De apotheker geeft antwoord op vragen over medicijnen. Deze keer: bloedverdunner én trombosespuitjes, kan dat wel samen?
Mijn vader heeft na een operatie trombosespuitjes gekregen, maar hij gebruikt ook al een bloedverdunner. Wordt het bloed nu niet te dun?
Antwoord:
De veelgebruikte term ‘bloedverdunner’ klopt eigenlijk niet. Het bloed wordt namelijk niet dunner of losser. Het houdt dezelfde dikte, maar het stolt minder snel. Bloedverdunners – of beter dus: antistollingsmiddelen – worden voorgeschreven om de vorming van stolsels (propjes bloed) in de bloedbaan tegen te gaan. Het risico van deze middelen is dat er bloedingen ontstaan. Daarom moet steeds heel precies gekeken worden welke middelen er in verschillende situaties nodig zijn. Het risico op trombose door bloedstolsels moet afgewogen worden tegen het risico op bloedingen. Rond operaties is het extra goed opletten geblazen. Het kan zijn dat je dan moet stoppen met de bloedverdunner of tijdelijk een ander middel krijgt. Overleg altijd goed met de arts wat het antistollingsplan is, en hoe lang je moet doorgaan met de voorgeschreven middelen.
Apotheker Sonja Keizers beantwoordde jarenlang lezersvragen over medicijnen. Stuur ook uw medicijnvraag in. Dat kan hier.
- Plus Magazine