Passagiers van een vertraagde vlucht kunnen financiële compensatie niet via de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu afdwingen bij de luchtvaartmaatschappij. Er is namelijk geen verplichting voor de staatssecretaris om in een individueel geval maatregelen te nemen tegen een luchtvaartmaatschappij. Een passagier zal naar de civiele rechter moeten stappen, als de luchtvaartmaatschappij de compensatie niet wil betalen.
Dit blijkt uit twee uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De Afdeling bestuursrechtspraak had eerder prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de uitleg van de Europese verordening die financiële compensatie regelt na een vertraagde of geannuleerde vlucht.
De Afdeling bestuursrechtspraak deed uitspraak in twee zaken waarin passagiers de staatssecretaris hadden gevraagd maatregelen te nemen tegen KLM en Royal Air Maroc. Beide luchtvaartmaatschappijen hadden geweigerd de passagiers financieel te compenseren na een vertraagde en een geannuleerde vlucht.
Compensatie
Luchtvaartpassagiers die drie of meer uren later dan gepland op hun eindbestemming aankomen, kunnen een financiële compensaties eisen. Deze bedraagt 250 euro voor vluchten tot en met 1500 km, 400 euro voor vluchten van meer dan 1500 km binnen de Europese Unie en alle andere vluchten tussen de 1500 km en 3500 km. Bij vluchten van meer dan 3500 km bedraagt de compensatie 600 euro. De compensatie geldt niet bij overmacht.
In praktijk blijkt het soms lastig de compensatie te krijgen. Er zijn speciale claimbureaus actief die op no cure no pay basis de zaak overnemen. Bij succes betaalt de vertraagde passagier een percentage van de vergoeding.
Bron: www.raadvanstate.nl