De voedselbank? Ik?

Getty Images

Geen werk, toeslagen die terugbetaald moeten worden... Voor je het weet stapelen de onbetaalde rekeningen zich op. Anne Mieke Baudoin (62) liep tweeënhalf jaar bij de Voedselbank en kon zo haar schulden aflossen. Ze vertelt wat er misging.

“Ik pik je op het station op”, laat Anne Mieke daags tevoren weten. Naast haar Suzuki Alto wacht ze me op. Een mooie, slanke Indische vrouw, goed gekleed. Al jaren single en moeder van drie volwassen kinderen, die het huis uit zijn. Haar ogen stralen, ze heeft een warme lach. Sinds een maand heeft Anne Mieke geen schulden meer.

Ze is nu een jaar ‘uit de Voedselbank’ en dat wil ze vieren. “Ik trakteer op een lunch”, zegt ze lachend. Haar auto parkeert ze voor een biologisch eetcafé in de binnenstad van haar woonplaats Hoorn. Ik voel me een beetje bezwaard. Hoe kan ik een lunch aannemen van iemand die net uit de schulden is, nog niet zo lang geleden van de Voedselbank gebruik heeft gemaakt en van een bijstands- uitkering leeft? Want werken lukt niet meer: Anne Mieke heeft COPD, een chronische longziekte.

“Meid, ik voel me schatrijk. Ik wil dat je de lunch aanneemt. Ik vind het zo leuk dat ik dit weer kan doen”, verzekert ze me stellig. Ze heeft een mazzeltje met de energierekening. Een teruggave. Allebei kiezen we een heerlijk broodje oude kaas, zij met carpaccio erbij. De schaal met vers fruit delen we. Anne Mieke geniet van haar nieuwe start, hoewel ze het ook nog eng vindt. “Ik durf nog steeds niet alles te kopen. Een paar jaar moest ik rondkomen van nog geen 25 euro per week.”

Wat eraan voorafging

“Begin 2013 viel er een brief van de Belastingdienst op de mat. Ik had te veel huur- en zorgtoeslag ontvangen over 2012. Daar kwam nog een lening bij; van 2008 tot en met 2010 had ik geld geleend van het Zelfstandigenloket om een eigen bedrijfje te starten. Die lening werd pas in 2012 belast en bij mijn inkomen opgeteld. Ik wist dat helemaal niet. Maar net dat jaar was ik bijna fulltime bij de benzinepomp gaan werken, omdat het me niet lukte om mijn inkomen uit mijn eigen bedrijf te halen. De te veel ontvangen huur- en zorgtoeslag moest ik terugbetalen. En dan zul je net zien dat alles samenvalt.

Het werk bij de pomp werd fysiek te zwaar. Ik was vaker ziek en kwam in de bijstand terecht. De onbetaalde rekeningen stapelden zich op: achterstand in de huur, eigen risico zorgverzekering, een hoge jaarafrekening energiekosten, en kennelijk had ik ook nog te veel aan bijstand ontvangen. Ik schrok iedere keer als er een rekening op de deurmat lag. Ik maakte de enveloppen niet meer open; stopte ze in een plastic tas, die ik diep in de kast opborg.

Na maanden stonden de deurwaarders op de stoep. Ik deed niet open. Van al die schulden – en daar komen de incasso- en deurwaarderskosten bovenop – sliep ik nauwelijks. Ik voelde me depressief, maar liet dit aan niemand merken. Voor de buitenwereld bleef ik de gezellige Anne Mieke, die altijd anderen helpt. Mijn eigen problemen besprak ik niet, misschien ook wel omdat ik me schaamde. Mijn kinderen vertelde ik het ook niet direct. Als moeder belast je de kinderen daar niet mee. Ik trof zelf afbetalingsregelingen, want ik wilde absoluut de schuldsanering niet in.”

En nu ga je hulp vragen!

“Een jaar wist ik me overeind te houden. Ik overleefde. Liep twee folderwijken en betaalde zo veel mogelijk af. Eten was er nauwelijks. ’s Avonds at ik meestal brood met smeerkaas of de goedkoopste kaas die in de supermarkt te vinden was. Als het gehakt in de aanbieding was, kocht ik een kilo voor twee euro en maakte voor de hele week gehaktballen.

