Tuinieren met Hella: 'Boeven vangen vond ik gewoon leuk'

Getty Images

Jan Schoenmaker was achttien jaar wijkagent in de tippelzone in Utrecht. Daar heeft hij heel wat ellende gezien én opgelost. Volkstuinieren is zijn hobby en uitlaatklep. “Ik zou niet zonder kunnen.”

We ontmoeten elkaar aan de buitenrand van ­Nieuwegein op het mooi verzorgde volkstuin­complex Galecop. Jan Schoenmaker stapt joviaal op me af. Zijn opvallende grijze baard steekt af tegen zijn rode wangen. Direct neemt hij me op sleeptouw door ‘zijn’ groene paradijs en spannende leven. “Tuinieren is een manier van leven, zoals mijn vak dat ook was. En daarin probeer ik mezelf voort­durend te ontwikkelen.” Vlak bij de ingang wordt hard gewerkt in een tuin. “Hier tuiniert een vrouw van 70 die stukje voor stukje de hele tuin zélf heeft omgespit en ook een tuinhuisje heeft gebouwd. Knap hoor.”

Bij de tuin aangekomen

Als we bij de tuin van Jan aankomen, roept hij: “Aardperen, ken je die?” Zonder mijn antwoord af te wachten, vervolgt Jan: “Ze zijn familie van de zonnebloem, en je moet ze planten waar brandnetels groeien.” Waarop hij naar rechts wijst en roept: “Ananaskers: familie van de aardappel. In één bes zitten zo’n vijftig zaadjes.” Een mooie tuinfluiter probeert Jan tevergeefs te overstemmen.

Getty Images

Droomde van politieagent
Om te voorkomen dat dit een ontmoeting met een hoog ‘wist je dat’-gehalte wordt, vraag ik naar zijn beroep dat hij zo lang met zoveel passie heeft uitgeoefend. Geboren als bijna jongste in een groot tuindersgezin, droomde hij ervan om politieagent te worden. Net als zijn vader. “Maar vanwege de oorlog zat dat er niet in voor hem, dat was sneu. Toch kende vader het wetboek uit zijn hoofd, net als ik.” Met een lach begint Jan het ene na het andere wetsartikel op te dreunen alsof het een gebed is. “Ik heb rechtvaardigheid altijd heel belangrijk gevonden.”

Sollicitatie
Na het afronden van de lagere en hogere tuinbouwschool solliciteerde Jan alsnog bij de politie. “Uit passie, maar ik wilde mezelf ook bewijzen tegenover mijn vader, denk ik. En tot mijn ver­bazing werd ik aangenomen.” Zijn chef vroeg Jan een half jaar lang te werken in de tippelzone in Utrecht. Opgevoed in een streng christelijk milieu, waar prostitutie een grote zonde is, was dat niet gemakkelijk voor hem. “Maar na een jaar zag ik ook de mooie kanten van dit werk. Hier heb ik echt samen met mijn collega mensen kunnen redden.”

Twintig vrouwen gered
Jan schat dat in de achttien jaar dat hij er werkte, wel zo’n twintig vrouwen uit de prostitutie zijn gered. Vrouwen die er misschien zonder zijn hulp nu niet meer waren geweest. “Op voordracht van de moeders van prostitutieslachtoffers kreeg ik een lintje. Dat draag ik met trots. Daar doe je het toch voor.” Van sommige moeders krijgt Jan nog altijd een kaartje met kerst. “Ja, zij zijn hun kind eigenlijk kwijt, terwijl het nog leeft… hard is dat. Zeg nooit dat het jouw kind niet kan overkomen. En wat is het mooi als het lukt om ze eruit te krijgen.”

Getty Images
"Strijden tegen krachten van buitenaf"

Jan constateert dat wéér de sla is opgevreten: “Door drie jonge hazen. Tuinieren is soms strijden tegen krachten van buitenaf.” Hetzelfde zou je kunnen zeggen over zijn jaren als agent in de tippelzone van Utrecht. Volgens onderzoek gaat een kwart van alle mannen weleens naar een prostituee. “Maar neem van mij aan dat het een derde is. Prostitutie zal altijd blijven bestaan”, zegt Jan op besliste toon. Voor hem was het nooit een verleiding, zegt hij. “Ik word er alleen maar verdrietig van. Ik ben trouw in mijn relatie, en seks voor geld interesseert me niet.”

