Persoonsgebonden budget: zo regel je dat

vrouw
Cees Rutten

Een persoonsgebonden budget (pgb) is heel handig voor mensen die graag zelf hun hulp regelen. Maar soms kost het veel moeite om het benodigde aantal uren te krijgen of te behouden. En was er ook niet iets met fraude en moeten terugbetalen? Alles wat je moet weten over het aanvragen van een pgb.

Een persoonsgebonden budget (pgb) is een geldbedrag waarmee je zelf zorg of ondersteuning regelt, bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, verzorging of verpleging thuis. Het grote voordeel is dat budgethouders zelf hun leven kunnen inrichten zoals ze dat willen en dus ook zelf hulpverleners of dagbesteding kunnen kiezen. Met een pgb kun je bijvoorbeeld kiezen voor een zelfstandige hulpverlener, die werkt als zzp’er. Of voor iemand uit je eigen omgeving, zoals een zoon of dochter die meer doet dan gebruikelijk is. Budgethouders kunnen bovendien zelf afspreken wanneer en waar ze hulp krijgen.

Maar bij een pgb komt ook een hoop regelwerk kijken, zoals een budgetplan maken, een pgb-administratie bijhouden en de nota’s van zorgverleners controleren. Ook moet je als budgethouder goed kunnen formuleren welke zorg er nodig is en wat je precies verwacht van een zorgverlener. Wie dat graag aan een ander overlaat, kan beter kiezen voor zorg in natura.

Welke hulp is mogelijk?

Er zijn drie wetten waarmee ouderen een pgb kunnen aanvragen. De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) regelt hulp bij het huishouden, persoonlijke verzorging en begeleiding, zoals dagopvang. Ook respijtzorg (vervangende mantelzorg, bijvoorbeeld in een logeerhuis) valt onder de Wmo. De indicatie en het pgb voor Wmo-hulp vraag je aan bij de gemeente.

De Zorgverzekeringswet (Zvw) regelt verpleegkundige zorg. Is er daarnaast persoonlijke verzorging nodig, dan loopt dat ook via de Zvw en niet via de Wmo. De indi-catie en het pgb voor deze zorg vraag je aan bij de zorgverzekeraar. De wijkverpleegkundige doet de indicatie. De Wet langdurige zorg (Wlz) regelt alle hulp en zorg voor mensen die blijvend 24 uur per dag toezicht of zorg in de nabijheid nodig hebben. De indicatie voor deze zorg vraag je aan bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Een pgb voor deze zorg vraag je aan bij het zorgkantoor.

Fraude?

Het pgb heeft een tijdje in een kwaad daglicht gestaan wegens misbruik. Allerlei bedrijfjes drongen zich op om zorg te verlenen en vroegen een pgb aan namens hun cliënten, die soms niet eens wisten dat ze een pgb hadden. De bedrijven verdienden er goed aan, terwijl hun cliënten soms niet eens goede zorg kregen. 

Tegenwoordig is de toekenning van een pgb anders geregeld. Wie nu een pgb wil aanvragen, moet eerst een bewuste-keuze-gesprek voeren. De gemeente, zorgverzekeraar of het zorgkantoor kan dan controleren of je niet onder druk bent gezet bent door een ‘hulpverlener’. Ook krijgen budgethouders het budget niet meer op hun rekening: de Sociale Verzekeringsbank beheert het geld en betaalt namens de budgethouder de vooraf goedgekeurde rekeningen. Terugbetalingen komen daardoor veel minder voor.

Te ingewikkeld

Ook al kies je heel bewust, instanties werken niet altijd mee. De belangenorganisatie voor budgethouders Per Saldo merkt dat gemeenten het pgb soms niet eens noemen, niet op hun website en niet in het keukentafelgesprek. Directeur Aline Molenaar van Per Saldo: “Sommige gemeenten bieden alleen een voorziening in natura aan. Dat gebeurt vaak vanuit vooroordelen, bijvoorbeeld dat een pgb te ingewikkeld is voor ouderen of dat de kwaliteit van pgb-zorg minder goed is. Je moet dus goed voor jezelf opkomen om te laten zien dat een pgb passender voor je is dan zorg in natura.” 

Ook zorgverzekeraars gaan volgens Molenaar nogal eens krampachtig om met het pgb. “De wijkverpleegkundige stelt de indicatie, maar soms verlaagt de zorgverzekeraar die naderhand zonder 
motivatie. Daar moet je dan dus zelf argumenten tegenover zetten.  Bijvoorbeeld dat je zorg nodig hebt op verschillende plaatsen of op tijden dat zorginstellingen geen zorg bieden.”

