De uitslag van een antigeentest heb je sneller
Om deze zomer op vakantie naar het buitenland te kunnen, heb je voor veel landen een negatieve PCR-test of antigeentest nodig. Wat zijn dit voor tests? En wat is eigenlijk het verschil tussen die twee testen?
Bij een PCR-test (polymerase chain reaction) wordt met een wattenstaafje een uitstrijk genomen van slijm uit de neus en de keel. Dit slijm gaat naar een laboratorium om te kijken of het virus in het slijm aanwezig is. De PCR-test heeft een hoge gevoeligheid. Dat wil zeggen dat deze test het virus ook oppikt bij iemand die weinig virus bij zich draagt. Deze test wordt gezien als de meest betrouwbare onder de testen en wordt ook gebruikt om de betrouwbaarheid van nieuwe testen te onderzoeken.
Hoewel deze test dus de meest betrouwbare is, kan het nog altijd zo zijn dat de test een foute uitslag geeft. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je te vroeg na een besmetting test. De testuitslag is dan negatief omdat het enkele dagen kan duren voordat er voldoende virus aanwezig is in de cellen van je neus en keel.
Antigeentest
De antigeentest wordt in de volksmond ook wel een sneltest genoemd. Deze test toont bepaalde eiwitten van het virus aan in neus- en/of keelslijm. Zo weet je snel of je nu het virus bij je draagt. Voordeel van een antigeentest is dat je de uitslag sneller hebt, maar een nadeel is dat deze test minder gevoelig is dan een PCR-test. Vooral als er weinig virusdeeltjes aanwezig zijn is de antigeentest vaak negatief.
Of je de uitslag van een antigeentest of een PCR-test nodig hebt, is afhankelijk van je reisbestemming. Op de website van de Rijksoverheid kun je bekijken wat voor coronabewijs je moet hebben.
- Rijksoverheid
