Over de griepprik, koorts en koude rillingen
Koorts, spierpijn, koude rillingen: het is weer bijna grieptijd. Beschermt de griepprik 100 procent tegen het virus? Hebben we nog te vrezen van de Mexicaanse griep? En wat kun je doen om te voorkomen dat je ziek wordt?
1. Hoe weet je of je griep hebt of dat je verkouden bent?
Een verkoudheid wordt vaak ‘griepje’ of ‘grieperigheid’ genoemd, maar is dat niet. Als je echt griep hebt, ben je flink ziek. De klachten bij griep zijn erger en duren langer dan bij een verkoudheid. Meestal begint griep met plotseling opkomende koorts, koude rillingen, hoofdpijn, spierpijn en algehele malaise. Later kunnen er ook keelpijn en hoest bij komen.
Het eerste symptoom van verkoudheid is juist vaak keelpijn, gevolgd door een loopneus en hoofdpijn. Koorts en spierpijn komen bij verkoudheid meestal niet voor.
2. Wat is griep precies?
Griep wordt veroorzaakt door het influenzavirus. Dat zorgt ervoor dat de slijmvliezen in de luchtwegen ontstoken raken. Elke winter circuleren er verschillende griepvirussen, die bovendien steeds een beetje veranderen. Vandaar dat je na één keer griep niet immuun wordt voor het virus, maar dat je de ziekte ieder jaar opnieuw kunt krijgen.
3. Hoelang duren de klachten?
De meeste klachten verdwijnen na twee tot zeven dagen. Hoest kan langer aanhouden. Vaak duurt het minstens twee weken voordat je je weer helemaal de oude voelt. Iemand die het griepvirus heeft opgelopen, is besmettelijk vanaf de dag vóór de eerste ziekteverschijnselen tot en met vijf dagen daarna. Kinderen zijn eerder en langer besmettelijk,
omdat hun afweersysteem minder goed ontwikkeld is.
4. Hoe vaak komt griep voor?
Geschat wordt dat jaarlijks tussen de anderhalf en twee miljoen Nederlanders de griep krijgen. Iedere winter bezoeken ruim 250.000 mensen met griepklachten de huisarts.
5. Hoe verspreidt het griepvirus zich?
Door de lucht (met praten, niezen en hoesten) of via handen of voorwerpen (zoals een deurknop). Verspreiding vindt vooral plaats in ruimtes waar mensen dicht op elkaar zitten en waar slecht wordt geventileerd.
6. Kan griep kwaad?
Voor verreweg de meeste mensen is griep vervelend maar niet gevaarlijk. Sommige mensen kunnen echter ernstig ziek worden van griep. Meestal zijn dat patiënten met een verzwakte weerstand als gevolg van andere gezondheidsproblemen, zoals longaandoeningen, hart- en vaatziekten, diabetes, immuunziekten of chronisch nierfalen. Hun lichaam is minder goed in staat de aanval van het griepvirus af te slaan, waardoor het vatbaarder wordt voor andere infecties en het longweefsel sneller beschadigd raakt. Er kan dan een longontsteking ontstaan met soms levensbedreigende ademhalingsproblemen. Bestaande ziektes kunnen door de griep bovendien verergeren of ontregeld raken. Per jaar overlijden naar schatting tussen de honderd en vijfhonderd Nederlanders aan de griep.
7. Wanneer is het verstandig om naar de huisarts te gaan?
Als je:
• bloed of veel slijm ophoest
• of langer dan twee weken last hebt van hoest
• als de koorts langer dan vijf dagen duurt
• als de koorts terugkomt na een koortsvrije periode
• als je kortademig wordt
• als je het benauwd krijgt
• als je langer dan zeven dagen keelpijn hebt
• of als de keelpijn plotseling veel erger wordt.
8. Hoe wordt griep behandeld?
Meestal is het een kwestie van uitzieken. Zonodig kun je een pijnstiller nemen tegen de hoofd- en spierpijn. Verder is het belangrijk om voldoende te drinken en veel te rusten.
9. Wanneer krijg je een antiviraal middel?
De huisarts kan eventueel een antiviraal middel voorschrijven, zoals zanamivir (merknaam Relenza) of oseltamivir (merknaam Tamiflu). Deze medicijnen remmen de vermeerdering van het virus in het lichaam af. Ze zorgen ervoor dat je één à twee dagen korter ziek bent, minder complicaties krijgt en minder besmettelijk bent voor anderen. Antivirale middelen werken echter alleen als ze binnen 48 uur na de eerste griepverschijnselen worden ingenomen. Ze worden alleen voorgeschreven als er een grote kans is op complicaties of als er een pandemie dreigt.
10. Wat is een pandemie?
Dat is een wereldwijde griepgolf die wordt veroorzaakt door een heel nieuw griepvirus. Omdat mensen niet de kans hebben gehad afweerstoffen tegen zo’n nieuwe variant op te bouwen, kan het virus zich tijdens een pandemie heel snel verspreiden. De bekendste pandemie was de Spaanse griep, die in de winter van 1918-’19 wereldwijd naar schatting 40 miljoen doden veroorzaakte. De Mexicaanse griep was de meest recente pandemie; deze diende zich aan in het voorjaar van 2009. Patiënten met deze griep bleken overigens niet zieker te worden dan mensen met een normale seizoensgriep. Er over-leden ook niet meer mensen aan. [PAGEBREAK]
11. Is de Mexicaanse griep nu helemaal verdwenen?
Nee. Afgelopen winter was in meer dan de helft van de griepgevallen sprake van Mexicaanse griep. Daarmee is de Mexicaanse griep onderdeel geworden van de gewone seizoensgriep.
