Bij atelectase zijn de longblaasjes afwezig of niet goed ontplooid.
Tijdens uw ademhaling gaat er lucht via de neus en de luchtpijp naar steeds kleiner wordende luchtwegen, de bronchiën. De bronchiën vertakken zich in nog kleinere doorgangen, de bronchioli, en uiteindelijk in heel kleine trosjes dunne, tere zakjes, de longblaasjes (medische benaming: alveoli).
Soms kunnen de bronchiën en bronchioli verstopt raken wordt de luchtdoorstroming geblokkeerd. Hierdoor kunnen de longen, of delen ervan, ineenklappen. Deze aandoening wordt atelectase genoemd. Zo'n blokkade kan door verschillende oorzaken ontstaan: vreemde indringers in de luchtwegen, druk door borsttumoren, vastzittend sputum of slijm of andere longafwijkingen. Atelectase kan ook het gevolg zijn van operaties waarbij voor beademing een slang door de luchtpijp moet worden ingebracht.
De eerste stap bij de behandeling van atelectase is de oorzaak van de obstructie op te heffen. Ook worden extra zuurstof, fysiotherapie voor de borst en antibiotica gebruikt als standaardtherapie. In de meeste gevallen herstelt het longweefsel zich.