De Nederlandse zorg kostte in 2017 62 miljard euro. Dat is gemiddeld 3650 euro per verzekerde. Ruim twee derde (43 miljard euro) valt onder de basisverzekering van de Zorgverzekeringswet (Zwv). Dat is exclusief de aanvullende verzekering. Ongeveer een derde, 19,3 miljard ging om in de wet langdurige zorg (Wlz).
Dit blijkt uit cijfers van Vektis. Overigens zullen de zorgkosten over 2017 iets hoger uitvallen omdat nog niet alle declaraties voor grensoverschrijdende zorg en geestelijke gezondheidszorg binnen zijn. Vergeleken met 2016 zijn de zorgkosten met 2,7 procent gestegen. De Wlz-uitgaven stegen het sterkst met 4,0 procent.
In de Zvw is Ziekenhuiszorg met ruim 18,8 miljard euro de grootste post, gevolg door geneesmiddelen met 6,7 miljard euro, geestelijke gezondheidszorg met 3,6 miljard euro, wijkverpleging met 3,4 miljard euro en huisartsenzorg met 2,7 miljard euro. De kosten van de Wlz gaan grotendeels op aan Wlz-instellingszorg (15,9 miljard euro). De Wlz-zorg thuis kost 3,4 miljard euro.
De Nederlandse zorg is georganiseerd in ketens, domeinen en wetten. Dat maakt het lastig een compleet beeld te krijgen. Vektis heeft zicht op alle zorgdeclaraties, ongeacht waar de zorg heeft plaatsgevonden en door wie.
- Vektis.nl/nieuws