Virussen van A tot en met G
Ongeveer één op de twintig mensen krijgt een keer een vorm van hepatitis. Verschillende virussen kunnen zo’n leverontsteking veroorzaken. Elk virus kun je op een andere manier oplopen en geeft andere klachten.
De term hepatitis is afgeleid van het Griekse woord voor lever, ‘hepar’. Het achtervoegsel itis betekent ontsteking. Hepatitis is dus een ontsteking van de lever. Zo’n ontsteking zorgt ervoor dat je lever minder goed gaat werken. Vaak is de oorzaak een virus, maar je kunt ook hepatitis krijgen als gevolg van langdurig veel alcohol drinken, een auto-immuunziekte of medicijngebruik.
Virale hepatitis
Hepatitis die veroorzaakt is door een virus, heet virale hepatitis. Er zijn zes verschillende virussen bekend die tot een leverontsteking kunnen leiden. Ze hebben allemaal een andere letter van het alfabet gekregen. Zo krijg je van het hepatitis A-virus hepatitis A, het hepatitis B-virus geeft hepatitis B, enzovoort.
Alle hepatitisvirussen zijn besmettelijk, maar de manier waarop je besmet kunt raken verschilt per virus. Ook de symptomen en de ernst van de klachten zijn bij elke variant weer anders. A, B en C komen het meest voor.
Hepatitis A vooral bij kinderen
Het hepatitis A-virus zit in de ontlasting van besmette mensen. Komt het in je mond terecht, dan krijg jij het ook. Dat kan gebeuren via besmet water, eten, voorwerpen zoals een kraan of de wc-bril, seksueel contact, maar ook als je iemand met hepatitis A verzorgt. De kans op besmetting is groter als de hygiëne te wensen overlaat.
In Nederland komt hepatitis A vooral voor bij kinderen. Het is niet zo’n ernstige vorm van hepatitis, jonge kinderen merken er vaak niets van. Oudere kinderen en volwassenen hebben soms last van vermoeidheid, misselijkheid, koorts, buikpijn in de bovenbuik en geelzucht. Je huid en oogwit kleuren dan geel, de urine donker en de ontlasting juist lichter. Er zijn geen medicijnen tegen hepatitis A, maar het gaat meestal vanzelf over. Heb je het eenmaal gehad, dan ben je voortaan immuun voor het hepatitis A-virus. Ga je op reis naar een land waar hepatitis A veel voorkomt, dan is het verstandig om je ertegen te laten inenten.
Hepatitis B: vaccinatie mogelijk
Het hepatitis B-virus komt voor in bloed, sperma, voorvocht en vaginaal vocht van besmette mensen. Komt dit in aanraking met een wondje of de slijmvliezen van je mond, neus, ogen, anus of geslachtsorganen, dan kun je hepatitis B krijgen. Een klein beetje besmet bloed dat in een wondje komt is al voldoende om een infectie te veroorzaken. Zo kan een baby tijdens de bevalling hepatitis B oplopen. Overdracht kan ook plaatsvinden via bijvoorbeeld een besmette naald, scheermesje, tandenborstel en onveilig vrijen.
Sommige patiënten merken niets van hepatitis B. Treden er verschijnselen op, dan lijken ze op die van hepatitis A: vermoeidheid, een grieperig gevoel, verminderde eetlust, geelzucht, soms jeuk. De ziekte kan ook ernstiger verlopen. Bij 90 à 95 procent van de volwassenen gaat het vanzelf over. Bij de overige 5 à 10 procent ontstaat er een chronische infectie. Een actieve chronische infectie kan je lever beschadigen.
Er is een vaccin tegen hepatitis B beschikbaar. Vaccinatie is aan te raden als je naar een gebied gaat waar veel hepatitis B voorkomt, maar ook als je via je werk met bloed in aanraking komt.
Hepatitis C vaak chronisch
Dit hepatitisvirus kun je alleen krijgen als er besmet bloed in jouw bloed terechtkomt. Zoals via een besmette naald, besmette tandenborstel in combinatie met bloedend tandvlees, scheermes of een bloedtransfusie. In Nederland en veel andere westerse landen wordt donorbloed op hepatitis C gecontroleerd. Besmetting via seks is normaal gesproken onmogelijk, heel soms gebeurt dat wel als er verwondingen ontstaan. Dat risico geldt vooral voor hiv-patiënten.
Het kan jaren duren voordat hepatitis C klachten geeft. Sommige patiënten krijgen in de acute fase buikpijn, hebben minder zit in eten of zijn misselijk. Ongeveer één op de tien krijgt geelzucht. De meesten hebben geen symptomen of zijn alleen moe. Bij zo’n 80 procent van de gevallen wordt hepatitis C chronisch, wat kan leiden tot levercirrose en leverkanker. Behandeling met medicijnen kan dan nodig zijn.
D alleen samen met B
Hepatitis D kun je alleen krijgen als je ook hepatitis B hebt, het komt niet los daarvan voor. De besmetting kan tegelijk plaatsvinden met de besmetting met het hepatitis B-virus. Je kunt daarnaast besmet raken met hepatitis D als je de B-variant al hebt. Het wordt net zo overgedragen als het hepatitis B-virus, namelijk via bloedcontact en onveilig vrijen.
E, F, G
Je kunt met hepatitis E besmet raken via de route ontlasting-mond, waaronder door het drinken van water dat verontreinigd is met uitwerpselen en contact met geïnfecteerde dieren. De symptomen lijken op die van Hepatitis A, maar vaak leidt dit virus niet tot verschijnselen. Gezonde mensen merken vaak niet dat ze het hebben. Hepatitis E gaat meestal na een paar weken over en kan niet chronisch worden.
Toen onderzoekers dachten dat ze een nieuw hepatitisvirus hadden ontdekt, reserveerden ze daarvoor de F. Of hepatitis F echt een afzonderlijke ziekte is en hoe je ermee besmet zou raken, is nog niet duidelijk. Ook over hepatitis G is nog maar weinig bekend. Waarschijnlijk zijn er veel dragers van dit virus, maar of je er ook ziek van wordt, weten wetenschappers niet.
- Nederlands Huisartsen Genootschap
- RIVM
- Maag Lever Darm Stichting