Stappenplan voor prachtige video's

Getty Images

De camera staat vol met mooie foto- en video-beelden. Maar daarmee heb je nog geen geslaagde film. In deze tien stappen gaat dat lukken.

Film meer dan nodig

Als je meer filmt dan je strikt nodig hebt, kom je later niet in de knel bij het bewerken van de video. Bij te lange opnamen knip je gewoon het teveel aan materiaal eraf. Film dus rustig een aantal seconden door. Zit er een slechte opname tussen? Dan is het handig als je meerdere versies van hetzelfde shot hebt.

Schiet ook altijd wat tussenshots. Dit zijn beelden die je later gebruikt voor een overgang in de film. Denk hierbij aan een close-up van een onderwerp of een beeld van de omgeving (totaalshot). Bij het plannen van een langere film is het verstandig om van tevoren na te denken over de beelden die erin moeten komen, zogeheten ‘plakshot’. Die zijn meestal van de omgeving om voor wat meer sfeer te zorgen: straatbeeld, een mooi park of een close-up kunnen enorm helpen.

[ITEMADVERTORIAL]

Probeer video-bewerkingsprogramma’s eerst uit

Om van meerdere video’s een film te maken, heb je een videobewerkingsprogramma nodig. Daarbij heb je heel wat keuze (zie kader Programma’s voor het bewerken van video’s). Als je alles met de smartphone geschoten hebt, kun je de film ook bewerken op de smartphone. Daar zijn goede apps voor, maar de mogelijkheden vergeleken met programma’s voor de pc zijn beperkt. Voor de beste resultaten bewerk je de video op een pc of laptop met gratis of betaalsoftware. Bij betaalsoftware krijg je meer extra’s als overgangen, filters, geluiden en muziek. Ook heb je meer opties voor het bewerken van video’s.

Sommige mensen hebben behoefte aan een eenvoudig programma als Video-editor in Windows 10. Anderen willen zoveel mogelijk opties en sporen voor geluid en beeld zoals bij Pinnacle Studio.
Het is een kwestie van uitproberen welke software het best bij je wensen past. Test dus gerust wat programma’s uit. Ook betaalsoftware kun je vaak een beperkte periode gratis uitproberen.

Zet alle videobestanden bij elkaar op de pc

Voordat je aan de slag kunt met het maken van de film, moet je eerst de videobestanden van de camera of smartphone naar de pc importeren. Dat kun je direct vanuit het videobewerkingsprogramma doen, maar het is handiger de bestanden eerst in een aparte map op de pc te zetten. Je hoeft dan niet iedere keer de camera eerst aan te sluiten voor het bewerken van de film. Bovendien werk je sneller vanaf de harde schijf en heb je zo meteen een reservekopie van de videobestanden. Handig als er iets misgaat.

Je sluit de camera of smartphone aan op de computer met behulp van de USB-connectie. Let erop dat de smartphone soms om toestemming vraagt voor de aansluiting met de pc. Geef die toestemming, want anders kan de pc de videobestanden niet binnenhalen. Bij een video- of fotocamera moet je het apparaat soms op een bepaalde stand zetten voordat je video’s kan importeren. Sla hier eventueel de handleiding van de camera op na.

Ga naar DCIM

Video- en fotobestanden op een camera of smartphone staan standaard in de map DCIM. Als je de bestanden wilt importeren op de pc, ga je naar deze map. Hij staat soms verscholen in een andere map, dus dan moet je even doorklikken.

Maak een lijst

Voordat je begint met het aan elkaar monteren van de videobeelden is het handig om eerst een lijstje met de losse videobestanden te maken. Geef die de naam van het bestand en het beeld dat het bevat. Dat beeld zie je door de video af te spelen met een dubbelklik. Met een lijst krijg je een beter overzicht van wat je allemaal aan beeld hebt en kun je alvast ruwweg een volgorde voor de film bedenken. Omdat bestanden vaak een nummer als bestandsnaam meekrijgen, is het een goed idee de naam meteen te veranderen in iets meer duidelijks. Geef bijvoorbeeld het bestand img0023 de naam juni 2020.

Gebruik eerst het storyboard

Aan de hand van het overzicht met videobeelden maak je een voorlopige versie van de film in het videobewerkingsprogramma. Je richt je eerst op de volgorde, zonder de beelden meteen op de juiste lengte te snijden. Hiervoor is de storyboardweergave in het programma goed geschikt. Daarin zie je makkelijk in welke volgorde fragmenten staan. Schuif in de storyboardweergave rustig met de beelden en probeer verschillende mogelijkheden uit. Met de videospeler in het programma bekijk je eenvoudig het resultaat.

Als je tevreden bent over de volgorde, schakel je over naar de tijdlijnweergave. Deze bestaat uit verschillende kanalen of sporen waarin je de videobeelden mengt met andere onderdelen, zoals titels, overgangen en geluid. Op de tijdlijn snij je de beelden op maat met het snij- of editgereedschap. Dit gaat niet ten koste van je originele videobestanden, dus je kunt zonder problemen experimenteren.

Let op springers

Een springer is beeld dat voor de kijker verspringt tussen twee scènes. Dat gebeurt bijvoorbeeld als een persoon achter elkaar vanuit twee verschillende cameraposities in beeld is. In het eerste beeld heeft hij een hoed op, in het tweede niet. Dat ziet er vreemd uit. Je kunt dit soms voorkomen door een scène met een ander beeld uit de omgeving of een overgang (fade out/fade in) tussen te voegen. Soms moet je gewoon de verspringende videobeelden niet bij elkaar zetten.

Gebruik gerust extra’s, maar met mate Om een goed ritme in je video aan te brengen, is achtergrondmuziek een handig hulpmiddel. Zet een muzieknummer dat past bij de beelden eerst op een geluidspoor. Je kunt dan de beelden daarop monteren en bijsnijden. Begintitels, eindtitels en soms overgangen toevoegen aan de film is ook een goed idee. Maar gebruik overgangen wel mondjesmaat. Tussen alle videoscènes een overgang invoegen kijkt niet prettig.

Let op copyright

Als je videobeelden, foto’s en muziek van internet gebruikt in de film, let er dan op dat er geen copyright op zit. Als de video niet openbaar ergens komt te staan, is er meestal geen probleem. Maar zet je hem bijvoorbeeld op YouTube, dan heb je kans dat hij wordt geblokkeerd. Zoek op internet naar rechtenvrije muziek en je vindt achtergrondmuziek die geen problemen geeft.

Render de film ’s nachts

Als je filmproject af is, laat je de definitieve film maken door het programma. Dat heet renderen. Omdat renderen heel wat van de computer kan vragen, is het verstandig dit te laten doen als je de computer niet nodig hebt. Bijvoorbeeld ’s nachts. De volgende ochtend staat dan de film te wachten voor de première.