Herindicatie

Eenmaal een pgb, altijd een pgb? Dat gaat alleen op voor de Wlz. In de Wmo en de zorgverzekeringswet moeten budgethouders meestal na een jaar een herindicatie aanvragen. Vraag je op dat 
moment af of je meer uren zorg nodig hebt, raadt Aline Molenaar aan. “De gemeente vraagt altijd of er iemand anders is die kan helpen, bijvoorbeeld een dochter of zoon. Maar als zo iemand er is, doet die vaak al heel veel. Een pgb vraag je juist aan voor bovengebruikelijke zorg, zoals verpleegkundige zorg of helpen bij het naar de wc gaan. Als je dat goed motiveert, heb je minder gedoe.”

‘Een pgb beheren is helemaal niet moeilijk’

Andries Swart (77) heeft een pgb uit de Wmo. “Vroeger had ik een huishoudelijke hulp in natura: Anke. Ik woon alleen en ik kan niet alles zelf door de beperkingen die ik heb overgehouden aan een herseninfarct. Ik was heel tevreden over haar, maar na een tijdje stuurde de thuiszorgorganisatie een ander, iemand die helemaal geen affiniteit had met schoonmaakwerk. Ik heb toen een pgb aangevraagd om Anke weer te kunnen inhuren. In het verleden is mij al eens een pgb geweigerd, want de gemeente heeft liever dat ik hulp in natura neem. Daarom heb ik de laatste keer voor de zekerheid een cliëntondersteuner van MEE meegevraagd naar het gesprek.

De gemeente waarschuwde dat een pgb heel moeilijk is, maar dat is helemaal niet waar. Je moet alleen een overeenkomst sluiten met je hulpverlener. Als het eenmaal loopt, is het heel eenvoudig. De SVB doet de loonadministratie, dat kost je niks. Ik ben heel blij dat ik met mijn pgb Anke weer kan laten komen. Ze doet haar werk goed en ik vertrouw haar volkomen. Als je hulp in natura krijgt, mag je de hulp niet alleen in huis laten. Nu ben ik zelf haar werkgever. Als ik een keer weg moet terwijl zij bij mij aan het werk is, dan doe ik dat gewoon.”

‘Het enige alternatief is het verpleeghuis’

Eliane Heseltine (61) verzorgt haar man John (72) met een pgb uit de Wlz. “John heeft een herseninfarct gehad. Toen hij thuiskwam uit het verpleeghuis, heb ik eerst zorg in natura geregeld. Toch werd ik om de haverklap gebeld op mijn werk. Mede daarom ben ik ontslagen. Nu verzorg ik hem zelf met een pgb. Ik haal hem uit bed met een tillift en breng hem naar de wc. Ik was hem, smeer hem in met zalven en kleed hem aan. Daarna zet ik hem in de traplift en vervolgens in zijn rolstoel. Overdag kijkt hij tv, maar als ik even wegloop roept hij me.

Bij de indicatie kreeg ik de vraag waarom er 24-uurszorg nodig was. Meneer kon toch op een belletje drukken? Fysiek kan hij dat, ja. Maar hij begrijpt niet wanneer dat zinvol is. Daarom moet ik altijd in de buurt zijn. Ik hou dit alleen vol als hij ook twee dagen naar de dagbesteding gaat. Die betaalt het zorgkantoor rechtstreeks. De rest is pgb. Dat geeft ons veel vrijheid. John staat op en gaat naar bed wanneer hij wil en hoeft zich niet te voegen naar de planning van de thuiszorg. Als ik dit niet zou doen? Dan zou hij naar het verpleeghuis moeten.”

Tips van budgethouders

• Maak voor de aanvraag een gedetailleerd overzicht van alle onderdelen van de zorg, dus niet alleen wassen en aankleden noemen, maar ook haren kammen, scheerapparaat aangeven, in de rolstoel zetten etc. 

• Sluit flexibele contracten af met formele zorgverleners. Als je een keer wat extra hulp nodig hebt of juist wat minder, kun je daar makkelijk in variëren. 

• Vindt de gemeente of zorgverzekeraar dat je niet de juiste argumenten hebt voor een pgb? Draai het eens om: waarom zou een pgb niet de juiste oplossing kunnen zijn?

Hulp nodig?

Doe de pgb-test (www.pgb-test.nl) van Per Saldo om te ontdekken of een pgb bij je past. Heb je bij bepaalde zaken hulp nodig, dan helpen de consulenten van Per Saldo daar graag bij. Algemene informatie over het pgb is te vinden op de website www.pgb.nl. Voor specifieke vragen kun je de Advieslijn bellen: 0900-742 48 57 (€0,20 per minuut).

Auteur