Bij waterschade moet een verzekerde de beschadigde spullen bewaren zodat de verzekering de schade kan vaststellen. Gooit de verzekerde de kapotte spullen weg, dan kan de verzekering volstaan met een gedeeltelijke schade uitkering.
Dit blijkt uit een bindende uitspraak van de geschillencommissie Financiële Dienstverlening van het Kifid. De bovenbuurvrouw van een verzekerde had een lekkende afvoerbuis. Het water kwam via het plafond de keuken binnen en veroorzaakte waterschade en kortsluiting, waardoor diverse elektrische apparaten kapot gingen. Ook de vloer en keukenkastjes raakten beschadigd.
Een schade-expert van de verzekering schatte de schade op bijna 2500 euro. Deze expert schakelde een andere expert in om te zien of de kapotte apparatuur nog gerepareerd kon worden. Voordat dit onderzoek kon beginnen, had de verzekerde de kapotte spullen al weggeruimd.
De verzekeraar keerde zo’n 1500 euro uit. De verzekerde eiste een vergoeding van de volledige schade, die hij op ruim 7700 euro schatte. In zijn ogen was de verzekeraar tekortgeschoten.
Spullen opslaan
De Geschillencommissie vond dat de verzekeraar niets te verwijten viel. De verzekerde wel. Deze had de kapotte spullen moeten bewaren voor het vervolgonderzoek. Als het niet mogelijk was geweest de spullen thuis op te slaan, had hij contact moeten opnemen met de verzekeraar om de situatie te bespreken. Nu dat niet is gebeurd, heeft hij doelbewust het risico genomen dat de schade aan de apparatuur niet meer was vast te stellen. De verzekeraar mag daarom de schade-uitkering vaststellen op 1500 euro.
Bron: www.kifid.nl