Maar mondjesmaat zag ik mijn schulden slinken. Vaak moest ik schuiven met geld, betaalde ik de ene maand de huurachterstand af en de andere maand de energierekening. Je kunt je geld maar één keer uitgeven. Van de stress viel ik af. In die periode belandde ik in het ziekenhuis vanwege mijn ziekte. Ik woog nog maar 46 kilo. Ik werd verzorgd, kreeg warme maaltijden en aandacht. Dat was het moment waarop ik dacht: en nu ga je hulp vragen!

Eenmaal thuis belde ik met de Voedselbank en maakte een afspraak. Met een tas vol papieren – de huurovereenkomst, de lijst met schulden – kwam ik aan. Als ik aan dat moment terugdenk, kan ik nog janken. Maar ik werd op mijn gemak gesteld en met respect behandeld, niet veroordeeld. Alles viel van me af. De volgende dag kon ik mijn pakket al ophalen. Ik was zó blij: ik kreeg eten. Er stond een enorme rij. Ikzag bekenden van wie ik niet wist dat ze ook hulp van de Voedselbank kregen. In de rij staan voor eten vond ik moeilijk, maar geen moment dacht ik: ik ga weer naar huis.

Bij de ontvangst van mijn eerste pakket was ik verbijsterd. Dat was geen pakket, maar een halve winkel met groente, fruit, kruidenierswaren, brood, zuivel, drogisterij-artikelen, wasmiddel. Ik kreeg zoveel als ik nodig had. Vlees kreeg ik twee keer per jaar, bijvoorbeeld met de feestdagen. Wat je krijgt, ligt ook aan de sponsors van de plaatselijke voedselbank. Soms kende ik een groente niet, en zocht ik op Google wat ik ervan kon maken. Ik werd heel creatief met koken. Iemand van de Voedselbank regelde voor mij een vrijwilliger die me hielp met mijn administratie. Zo waardevol, want ik ben daar niet goed in.”

Voor het eerst weer een jurkje gekocht

“Tweeënhalf jaar heb ik bij de Voedselbank gelopen. Ik had genoeg afgelost en alweer 45 euro per week te besteden. Dan heb je als alleenstaande geen recht meer op hulp van de Voedselbank. Prima, want ik kon wel weer op eigen benen staan. Nog een jaartje afbetalen en ik zou helemaal schuldenvrij zijn. Iets uitgeven, durfde ik nauwelijks. Ik leefde heel zuinig en bewaarde alle bonnen. Bonnen bewaren deed ik eerder nooit, maar het gaf heel veel inzicht. Sinds kort ben ik van de schulden af. Om dat te vieren ben ik met een vriendin naar de bioscoop gegaan.

Ik voel me een rijk mens, en steun nu zelf de Voedselbank. Soms sta ik als paragnost op een beurs of in het buurthuis. Het geld dat ik daarmee verdien, schenk ik zodat andere mensen weer geholpen kunnen worden. Ik wil iets terug doen. Door de hulp van de Voedselbank is er rust in mijn leven gekomen. Ik voelde me beetje bij beetje vrijer worden; sprak weer af met vriendinnen. Ik nam ze in vertrouwen. Zij zorgden dat ik de deur weer uitkwam, namen me soms mee naar de film of trakteerden op een etentje. Ik heb geleerd om dat in dank te ontvangen. Best lastig, hoor, als je onafhankelijk wilt zijn.

Soms kan ik nog steeds niet geloven dat ik uit de schulden ben. Ik moest even aan de hand worden genomen. En nog steeds word ik iedere maand geholpen met mijn administratie. Dan kom ik niet voor verrassingen te staan zoals toen met de Belastingdienst. Enveloppen maak ik ook direct open. Ik wil nóóit meer in de schulden terecht komen. Een paar weken geleden heb ik voor het eerst in jaren weer een jurkje voor mezelf gekocht, in de uitverkoop. Ik was supertrots. Ik durf weer te dromen, spaar voor een reis naar Indonesië. Ik wil naar de geboortegrond van mijn moeder, omdat ik trots ben op mijn roots. Dat is ook iets dat ik geleerd heb bij de Voedselbank: je mág jezelf verwennen. Zet door en zorg dat je niet terugvalt, zeg ik tegen mensen in dezelfde situatie. Ik attendeer ze op de Voedselbank. Durf mijn verhaal nu te vertellen. Het kan iedereen overkomen!”

Getty Images

Bron: Plus Magazine, maart 2018

Auteur