De spaarrente is nog niet negatief, maar door recente renteverlagingen komt de 0% dichterbij. De AFM heeft onderzocht wat Nederlanders met hun spaargeld gaan doen als de spaarrente negatief wordt.
Recent hebben de drie grootste banken (ING, ABN AMRO en Rabobank) hun rente voor de vrij opneembare spaarrekening verlaagd naar 0,5%. Deze verlaging komt na het besluit van de Europese Centrale Bank om de deposito-rente te verlagen naar -0,4%. We verwachten dan ook dat de spaarrente verder daalt.
De ECB probeert de bestedingen in de Eurozone aan te jagen door lenen (hypotheken) en kredieten goedkoop te maken en sparen onaantrekkelijk.
Banken betalen op dit moment dus al wanneer zij spaargeld stallen bij de centrale bank. Deze negatieve rente rekenen ze (deels) door in hun tarieven. Nu de spaarrente dichterbij de 0% komt, is er ook meer aandacht voor de kans op een negatieve spaarrente. Consumenten betalen dan voor hun spaargeld bij de bank.
De kans dat we in 2016 een negatieve spaarrente gaan meemaken is klein, maar niet uitgesloten. Onder andere ABN AMRO en het Duitse Sparkasse Oberhausen spraken zich onlangs hierover uit. Ook stuitte de Wall Street Journal op twee Zwitserse banken waar de rijken nu al geld betalen om hun vermogen voor lange tijd vast te zetten.
De Autoriteit Financiële Markten onderzocht wat Nederlanders zouden doen wanneer de spaarrente negatief wordt. Slechts 12% van de ondervraagden laat het geld op de vrij opneembare spaarrekening staan. De andere ondervraagden kiezen de volgende opties:
- Fysiek bewaren (34%)
- Beleggen (20%)
- Schulden aflossen (18%)
- Deposito sparen (11%)
- Uitgeven (5%)