U leent uw zoon geld om een auto te kopen. U vraagt uw eigen kind natuurlijk geen rente. Maar levert dat geen probleem op met de fiscus?
Uw zoon moet geld lenen om een auto te kopen. Waarom zou hij dat bij de bank moeten doen, als uzelf ook zat spaargeld heeft? U leent uw zoon het geld, hij betaalt het binnen drie jaar terug, en komaan, u vraagt uw eigen kind natuurlijk geen rente. Maar levert dat geen probleem op met de fiscus?
Nergens in de wet is bepaald dat een schuldenaar verplicht is om rente te betalen over het geleende bedrag. U kunt dus een renteloze lening overeenkomen. Maar dit kan door de fiscus als een schenking uitgelegd worden! Aan de hand van de tabellen die bij de Successiewet horen, kan de omvang van deze ‘schenking’ worden uitgerekend. Dat gebeurt op basis van rentepercentages en levensverwachting van de schenker.
Het is ook mogelijk om tegen rente te lenen en gewoon elk jaar opnieuw de rente als gift kwijt te schelden. Dat kan een probleem opleveren als de uitlener failliet gaat (de schuldeiser neemt die lening over en gaat de rente innen) of geestelijk onbekwaam wordt (niet meer in staat de rente kwijt te schelden).
Alleen bij een zogenaamde direct opeisbare lening mag u de leningovereenkomst straffeloos rentevrij maken. Bij zo'n lening geldt als voorwaarde dat de uitlener de lening (contractueel) te allen tijde mag opeisen en dat de schuldenaar binnen een redelijke termijn in staat is de lening in te lossen. Het geleende geld kan uw zoon in beleggingen steken, maar hij mag het geld niet opmaken aan vakantie of auto, tenzij hij nog ander vermogen heeft. Dat mag bijvoorbeeld overwaarde op zijn huis zijn.
Moet de overeenkomst op papier?
Een mondelinge overeenkomst is ook een overeenkomst. Het is daarom niet noodzakelijk om de geldlening op schrift te stellen. Ook bent u op grond van de fiscale wetgeving niet verplicht om de geldleningovereenkomst schriftelijk aan te gaan. Het is echter wel verstandig om dat te doen. Een tijd geleden was ik als notaris betrokken bij de afwikkeling van een nalatenschap. Tussen de kinderen ontstond onenigheid. Vader had tijdens zijn leven aan een van de kinderen (laten wij hem Hans noemen) via de bank een groot bedrag overgemaakt. Hans had het geld opgemaakt. Volgens hem had vader dit bedrag geschonken. De andere kinderen vonden dat vader het bedrag aan Hans had geleend. Deze discussie had kunnen worden voorkomen als er iets op papier had gestaan.
In de overeenkomst kunt u ook vastleggen of er rente verschuldigd is, en wanneer de lening opeisbaar is. Als er niets is vastgelegd, is de lening direct opeisbaar. In de praktijk is dat: binnen een redelijke termijn. U kunt ook kiezen de lening op een bepaalde datum opeisbaar te maken. Verstandig is eraan toe te voegen, dat de lening in een aantal gevallen ook eerder opeisbaar is. Bijvoorbeeld als de schuldenaar failliet gaat, of in een wettelijke schuldsanering terechtkomt.
Het veiligst is een notariële akte. Het voordeel van een notariële akte is dat die altijd boven water komt. Ze worden ten minste dertig jaar in de kluis van een notaris bewaard. Met een notariële akte staat de echtheid van de handtekening vast: later kunnen de schuldeiser en/of de schuldenaar niet ontkennen dat hun handtekening echt is. Als laatste voordeel van de notariële akte noem ik dat de wil tot (al dan niet gunstig) lenen wordt vastgelegd. De taak van de notaris is te onderzoeken of vader inderdaad renteloos aan zijn zoon wil lenen. Als vader dat niet wil, maar hij onder druk van zijn zoon moet tekenen, werkt de notaris niet mee.
Andere belangrijke punten?
Bij het opmaken van een geldleningovereenkomst tussen familieleden komt veel kijken. Het gaat om meer dan de schuldverhouding. Is het wel eerlijk dat het ene kind renteloos leent en het andere kind niet? Wat als vader overlijdt? Mogen de andere kinderen de lening opeisen? Zo niet, dan moet u over de successierechten nadenken. De andere kinderen moeten namelijk over hun erfenis (en dus ook het geërfde deel in de vordering) successierecht betalen. Een gespecialiseerde notaris kan u bij het opstellen van een goede geldleningovereenkomst van dienst zijn.