12. Hoe komt het dat we vooral in de winter griep krijgen?
’s Winters zitten we met z’n allen dichter op elkaar en worden huizen, kantoren en (openbaar) vervoer meestal minder goed geventileerd. Dat zijn de ideale omstandigheden voor het griepvirus om zich te verspreiden. Bovendien gedijt het griepvirus beter bij lagere temperaturen, waardoor het in de winter langer actief blijft.
13. Kun je griep krijgen door kou te vatten?
Naar buiten zonder jas, fietsen met nat haar: het zou volgens de volkswijsheid griep (of verkoudheid) kunnen veroorzaken. Allemaal niet waar. Virusinfecties ontstaan niet door kou en verspreiden zich ook niet door kou. Wat wél waar is, is dat stress de kans op griep vergroot. Stress kan de werking van het afweersysteem verstoren, waardoor het lichaam vatbaarder wordt voor onder andere virussen.
14. Wie kunnen een griepprik krijgen?
Mensen die een verhoogd risico lopen op complicaties bij griep. Het ministerie van VWS bepaalt welke risicogroepen worden uitgenodigd voor een griepprik. Dat zijn onder anderen patiënten met longaandoeningen, hart- en vaatziekten, diabetes, immuunziekten of chronisch nierfalen, en alle 60-plussers. Ook mantelzorgers van ernstig zieke patiënten en werknemers in de gezondheidszorg die in direct contact komen met pa¬tiënten, wordt aanbevolen een griepprik te nemen. De griepprik is vrijwillig.
15. Is de prik voor iedereen veilig?
Nee. Het griepvaccin wordt gekweekt in kippeneieren. Als je allergisch bent voor kippeneiwit, mag je geen griepprik hebben. Dat kan dan namelijk een heftige allergische reactie geven.
16. Hoeveel mensen halen de griepprik?
Jaarlijks krijgen zo’n vijf miljoen Nederlanders een oproep voor de griepprik. Van hen gaat 70 procent daadwerkelijk naar de huisarts voor het vaccin; dat zijn 3,5 miljoen mensen. Voor risicogroepen is de griepprik gratis. Als je buiten de risicogroepen valt en toch een griepprik wilt, kun je dat met je huisarts overleggen. In dat geval moet je het griepvaccin zelf bij de apotheek halen én zelf betalen. Met het vaccin ga je naar de huisarts, die de griepprik toedient. Ook hieraan zijn kosten verbonden.’
17. Waarom worden gezonde 60-plussers gevaccineerd?
Met het ouder worden gaat het afweersysteem minder goed werken. Dat maakt ouderen extra vatbaar voor de griep én voor complicaties van griep. In 2008 is de leeftijd voor de griepprik verlaagd van 65 naar 60 jaar. Volgens de Gezondheidsraad, die de minister van VWS over dit onderwerp adviseert, is de vaccinatie voor 60-plussers van groot belang. De griepprik voorkomt bij hen naar schatting 50 procent van de griepgevallen en van de ziekenhuisopnames als gevolg van griep.
18. Hoe werkt zo’n prik?
Het vaccin bevat onschadelijk gemaakte stukjes van de meest voorkomende griepvirussen van het vorige seizoen (van de griepprik zelf kun je dus geen griep krijgen). Het lichaam reageert daarop door afweerstoffen tegen die specifieke virussen te maken. Als op een later moment dan het ‘echte’ virus het lichaam binnen dringt, wordt dat virus direct onschadelijk gemaakt. Na een prik kun je gedurende een dag een gevoelige arm hebben. Het duurt twee tot drie weken voor het vaccin optimaal werkt. Daarna blijft het vier tot zes maanden actief. De beste tijd om de griepprik te halen is eind oktober of begin november, ruim voordat de griepgolf uitbreekt. Iedere winter moet je opnieuw worden ingeënt.
19. Ben je met de griepprik volledig beschermd?
Nee. Bij (jong)volwassenen voorkomt een vaccinatie ongeveer 70 procent van de griepgevallen, geen 100 procent. Dat komt onder andere doordat er ’s winters ook griepvirussen rondwaren die níét in het vaccin zitten. Ook de werking van het afweersysteem en de leeftijd van degene die de prik krijgt, spelen een rol. Bij ouderen ligt het beschermingspercentage iets lager, omdat hun afweer iets minder goed werkt. Daardoor werkt ook de aanmaak van antistoffen tegen het virus minder goed. Krijgt iemand die is ingeënt toch griep, dan verloopt de ziekte meestal wel minder ernstig. Ook is dan de kans op complicaties kleiner.
20. Zijn er behalve een vaccinatie nog andere manieren om griep te voorkomen?
Meerdere keren per dag je handen wassen en ze afdrogen met een papieren doekje (dat je daarna weggooit) is de beste manier om besmetting te voorkomen. Verder is het verstandig om je mond, neus en ogen zo min mogelijk aan te raken, en woon- en werkruimtes goed te ventileren. Antivirale middelen zoals Tamiflu (zie vraag 9) kunnen weliswaar griep voorkomen, maar omdat je ze maximaal zes weken mag gebruiken is de kans groot dat je daarna alsnog besmet raakt. Antivirale medicijnen helpen niet om extra weerstand tegen de griep op te bouwen. Dat kan alleen een vaccin doen.
Met medewerking van Gé Donkers (huisarts in Hoogeveen en als epidemioloog en projectleider CMR Peilstations verbonden aan het NIVEL, het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg).
- Plus Magazine