Nieuwe hypotheek worden minder vaak bij de grootbanken gesloten. Verzekeraars en pensioenfondsen winnen marktaandeel met een lager hypotheekrente.
In het derde kwartaal van 2015 is het marktaandeel van de drie grootbanken gedaald naar minder dan 50%. Dit blijkt uit de analyse die het adviesbureau IG&H elk kwartaal maakt. Bij eerdere analyses dit jaar hadden Rabobank, ABN AMRO en ING nog 60% marktaandeel.
De daling wordt veroorzaakt door de toegenomen concurrentie van verzekeraars en pensioenfondsen. Sinds 2011 hebben zij hun marktaandeel meer dan verdubbeld naar bijna 38%. De overige hypotheken worden verstrekt door kleinere banken en buitenlandse aanbieders.
Tekenend voor de verschuiving van de grootbank naar de verzekeraars/ pensioenfondsen, is de opmars van Munt Hypotheken. Deze samenwerking van verschillende pensioenfondsen heeft binnen een jaar de vijfde plek in de top tien van hypotheekaanbieders veroverd.
De toegenomen concurrentie voor de grootbanken heeft een aantal oorzaken:
- De risico’s op de Nederlandse hypotheekmarkt zijn lager geworden en investeren hierdoor aantrekkelijker.
- Er zijn een aantal drempels weggenomen voor nieuwe toetreders en ‘niet banken’ kunnen makkelijker investeren, onder andere via regiepartijen.
- De kapitaaleisen voor banken worden strenger, echter deze gelden in mindere mate voor Pensioenfondsen en Verzekeraars.
Meer concurrentie heeft ervoor gezorgd dat de hypotheekrente sterker is gedaald dan de marktrentes. De geldverstrekkers teren dus in op hun marges (winst). Ook wordt de hypotheekrente tegenwoordig sneller aangepast bij een renteverlaging. Dit is positief voor de consument.
Toch zitten er ook nadelen aan deze ontwikkeling. Deze nieuwe geldverstrekkers willen graag de meest aantrekkelijke klanten uit de markt. Dit kan ervoor zorgen dat vooral hypotheken met een laag risico goedkoper worden. Ook kunnen de investeerders plotseling de markt verlaten, wanneer andere investeringen meer opleveren.