De meeste letters, cijfers en tekens vindt u zo terug op uw toetsenbord. Maar er zijn ook nog tekens waar geen aparte toets voor is: de speciale tekens. In dit artikel in twee delen leest u hoe u de puntjes op de ï zet.
Taal bestaat uit meer dan alleen rechttoe rechtaan letters. De é en è bijvoorbeeld worden in het Nederlands en andere talen regelmatig gebruikt. En soms is er een nog specialer teken als de € of © nodig. Voor al deze tekens een aparte toets maken zou een enorm toetsenbord opleveren. Niet echt handig. Dus zijn er verschillende manieren bedacht om met een beperkt aantal toetsen toch zo'n beetje ieder teken te maken dat nodig is.
Toetsenbord goed instellen
Een categorie met speciale tekens zijn letters met een accent of trema. Bijvoorbeeld de ë in reeën. Met de zogenaamde dode toetsen op het pc toetsenbord kunt u zo’n accent of trema direct toevoegen aan een letter. Dode toetsen zijn de toetsen met de tekens ~, " of ^.
Voor de dode toets-methode moet wel de indeling van uw toetsenbord goed zijn ingesteld. U zou misschien verwachten dat dat Nederlands moet zijn, maar nee. Verenigde Staten geeft de juiste indeling van de toetsenborden weer die we gewoonlijk gebruiken.
Standaard is dit al goed ingesteld bij het installeren van Windows, maar in Windows 7 wil de instelling soms weleens verspringen. Als u merkt dat bepaalde toetsen niet de juiste tekens geven, klik dan op het pictogram van het toetsenbord rechts in de taakbalk. Klik op Verenigde Staten (internationaal).
Dode toets
U kunt accenten of een trema toevoegen door een dode toets met het gewenste teken in te drukken voordat u de letter indrukt. Om een é in een tekstverwerkings- of ander programma te maken bijvoorbeeld, drukt u op de toets met het teken " boven en het teken ' onder. Er gebeurt dan schijnbaar niets. Daarom worden dit ook dode toetsen genoemd.
Nu drukt u e-toets in. En de é verschijnt. Het leesteken wordt dus als het ware toegevoegd aan de letter. Om het bovenste leesteken op een toets toe te voegen, zoals de ", gebruikt u de Shift. De ë maakt u dan door de Shift ingedrukt te houden terwijl u op de toets met " drukt. Daarna drukt u op de e-toets.
Een nadeel van deze methode is dat een leesteken op een dode toets standaard wordt toegevoegd aan de letter daarachter. Niet handig als u bijvoorbeeld gewoon een aanhalingsteken nodig heeft. Dat lost u op door na zo'n dode toets op de spatiebalk te drukken. Het leesteken wordt dan gewoon als leesteken afgebeeld.
Letters maken met getallen
Het voordeel van werken met dode toetsen is dat het meteen duidelijk is welk accent er op een letter zal komen te staan. Het nadeel is dat het soms nogal verwarrend werkt. Zeker wanneer u regelmatig aanhalingstekens gebruikt, zult u soms onbedoeld accenten aan letters toevoegen. Ook zal niet altijd met dode toetsen een accent kunnen worden toegevoegd in alle situaties.
Er is dan ook een andere manier om accenten toe te voegen aan letters: met nummercodes. Omdat computers eigenlijk alleen met getallen kunnen werken, heeft ieder teken zijn eigen vaste nummercode gekregen. Deze staan netjes vermeld in de zogenaamde ASCII-tabel, waaraan iedere computer- en softwarefabrikant wereldwijd zich hoort te houden. In die tabel hebben letters, cijfers en een aantal symbolen een eigen code. Zo heeft 1 niet de nummercode 1, zoals u misschien zou verwachten, maar 49. Ook speciale tekens, zoals letters met accenten, hebben een eigen code meegekregen. De ë heeft bijvoorbeeld de nummercode 137.
Om een teken met behulp van zijn nummercode in uw tekst te krijgen, heeft u de hulp nodig van het numerieke blok, rechts op uw toetsenbord. Om dat goed te kunnen gebruiken, moet de NumLock van uw toetsenbord aan staan. Met NumLock wordt de cijferfunctie van het numerieke blok in- of uitgeschakeld. Staat NumLock uit dan kunt u de cursor besturen met het numerieke blok.
Gewoonlijk staat NumLock al aan, maar u kunt dat controleren door te kijken of het lampje van NumLock op het toetsenbord brandt. Hier staat NumLock bij, een N of een ander teken. Druk eventueel op de NumLock-toets in het numerieke blok om te zien welk lampje aan of uit gaat om zo NumLock in of uit te schakelen.
Een ë kunt u nu als volgt met een nummercode aan uw tekst toevoegen. Houd de linker ALT-toets ingedrukt en typ met behulp van het numerieke blok: 137. In plaats van het getal 137, verschijnt het teken ë. Met de linker ALT en het numerieke blok kunt u op die manier allerlei speciale tekens in uw tekst zetten.
Omdat het onmogelijk is alle nummercodes te onthouden, komt deze methode vooral van pas bij veelgebruikte tekens als é (code 130), ë (code 137) en è (code 138). Voor andere ASCII-codes kunt u altijd terecht bij de officiële tabel, bijvoorbeeld op http://www.asciitable.com.
Populaire speciale tekens en hun ASCII-code
ü: 129
é: 130
ç: 135
ê: 136
ë: 137
è: 138
ï: 139
ö: 148
ñ: 164
½: 171
ß: 225
±: 241
Het Euro-teken € laat u afbeelden door tegelijk de rechter Alt + de % / 5-toets in te drukken.
In deel 2 van ‘Speciale tekens: letters met wat extra’ ziet u nog andere methoden voor het invoegen van speciale tekens. En u leest hoe u speciale tekens op uw tablet en smartphone tevoorschijn haalt.