Geachte mevrouw Robijn,
Onze huisarts is opgehouden met zijn praktijk en heeft een opvolger, een nog jonge arts. Hij maakt deel uit van een groepspraktijk. Ik kom bijna nooit voor een consult, de laatste keer is zeker al een jaar geleden. Ik ben gelukkig gezegend met een goede gezondheid, maar dat kan
veranderen, gezien mijn leeftijd, in mei a.s. word ik 80.
In deze groepspraktijk zijn ook twee vrouwelijke huisartsen, al jaren. Ik ben ooit in het verleden wel eens bij een van hen op consult geweest. Nu zou ik veel liever een van deze twee vrouwelijke huisartsen als huisarts nemen, vooral gezien mijn leeftijd. Nu heb ik toevallig gehoord dat deze groep huisartsen onder elkaar heeft afgesproken geen wijzigingen toe te staan, tenzij bij hoge uitzondering.
Ik vind dit echt niet kunnen, uiteindelijk is er in Nederland vrije huisartsenkeuze. Een van de uitzonderingen is bij het hebben van een specifieke vrouwenklacht. Die heb ik (nog?) niet, maar eerlijk gezegd zou ik nu toch veel liever een vrouwelijke huisarts kiezen.
Toen wij in 1978 in deze plaats kwamen wonen, ben ik naar deze groepspraktijk gegaan omdat die het dichtste bij was. Je kon toen bij een praktijkbezoek gaan bij wie je wilde en ik ging bij wie ik het eerste terecht kon. Na verloop van tijd - voornamelijk door kinderziektes van de kinderen (3) - kregen we met een van hen een goede band. Deze dokter was toen nog jong, maar uiteindelijk hebben we hem meer dan dertig jaar gehad.
Ik ben naar de kennismakingsdag van zijn opvolger geweest, maar hoe aardig hij ook is, ik zou nu toch veel liever een vrouwelijke huisarts krijgen. Het lijkt me toch echt geen overdreven wens op mijn leeftijd! Tot nu toe heb ik geen arts nodig gehad sinds vertrek van onze vorige huisarts.
Hoe kan ik dit nu het beste aanpakken? Ik zie uw antwoord met belangstelling tegemoet
met vriendelijke groet,
M. Smits-Jansen
M. Smits-Jansen
Hilke Robijn, medisch socioloog
Voor het beantwoorden van uw vraag kunnen we het beste de KNMG richtlijn volgen. De KNMG is een belangen organisatie voor artsen en maakt zich sinds de oprichting (1849) sterk voor de kwaliteit van de beroepsuitoefening van artsen en de volksgezondheid. De organisatie richt zich op dossiers die de verschillende beroepsverenigingen overstijgen en dus voor alle artsen relevant zijn. Artsen volgen in principe deze richtlijnen zoals ze afgesproken worden binnen hun eigen belangen organisatie.
In de gedragsregels voor artsen van de KNMG staat 'de arts respecteert het recht van de patiënt op vrije artsenkeuzen.' Dit betekent dat patiënten het recht hebben te kiezen door wie zij behandeld of onderzocht willen worden. Dit recht is een waardevol goed. Patiënten komen immers terecht in voor hen intieme en kwetsbare situaties en het is daarom van belang dat zij zorgverleners hebben waar zij zich vertrouwd bij voelen. Vertrouwen tussen behandelaar en patiënt komt de kwaliteit van de behandeling ook ten goede.
Geen onbeperkt recht
Het recht op vrije keuze is echter geen onbeperkt recht. De vrije artsenkeuze kan door diverse factoren beperkt worden (beperkingen in verzekerde aanspraken, een beperkte capaciteit aan huisartsen per gemeente of regio e.d.).
Verantwoordelijkheid bij patiënt
Omdat vrije artsenkeuze primair een recht van de patiënt is, ligt de verantwoordelijkheid voor het kiezen bij de patiënt. Dit betekent dat de patiënt zich tijdig dient te oriënteren op de beschikbare zorgverleners en de keuze voor een bepaalde zorgverlener ook tijdig – bij het maken van een afspraak - kenbaar moet maken. Wacht de patiënt met het uiten van de voorkeur tot het moment dat de behandeling of het onderzoek daadwerkelijk gaat plaatsvinden, dan zal de arts of instelling daar niet op in kunnen en hoeven gaan (KNMG standpunt 2008).
U heeft dus het volste recht op een eigen artsenkeuze. U heeft u keuze tijdig bekend gemaakt bij de huisartsenpraktijk. U staat volgens alle richtlijnen in uw volste recht.
Praktische problemen
Uw wens om van huisarts te veranderen, kan echter wel op praktische problemen stuiten. De eigen belangen vereniging van huisartsen, de LHV geeft argumenten aan van kwaliteitswaarborgen: zorg moet verantwoord gegeven kunnen worden. De huisarts van uw keuze mag weigeren u als nieuwe patiënt aan te nemen wanneer:
• u te ver weg woont
• u niet tijdig uw voorkeur aangeeft
• zijn praktijk vol is
• hij u kortgeleden nog hulp heeft verleend als waarnemer van uw oude huisarts.
De Nederlandse Mededingingsautoriteit (Nma) heeft onderzoek gedaan naar de concurrentiebeperkende afspraken tussen huisartsen en de invloed hiervan op het recht van vrije huisartsenkeuze. Hieruit is naar voren gekomen dat onderlinge afspraken en overeenkomsten tussen huisartsen die de concurrentie beperken ontoelaatbaar zijn. De LHV heeft daarop de richtlijnen aangepast naar aanleiding van uitspraak van Nma. Het blokkeren van de vrije artsenkeuze is in strijd met de mededingenwet.
Brief
U kunt met de betreffende huisarts in gesprek gaan om uit de impasse te komen of hem een brief sturen en wijzen op het besluit van de NMa en beleid van de LHV.
Indien uw huisartsen praktijk blijft vasthouden en u niet over mag naar de huisarts van uw keuze kunt u overwegen om contact op te nemen met een Zorgbelangorganisatie, b.v clientenbelang ( zij hebben ook voorbeeldbrieven) of een klacht in te dienen bij de NMa.
Ik hoop dat u er met succes uitkomt want een goede band met uw huisarts levert u veel, in de breedste zin des woords, gezondheid op.
Hilke Robijn, verzorgingssociologe
Heeft u ook een gezondheidsvraag? Klik hier en stel uw vraag aan een expert!