Ondanks allerlei optimistische geluiden over de woningmarkt, is de verkoop van huizen voor de eigenaars nog vaak teleurstellend.
Volgens Netwerk Notarissen met 150 notariskantoren in het hele land, blijkt dat één op de drie huizen die van eigenaar wisselen, 'onder water' staat. Dat betekent dat de hypotheek hoger is dan het verkoopbedrag van de woning. De verkoper blijft dus met een restschuld zitten.
Spaargeld wordt aangebroken
Meer dan driekwart van deze verkopers moeten hun spaargeld aanbreken bij de overdracht van hun huis. Een kwart van deze verkopers krijgt daarbij hulp van ouders of de bank, zien de notarissen. Volgens juridisch directeur Lucienne van der Geld van de notarisketen, wagen zich vooral starters op de woningmarkt, die 45 procent van het totaal aantal aankopen doen. ,,Ze hebben geen huis te verkopen, waardoor er nog steeds weinig doorstroming is”, zegt ze. ,,Minister Blok zei kortgeleden nog dat we het dieptepunt in de woningmarkt duidelijk achter ons hebben liggen, maar de vraag is of dat ook zo is.”
Gedwongen verkoop
Opvallend in het onderzoek van Netwerk Notarissen is dat vooral stellen die gaan scheiden hun woningen onder de hypotheekwaarde moeten verkopen. Lucienne van der Geld: ,,Het zijn mensen die vaak gedwongen zijn hun huis te verkopen. In ons onderzoek blijkt dat een kwart van de overdrachten van woningen een scheiding als oorzaak heeft. De helft van deze woningen staat onder water. Dat er meer woningen worden verkocht en de prijzen stabiliseren of zelfs weer iets stijgen, wil nog niet zeggen dat de crisis achter ons ligt.“ In de eerste helft van dit jaar zijn 63.037 woningen verkocht. Ongeveer 20 000 verkopers moesten bij de verkoop geld toeleggen, zegt Netwerk Notarissen.
- Geld & Recht