Een renteverschil van bijna 6 procent voor twee verschillende leningen bij hetzelfde concern is zo groot dat de bank moet meewerken bij het oversluiten van een lening naar een lagere rente. Als de bank dat niet doet, moet zij de teveel betaalde rente vergoeden.
Dit blijkt uit een bindende uitspraak van de Geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. In deze zaak sluit een consument in 2007 een doorlopend krediet af bij De Nederlandse Voorschotbank, een onderdeel van Crédit Agricole Group. Twee jaar later wordt de lening binnen Crédit Agricole overgesloten. In de periode 2011-2015 stijgt de rente van 8,9 procent naar 10,6 procent. De consument probeert de lening verscheidene malen over te sluiten, maar dat lukt niet omdat hij ten onrechte een registratie bij het BKR heeft. Zodra deze BKR-registratie is vervallen, lukt oversluiten wel. Hij krijgt een nieuwe krediet binnen hetzelfde concern tegen een rentetarief dat 5,9 procent lager is dan op zijn oude lening. De consument vindt dat hij vijf jaar lang te veel rente heeft betaald en wil dat de bank terug betaalt.
Niet redelijk
Bij de Geschillencommissie krijgt de consument gelijk. Een bank mag de variabele rente op een doorlopend krediet tussentijds aanpassen, zolang dat redelijk en billijk is. In dit geval oordeelt de Geschillencommissie dat de bank het forse renteverschil van bijna 6 procent niet goed kan verklaren. Op hetzelfde moment kan een consument bij de ene dochtermaatschappij een rente van 4,7 procent krijgen, terwijl een andere dochtermaatschappij 10,6 procent rekent. Er kan enig verschil zijn in de hoogte van de lening en de voorwaarden, waardoor het risico mogelijk iets anders ligt, maar dat kan een meer dan twee keer zo hoog rentepercentage niet rechtvaardigen. De bank moet de teveel betaalde rente daarom vergoeden.