Transavia moet zes passagiers compensatie betalen omdat de maatschappij op verzoek van Schiphol enkele vluchten had geannuleerd vanwege een staking in het openbaar vervoer. Sommige passagiers moesten 46 uur wachten op hun volgende vlucht en zijn naar de rechter gestapt.
Buitengewone situatie
Een verzoek van de autoriteiten kan gezien worden als een buitengewone situatie, waarbij passagiers geen recht hebben op financiële compensatie. Maar bij een buitengewone situatie mogen passagiers verwachten dat de luchtvaartmaatschappij de overlast voor reizigers zoveel mogelijk beperkt. Een maatschappij moet zo snel mogelijk alternatief vervoer regelen. Transavia moest bijvoorbeeld ook kijken naar vluchten van andere maatschappijen.
De vervangende vluchten hadden een vertraging van 31 en 46 uur. Transavia vond dat redelijk, maar het Europese Hof van Justitie heeft ooit bepaald dat een vertraging van meer dan een dag over het algemeen niet redelijk is. EUClaim kreeg met dat argument gelijk gekregen van de rechtbank Noord-Holland en Transavia werd veroordeeld de passagiers te compenseren.