Trombose in je hersenen
Jaarlijks krijgen ruim 40.000 mensen een beroerte. In de meeste gevallen - zo'n 80 procent - gaat het dan om een herseninfarct, de rest krijgt een hersenbloeding. Maar wat is het verschil eigenlijk? En wat is de relatie tussen een herseninfarct en trombose?
Een beroerte is dus een verzamelnaam voor herseninfarcten en hersenbloedingen. In 80 procent van de gevallen gaat het om een herseninfarct (stroke). CVA is een andere term voor een beroerte, CVA staat voor Cerebro Vasculair Accident. Een herseninfarct is een 'ischemisch CVA'. Ischemie betekent dat een deel niet (voldoende) wordt doorbloed.
Wat is een hersenbloeding?
Een hersenbloeding is een 'hemorragisch CVA', waarbij hemorragisch naar een bloeding verwijst. Bij een hersenbloeding ontstaat er een scheurtje in een hersenbloedvat. Bloed stroomt dan de hersenen in, die daardoor in de verdrukking komen en beschadigen. De bloeding kan in het hersenweefsel zijn (intracerebrale bloeding) of naast de hersenen (subarachnoïdale bloeding). De symptomen van een hersenbloeding lijken erg op die van een herseninfarct: uitvalsverschijnselen zoals een verlamming van één kant van het lichaam, een scheve mond en/of verstoorde spraak en taal. Ook kan iemand plotseling hevige hoofdpijn krijgen. Hier lees je er meer over.
Wat is een herseninfarct?
Een herseninfarct ontstaat door een vernauwing of afsluiting van een hersenslagader door een bloedstolsel; een trombose. Dit bloedstolsel kan het gevolg zijn van slagaderverkalking (atherosclerose of arteriosclerose), een beschadigd bloedvat of een bloedprop die ergens anders is ontstaan, bijvoorbeeld bij het hart door hartritmestoornissen (boezemfibrilleren of (atriumfibrilleren). Andere hartaandoeningen die het risico op een trombose verhogen zijn hartklepoperaties, endocarditis (ontsteking van de hartkleppen), een hartaanval (hartinfarct) en gezwellen in het hart.
Risicofactoren
Er zijn factoren die de kans op een herseninfarct verhogen, omdat ze slagaderverkalking en beschadiging van de kleine hersenbloedvaten veroorzaken, waardoor de kans op een trombose groter wordt:
- een eerdere TIA
- een hoge bloeddruk
- roken
- een hoog cholesterolgehalte
- diabetes
- hart- en vaatziekten
Sinustrombose
Er kan ook een stolsel optreden in een afvoerend bloedvat in het voorste deel van de hersenen. Dit noemen we sinsustrombose en komt vooral bij jonge mensen voor. Sinsustrombose kan leiden tot hevige hoofdpijn, epilepsie en een herseninfarct. Hier lees je meer over sinustrombose.
Symptomen van een herseninfarct
De symptomen van een herseninfarct ontstaan plotseling. Welke verschijnselen je krijgt, hangt af van het gebied in de hersenen dat te weinig bloed en zuurstof krijgt.
- uitvalsverschijnselen, zoals verlamming van een arm en/of been aan één kant van het lichaam
- scheef gezicht, afhangende mondhoek en/of ooglid
- moeite met praten, verward praten
- tintelingen of een doof gevoel in je gezicht, arm en/of been
- minder goed zien
- duizeligheid
- evenwichtsstoornissen
- bewusteloosheid
TIA of herseninfarct?
Als de afsluiting niet lang duurt en iemand binnen 24 uur herstelt, heet het een Transient Ischemic Attack (TIA), een tijdelijke afsluiting van een bloedvat in de hersenen. Meestal duurt een TIA korter dan een uur. Duurt de afsluiting langer, dan kan er hersenweefsel afsterven. Als iemand blijvende hersenschade heeft, noemen we dat een herseninfarct. Vaak is pas op een scan te zien of je een infarct of een bloeding in je hersenen hebt.
Hoe wordt de diagnose gesteld?
Wanneer je symptomen van een herseninfarct hebt, bel dan meteen met het alarmnummer. Je moet zo snel mogelijk naar het ziekenhuis, waar artsen vast kunnen stellen waardoor je symptomen veroorzaakt worden en snel een behandeling kunnen starten om verergering van je klachten en blijvende schade zoveel mogelijk te voorkomen.
Je arts doet lichamelijk onderzoek en laat een CT-scan van je hersenen maken. Meestal laat de arts ook bloed afnemen om andere oorzaken van je symptomen uit te sluiten. Soms is extra onderzoek nodig, zoals een MRI-scan van je hersenen of een scan (CT of MRI) van je bloedvaten.
Behandeling van een herseninfarct
De behandeling van herseninfarct bestaat uit drie fasen. De eerste week na het infarct noemt men de acute fase. Je wordt in het ziekenhuis behandeld om schade aan je hersenen zoveel mogelijk te beperken en complicaties te voorkomen. Soms kan de bloedprop die het probleem veroorzaakt weggehaald met een katheter of opgelost worden met een stolseloplossend medicijn (trombolyse). Wanneer de bloedvaten in je hals dichtgeslibd zijn, kunnen artsen soms de plaques weghalen tijdens een operatie.
De herstelfase duurt ongeveer zes tot twaalf maanden. Je leert om de verminderde functies (bijvoorbeeld spreken, bewegen, begrijpen) te verbeteren en pakt langzaam je dagelijkse leven weer op, waarbij meestal aanpassingen nodig zijn. Je begint zo snel mogelijk na het infarct met bewegen en andere revalidatie om zo goed mogelijk te herstellen.
In de chronische fase staan het verwerken en omgaan met beperkingen centraal. Jij en je omgeving leren accepteren wat er gebeurd is en hoe je het beste verder kunt leven. Het is belangrijk om te voorkomen dat je opnieuw een herseninfarct krijgt. Je krijgt antistollingsmiddelen om te voorkomen dat de trombose terugkomt. Zo nodig schrijft je arts medicijnen voor tegen een hoge bloeddruk, diabetes, verhoogd cholesterol of hartritmestoornissen.
Gevolgen van een herseninfarct
Bij alle beroertes geldt: hoe eerder je erbij bent, hoe beter. De kans op herstel is het grootst als de behandeling binnen 6 uur start. Een herseninfarct kan blijvende en ernstige schade veroorzaken. Veelvoorkomende restverschijnselen zijn verlamming van een arm of been, spraakstoornissen en problemen met zien. Er zijn ook 'onzichtbare' gevolgen die vaak pas later opvallen. Denk aan aanhoudende moeheid, geheugenklachten, overprikkeldheid, depressieve gevoelens en verandering van karakter. Een revalidatieprogramma kan helpen met deze gevolgen om te gaan.
Ongeveer twintig procent van de mensen met een herseninfarct overlijdt binnen een jaar na de beroerte. Het herseninfarct is in Nederland een van de meest voorkomende doodsoorzaken en de belangrijkste oorzaak van blijvende invaliditeit.
Na een herseninfarct is het risico op een nieuwe beroerte verhoogd, vooral in de eerste twee weken en bij mensen boven de veertig jaar. Het is daarom belangrijk dat je zo snel mogelijk behandeld wordt.
- Trombosestichting
- Hersenstichting
- Hartstichting