DNA-test bij uitgezaaide darmkanker
Bij uitgezaaide darmkanker is de zogenaamde RAS-test voortaan onderdeel van de behandelrichtlijn. Het grote voordeel van de RAS-test is dat deze voorspelt of bepaalde medicijnen zullen aanslaan. Wie komt ervoor in aanmerking en wat zegt de uitslag? Oncoloog Kees Punt beantwoordt vijf vragen over deze test.
1. Wat is de RAS-test en wat zegt de uitslag?
"De RAS-test is een DNA-test. We zetten deze in bij uitgezaaide darmkanker. De test onderzoekt of er specifieke DNA-veranderingen van de RAS-genen aanwezig zijn in de tumorcellen. Als we RAS-mutaties (veranderingen) vinden in de tumor, dan voorspelt deze uitslag dat een behandeling met een remmer van de EGFR (epidermale groeifactor receptor) niet zal aanslaan bij deze patiënt. Vinden we geen mutaties, dan kunnen EGFR-remmende medicijnen wel aanslaan.
EGFR-remmers remmen de deling van kankercellen. Sommige patiënten krijgen een behandeling met alleen EGFR-remmers. Soms worden ze gegeven in combinatie met chemotherapie.
Voorheen was er alleen een test die mutaties onderzocht op het KRAS-gen. Met deze uitgebreidere test op zowel KRAS- als NRAS-genen kunnen we nog beter voorspellen welke patiënten geen baat zullen hebben bij EGFR-remmers. Ongeveer de helft van patiënten met uitgezaaide darmkanker heeft één of meerdere mutaties in RAS-genen."
2) Wie komt er in aanmerking voor een RAS-test?
"Patiënten bij wie de diagnose uitgezaaide darmkanker is gesteld, komen in aanmerking voor een RAS-test. Het tijdstip van de test hangt af van het moment waarop de arts een behandeling met een EGFR-remmend medicijn wil starten. Dit kan onderdeel zijn van de eerste behandeling, maar hiermee kan ook gewacht worden tot een volgende behandeling.
De opzet van een behandeling van uitgezaaide darmkanker is wel dat patiënten wiens tumor geen RAS-mutatie heeft, ergens tijdens het beloop van hun ziekte een EGFR-remmend medicijn krijgen aangeboden. De arts kan deze test aanvragen bij het pathologielaboratorium."
3) Wordt er weefsel afgenomen voor de RAS-test?
"Bij elke patiënt met uitgezaaide darmkanker is de diagnose gesteld op grond van onderzoek op tumorweefsel. Meestal komt dat weefsel uit de darmtumor, soms is er weefsel afgenomen uit een uitzaaiing. We kunnen de RAS-test uitvoeren op dit weefsel, dus in principe is het niet nodig om opnieuw weefsel af te nemen.
Is er toch nog weefsel nodig voor de RAS-test, dan nemen we over het algemeen weefsel af uit een uitzaaiing (vaak uit de lever). Dat gebeurt poliklinisch, onder plaatselijke verdoving."
4) Wat is de gebruikelijke behandeling bij darmkanker?
"De meeste patiënten ondergaan een operatie om de tumor te verwijderen. Zijn er uitzaaiingen die we niet operatief kunnen verwijderen, dan volgt er een behandeling met geneesmiddelen. Deze bestaat uit chemotherapie plus zogenaamde doelgerichte therapie. Deze laatste categorie betreft geneesmiddelen die specifieke groeisignalen van tumorcellen remmen.
Voor uitgezaaide darmkanker zijn er drie van dergelijke geneesmiddelen: bevacizumab (remt groeisignaal via remming van VEGF = vasculaire endotheliale groeifactor) en cetuximab en panitumumab (remmen beide groeisignaal via remming van de EGFR en hebben vergelijkbare effectiviteit).
In Nederland passen we meestal een combinatie van chemotherapie plus bevacizumab als eerste behandeling toe. In de tweede lijn kiezen we vaak voor behandeling met een EGFR-remmer in combinatie met andere chemotherapie. In de derde lijn zetten we een EGFR-remmer in als monotherapie, dat wil zeggen behandeling met één geneesmiddel.
Bij patiënten met een tumor waarin geen mutatie in het RAS-gen aanwezig is, kan in de eerste lijn ook een combinatie met chemotherapie plus EGFR-remmer worden gegeven. Het belangrijkste is dat deze patiënten tijdens het beloop van hun ziekte een EGFR-remmer krijgen aangeboden. Wanneer dat gebeurt, beslist de medisch oncoloog in overleg met de patiënt."
5) Welke behandelkeuzes zijn er op basis van de RAS-test?
"Bij een tumor die RAS-mutaties vertoont, zullen EGFR-remmende medicijnen niet aanslaan. Als eerste behandeling voor uitgezaaide darmkanker bevelen we dan chemotherapie plus een VEGF-remmer aan. Een VEGF-remmer remt de celgroei van de tumor door de aanmaak van bloedvaten te remmen.
Bij een tumor zonder RAS-mutaties kan de patiënt zowel baat hebben bij een behandeling met chemotherapie plus VEGF-remmer als een behandeling met chemotherapie plus EGFR-remmer. Beide combinaties toonden in studies aan dat ze de levensverwachting van patiënten in dezelfde mate verlengen, dus er is voor een eerste behandeling nog geen duidelijke voorkeur."
Meer weten?
Meer informatie en een brochure over de RAS-test is verkrijgbaar bij Darmkanker Nederland. Ook op RAStest.nl vind je meer informatie.
Kees Punt is hoogleraar Medische Oncologie aan de Universiteit van Amsterdam en hoofd van de afdeling Medische Oncologie van het AMC. Hij is een internationaal erkend expert op het gebied van gastrointestinale maligniteiten, in het bijzonder het colorectaalcarcinoom en tumorimmunologie. Hij is voorzitter van de Dutch Colorectal Cancer Group (DCCG) en hoofdonderzoeker van de zogenaamde CAIRO-studies bij het gemetastaseerd colorectaalcarcinoom, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in o.a. New England Journal of Medicine en The Lancet. Punt is lid van de Wetenschappelijke Raad van de KWF Kankerbestrijding en associate editor van Annals of Oncology en The Netherlands Journal of Medicine.