de meeste huishoudens met een vast tarief verandert er door het prijsplafond niets. Het vaste tarief zal bijna altijd lager zijn dan het prijsplafond. Mocht het vaste tarief hoger zijn dan het prijsplafond, dan geldt het prijsplafond ook voor het vaste tarief.
Omdat het energieplafond pas op 1 januari 2023 ingaat, ontvangen huishoudens in november en december een vaste korting van 190 euro per maand op de energierekening. Deze compensatie wordt verrekend via de energieleveranciers. Exacte details zijn nog niet bekend.
De energiebelasting, die tijdelijk verlaagd was, gaat op 1 januari 2023 weer omhoog. Ook de btw gaat terug van 9 procent naar 21 procent. Het kabinet vindt deze tijdelijke maatregelen niet meer nodig nu het prijsplafond is ingesteld.
