Nederland is het fietsland van de wereld. Dat zijn we altijd al geweest en dat willen we graag blijven. Maar hoe staat het er eigenlijk voor met fietsen in ons land, nu in andere landen fietsen ook populairder wordt? We schetsen een beeld.
Recente cijfers van onder andere Stichting BOVAG-RAI Mobiliteit hebben nieuw licht laten schijnen op de fiets in Nederland. Het totaalaantal fietsen in Nederland wordt inmiddels geschat op 22,8 miljoen, en dat met een bevolking van ongeveer 17 miljoen mensen.
De fietsende Nederlander
Met gemiddeld 1,3 fietsen per inwoner is Nederland nog steeds het enige land ter wereld dat meer fietsen dan inwoners heeft. Nummers twee en drie – Denemarken en Japan – liggen met respectievelijk 0,8 en 0,6 fietsen ver achter. Maar lang niet elke Nederlander fietst: ‘slechts’ 84 procent van onze bevolking bezit een of meerdere fietsen.
Meer dan 1000 kilometer per jaar
Niet alleen het aantal fietsen in Nederland groeit, ook het totale aantal afgelegde kilometers laat een groei zien. In totaal fietsen we jaarlijks 15,5 miljard kilometer. Dit betekent dat we – als we uitgaan van een fietsende bevolking van 84 procent – per persoon jaarlijks meer dan 1000 kilometer fietsen, verdeeld over zo’n 250 tot 300 fietstochten per jaar. Zuid-Holland is koploper in het aantal kilometers dat we jaarlijks afleggen, gevolgd door Noord-Holland en Noord-Brabant.
De gemiddelde afgelegde afstand is voor een gewone fiets ongeveer 3,6 kilometer. Voor e-bikes ligt dit iets hoger: 5,5 kilometer.
De e-bike revolutie
Opvallend is dat ondanks de groei van het aantal kilometers, het totale aandeel van de fietsverplaatsingen in Nederland al meer dan 20 jaar stabiel is. We fietsen dus niet meer, maar wel verder. De belangrijkste reden hiervoor is de toename van het aantal e-bikes. Onder de 22,8 miljoen fietsen in Nederland zijn er 1,4 miljoen e-bikes en dat aandeel neemt snel toe: bijna drie op de tien verkochte fietsen is een e-bike. Voor veel mensen – vooral 65-plussers – heeft de e-bike een ware revolutie veroorzaakt: de fiets heeft hun mobiliteit sterk vergroot. Het enige land in Europa waar het aantal e-bikes sneller toeneemt dan in Nederland, is België.
Ook de sterke bevolkingsgroei in grote steden draagt bij aan een toename van het aantal gefietste kilometers. In drukke stedelijke gebieden is het aantrekkelijker om de fiets te pakken dan andere vervoersmiddelen. Hierdoor lijkt het vreemd dat het aandeel van het fietsgebruik gelijk blijft, maar een toenemend gebruik van de auto buiten de stedelijke gebieden houdt de verhouding relatief stabiel.
Ruimte voor de fiets
De fiets speelt een belangrijke rol in het Nederlandse mobiliteitsbeleid. De bedoeling hiervan is om het aantal fietskilometers jaarlijks met 10 tot 20 procent te laten stijgen. Bevordering van de fietsinfrastructuur is een belangrijk onderdeel van dit doel. Met ruim 35.000 kilometer aan fietspaden krijgt de fietser steeds meer ruimte in Nederland. Wat dat betreft hoort de fiets bij een boodschap die Nederland wil uitdragen: leefbare en gezonde steden dankzij een toenemend gebruik van de fiets. Niet voor niets hanteren veel gemeenten een steeds strenger beleid ten aanzien van autogebruik in binnensteden. Ongetwijfeld speelt dit een belangrijke rol bij de toename van het fietsgebruik in steden. Het geld dat per inwoner geïnvesteerd wordt in fietsinfrastructuur, ligt in steden met 80 euro veel hoger dan het landelijk gemiddelde van 33 euro.
De toekomst van het fietsen in Nederland
Nu al gaat ongeveer een kwart van de werknemers op de fiets naar het werk. Door stimulering van het fietsen kan dit aantal verdubbelen, aangezien een derde van alle autoritten van en naar werk dusdanig kort zijn dat zij onder de maximaal geaccepteerde woon-werkafstand per fiets – 10 en 15 kilometer voor respectievelijk gewone fietsen en e-bikes – vallen. In de toenemende aandacht voor het milieu en de volksgezondheid kan de fiets een sleutelrol spelen en met het meerjarenplan Tour de Force lijkt Nederland vastbesloten om de fiets deze rol ook te laten spelen. Veel steden zouden nog veel meer willen investeren in fietsinfrastructuur, maar hebben hier vooralsnog de middelen niet voor.
Bronnen: Stichting BOVAG-RAI Mobiliteit, Beslist, Tour de Force & NL Cycling