Is het verstandig onze twee E-bikes te verzekeren met een aparte WA verzekering? Op een verjaardag waar we laatst waren, was dat een heftig discussiepunt. De ene vond het nodig, de andere onzin. Wat is wijsheid?
Op zo’n verjaardag worden al snel allerlei verzekeringen door elkaar gegooid. De meeste berijders kiezen voor een gewone E-bike verzekering, die voornamelijk uitkeert bij diefstal en schade. Dat is niet onlogisch; per jaar worden er ongeveer 500 000 fietsen gestolen. Uitkering vindt alleen plaats als de fiets beveiligd was met een goedgekeurd slot.
Zo’n verzekering zou je nog kunnen uitbreiden met pechhulp onderweg. De E-bike verzekering kost ongeveer 50 euro per jaar en is niet verplicht.
Een WA verzekering kennen we vooral voor de auto. Die is er voor het geval je schade maakt bij een ander, niet alleen materieel, maar ook persoonlijk. Dat gaat soms om bedragen die niemand kan opbrengen en is dan ook verplicht.
Binnen de Europese Unie gaan er nu stemmen op om ook voor fietsen met trapondersteuning een WA verzekering in te voeren. Maar de meeste mensen hier hebben al een aansprakelijkheid verzekering (AVP), die de schade die je een ander berokkent, vergoedt. De WA verzekering voor E-fietsers is dus teveel van het goede.
Voor E-bikes die harder kunnen dan 25 km per uur, ( speedbikes of pedelecs) gelden andere regels. Ze worden gezien als een brommer. Deze berijders moeten hier wel een aparte WA-verzekering hebben voor hun fiets, omdat ze meer schade kunnen aanrichten. De snelle fietsen zijn dan ook herkenbaar aan een geel kentekenplaatje. De bestuurder moet een helm dragen en ze mogen niet altijd op een fietspad rijden. De maximum snelheid is 45 km. Een heel verschil dus.
Volgens deskundigen gaan we dit soort snelle elektrische fietsen de komende jaren steeds vaker zien. Ze zijn soms al een alternatief voor de auto in het drukke woon-werk verkeer, maar ze zijn ook steeds meer in trek als vakantiefiets voor lange afstanden.