Vaak troep op de stoep, regelmatig hardrijders door de straat, hangjongeren op de hoek; drie zaken waar veel mensen zich aan ergeren. Hoe kunt u hier zelf – mét de gemeente – iets tegen doen?
Top 5 overlast
- Hard rijden
- Hondenpoep
- Rommel op straat
- Parkeerproblemen
- Agressief verkeersgedrag
Bron: Veiligheidsmonitor CBS.
1. Verloedering: van hondenpoep tot graffiti
Hondenpoep op straat. Of nog erger: aan uw schoen. Wat te doen? In principe heeft de hondeneigenaar een opruimplicht, maar niet iedereen durft een baasje daar op aan te spreken.
Wat kunt u doen?
Als u liever niet zelf de confrontatie zoekt, kunt ook bellen naar het meldpunt van de gemeente. Het meldpunt is er ook voor andere meldingen over verloedering in de buurt, zoals rommel op straat, bekladde muren en vernield straatmeubilair. Betrapt u de daders op criminele handelingen en voelt u zich onveilig, dan kunt u beter de politie bellen.
Eigen initiatief
Weet wel dat de overheid verwacht dat burgers steeds meer zelf doen. Want onze verzorgingsstaat gaat over in een ‘doe-democratie’, of zoals de koning het in de Troonrede noemde: een ‘participatiesamenleving’. Steeds meer gemeenten experimenteren daarmee. Zo geeft dorpscoöperatie Nieuw-Dordrecht in Emmen het goede voorbeeld door gesubsidieerd zelf de plantsoenen in de buurt bij te houden. Ook de berm maaien doen bewoners zelf.
Bijna 70 procent van de mensen heeft geen zin om andermans hondenpoep op te ruimen. Dat blijkt uit onderzoek van TNS NIPO naar de mate van bereidwilligheid van mensen om het heft in eigen hand te nemen. Zelf de stoep vegen en rommel op straat opruimen, zien de meesten wel zitten.
Uitvoerbare plannen
“Geef het aan als u bereid bent om de handen uit de mouwen te steken”, adviseert Hein Albeda, een onafhankelijk deskundige die gemeenten adviseert over burgerparticipatie. “Misschien kunt u een team van buurtbewoners mobiliseren om zwerfvuil te prikken. Of om het plantsoen bij te houden en in te richten zoals u dat zelf wilt met behulp van een gemeentelijke subsidie.”
Albeda plaatst wel een kanttekening. Want nog lang niet elke gemeente is zover om actief met u mee te denken. Ook is niet elke buurt hecht genoeg om samen dingen op te pakken. Woont u wel in zo’n actief buurtje? Dan helpt een concreet, goed uitvoerbaar plan. “Met een beetje geluk lukt het om de gemeente aan je kant te krijgen. Er zijn veel voorbeelden van geslaagde projecten. Buurthuizen bijvoorbeeld, die nadat de gemeente de subsidiekraan dichtdraaide, open konden blijven in eigen beheer.”
Om ambtelijke obstakels te omzeilen, kunt u uw plannen in steeds meer gemeenten bespreken met een zogeheten stadsmakelaar of wijkregisseur. “Dat is iemand die met initiatiefnemers meedenkt en hen begeleidt, zodat ze hun plannen sneller kunnen uitvoeren”, weet Albeda.
2. Verkeers-overlast
In sommige zaken moet de gemeente altijd een stem hebben, omdat zij als enige onbevooroordeeld kan beslissen. Over het plaatsen van een verkeersdrempel bijvoorbeeld. De ene buurman wil die per se, omdat er te hard wordt gereden door zijn straat. De ander houdt een pleidooi over het ontstaan van scheuren in zijn huis door de trillingen van auto’s die over zo’n drempel heen rijden.
Wat kunt u doen?
Dien een goed gemotiveerd verzoek in en verzamel steun in de buurt. Zo hebt u de meeste kans dat de gemeente het aanneemt. Dat geldt ook voor verzoeken bij andere verkeersproblemen, zoals agressief rijgedrag en parkeerproblemen.
Samen sterk
Medestanders vinden om een buurtprobleem op te lossen helpt. Dat kan via sociale media zoals Facebook of Twitter, maar u kunt ook een oproep plaatsen in een buurtkrant of ervan melding maken op bijvoorbeeld
www.verbeterdebuurt.nl. Meldingen over overlast komen via deze weg bij de gemeente terecht. Zo’n 75 procent van de gemeenten doet hieraan actief mee.
Zo’n online platform kunt u natuurlijk ook gebruiken om bewoners te vinden die net als u dromen van een buurtmoestuin, een sportveldje of de organisatie van een buurtmaaltijd. Krijgt u niet genoeg of misschien zelfs helemaal geen subsidie van de gemeente? Dan kunt u proberen om zelf geld in te zamelen. Via www.voorjebuurt.nl bijvoorbeeld. Dat is een platform waarop mensen een financiële bijdrage kunnen leveren om een project met een publiek karakter van de grond te krijgen.
Met succes!
Ignaz Worm (40) uit Heemstede pakte het handig aan: hij deed bij 25 buurtbewoners een briefje in de bus waarop zij konden aangeven of ze voor of tegen een verkeersdrempel in de buurt waren. Hij ontving 19 steunbetuigingen terug en stuurde een gemotiveerd bezwaar in op een eerdere afwijzing van de gemeente. Met succes. De verkeersdrempel wordt binnenkort geplaatst. “Het is heel fijn dat oversteken hier straks weer minder gevaarlijk is.”
3. Sociale overlast: van hangjongeren tot drugsgebruik
Vier op de tien Nederlanders hebben er last van: rondhangende jongeren op straat. Met gebalde vuist op ze af lopen, werkt meestal niet. Een goed gesprek beginnen helaas ook niet altijd. “Hoewel het helpt als mensen elkaar leren kennen”, weet Albeda. “Zo nodigde mijn buurvrouw de hangjongeren in onze buurt uit voor een kop thee. Ze hielden daarna meer rekening met haar.”
Wat kunt u doen?
Hebt u hier vaker last van, dan kunt u het beste bellen met het meldpunt van de gemeente. De naam verschilt, maar heeft meestal de strekking van ‘meldpunt overlast, openbare ruimte’ of gewoon ‘meldpunt’. Informeer ook de politie via het landelijke meldnummer: 0900-8844. Zijn er meerdere klachten over een locatie of groep, dan zoekt de politie met de gemeente naar een passende oplossing. Ze kunnen bijvoorbeeld een hangplek aanwijzen of een jongerenwerker inschakelen.
Andere vormen van sociale overlast die veel voorkomen, zijn geluidsoverlast, dronken mensen en drugsgebruik op straat. Ook dit kunt u melden bij de politie of een wijkagent. Een buurtbemiddelaar inschakelen die samen met u en de onruststokers om de tafel gaat zitten, kan ook soelaas bieden. Dat gebeurt steeds vaker.