Uw lichaam als stuur
In 1492 probeerde Leonardo da Vinci een medewerker met kunstmatige vleugels van een kerktoren te laten vliegen. De ongelukkige helper viel loodrecht naar beneden. Voor wie zonder al te veel risico in zijn voetsporen wil treden, is er het deltavliegen.
Deltavliegen wordt ook wel zeilvliegen of hanggliding genoemd. U zweeft door de lucht, hangend in een harnas onder een vleugel. Als u handig gebruik maakt van de thermiek (opstijgende lucht) kunt u dat heel lang volhouden. En u komt gelukkig een stuk zachter neer dan Da Vinci's hulpje.
Rennen, trekken of 'droppen'
Om te deltavliegen heeft u snelheid nodig. Daar kunt u bijvoorbeeld voor zorgen door met vleugel en al tegen de wind in van een berghelling af te rennen. Op een gegeven moment komt u en uw toestel dan vanzelf los van de grond.
Ook in het platte Nederland kunt u echter zeilvliegen. Er zijn startplekken in de duinen, maar meestal laat u zich door een lier of een ultralight vliegtuigje omhoog trekken. Als u eenmaal op zo'n driehonderd tot vijfhonderd meter hoogte bent aangeland, wordt de sleepkabel losgemaakt en zweeft u zelfstandig verder. Er zijn ook mensen die hun delta aan een luchtballon hangen en zich vervolgens laten 'droppen'.
Je lichaam als stuur
Het besturen van een deltavlieger is relatief eenvoudig. U doet het met behulp van de trapeze, de driehoekige stuurbeugel waar u zich aan vast houdt. Een bocht maken doet u door uw lichaam langs de trapeze te verplaatsen. Uw toestel volgt dan vanzelf de richting die u opgaat.
Trekt u de beugel naar u toe, dan gaat de neus van de vlieger naar beneden en de snelheid omhoog. Duwt u hem van u af, dan komt de neus omhoog en neemt de snelheid af. Bij het landen trapt u op die manier vlak voordat u de grond raakt vol op de rem. Dan zakt u vrijwel loodrecht naar beneden en komt u netjes op uw voeten terecht.
De regels
Om zelfstandig te mogen vliegen moet u eerst een aantal cursussen volgen. Heeft u eenmaal het zogenoemde Brevet 2 op zak, dan mag u alleen het luchtruim kiezen. Zolang u maar buiten het 'gecontroleerde luchtvaartgebied' blijft. Dat betekent dat u niet in de buurt van vliegvelden of vlak boven steden of dorpen mag rondvliegen. In Nederland is het ook verboden om boven de koninklijke paleizen te zweven. Het beste kunt u gebruik maken van één van de ruim tienduizend vliegstekken in de wereld die door vliegclubs worden beheerd.
Bent u eenmaal in de lucht, dan dient u zich aan bepaalde voorrangsregels te houden. Wie van rechts komt heeft voorrang en laagvliegers gaan voor hoogvliegers. Als u recht op elkaar afvliegt, wijkt u allebei naar rechts uit.
Voor wie
Iedereen die goed gezond is en in staat is een sprintje te trekken, kan in principe leren deltavliegen. Heeft u last van ernstig overgewicht of kunt u zelfs met een bril of lenzen niet goed zien, dan is dit geen sport voor u. Om uw Brevet 2 te kunnen halen, moet u minimaal 16 jaar oud zijn. Een maximum leeftijd is er niet.
Uiteraard neemt u altijd een risico als u de lucht in gaat, maar deltavliegen geldt als relatief veilig. De vlieger is altijd bestuurbaar en herstelt zichzelf als u hem in een duikvlucht brengt. Wie zich aan de regels houdt en uit de buurt blijft van grote obstakels heeft niet veel te vrezen.