Altijd gedreven
Passie voor zijn werk en een sterk rechtvaardigheidsgevoel hebben Jan altijd gedreven in zijn werk als politieagent. En ook een beetje de spanning natuurlijk. “Ik vind boeven vangen gewoon leuk. Misdaad mag niet lonen. We moeten ervoor zorgen dat misdadigers last van hun nek krijgen omdat ze voortdurend achterom moeten kijken.” Jan moet hard lachen om zijn eigen grap.

"Er stond zelfs een prijs op mijn hoofd"

Achttien jaar heeft hij in de tippelzone gewerkt. Hij ken geen agent die dat langer heeft volgehouden. Hij deed het met plezier, maar het was niet zonder gevaar. “Prostitutie is keiharde business. Met drugs en ook mensenhandel. Daar zijn gevaarlijke types actief. Op een gegeven moment stond er zelfs een prijs op het hoofd van mij en mijn collega.” Vanaf dat moment fietste Jan elke dag een andere route naar huis en nam hij een hond. “Maar ik ben er niet voor weggelopen en heb mijn rug recht gehouden.” Zijn collega hield die spanning niet vol en stopte korte tijd later. “Nu ik met pensioen ben, besef ik pas hoeveel relaxter dit leven is en valt me op dat ik nog zelden word uitgescholden. Dat begon meestal met een ‘k’ en eindigde met ‘anker’. Dat gaat je niet in je koude kleren zitten.”

Het volgende tuinweetje

Als we samen even heerlijk onkruid schoffelen – in rechte banen natuurlijk – krijg ik het volgende tuinweetje alweer te horen: “Zevenblad is ingevoerd door Napoleon, wist je dat? Voor in de salade van zijn manschappen.” Jan showt zijn acht soorten aardappelen en zijn knoflook, heel veel knoflook. De Blaue Elise vindt hij de lekkerste aardappel. “En wist je dat knoflook niet uit Italië komt, maar uit de Himalaya?”

Getty Images

Verband tussen werken in de tippelzone en zijn passie voor volkstuinieren
Net als op veel andere tuincomplexen zijn ook hier alle tuinen bezet. Vaak door leuke jonge mensen, vindt Jan, die allemaal gezonder willen eten. Terwijl we door zijn tuin struinen, legt Jan het verband uit tussen werken in de tippelzone en zijn passie voor volkstuinieren. “Ik zou niet zonder mijn volkstuin kunnen. Mijn vrouw wordt er weleens gek van. Soms kunnen we niet met vakantie, want ik laat mijn paprikaplantjes niet aan anderen over, die zijn heel gevoelig.” Net zo verantwoordelijk voelde Jan zich voor de kwetsbare vrouwen in de prostitutie. “Als ik morgen dood neerval, zeg ik dat het waard was om mijn leven te leven. Mijn drijfveer is mensen redden.”

Gedrevenheid en zijn tuin zijn hem bijna fataal geworden

Om de problemen van anderen weer te kunnen loslaten, is zijn tuin altijd belangrijk geweest voor Jan. Maar zijn gedrevenheid en tuin zijn hem onlangs wel bijna fataal geworden. Tijdens het afzagen van een tak liet zijn hart het afweten. Toch wist hij zelf nog naar de huisarts te rijden. “Geen idee hoe ik daar ben gekomen. Ik had een koude neus en koude voeten. De huisarts vond het niet echt slim.” Maar een rem om het rustiger aan te doen, zegt Jan niet te hebben. Deze waarschuwing heeft hem geleerd om belangrijke dingen nóg minder uit te stellen. “Dat zeg ik tegen iedereen.”

Getty Images
Trots laat hij mij een stekje zien
En dan vindt Jan eindelijk een plantje dat ik nog niet ken. Hij laat het me ruiken. Ik ken het, maar ook weer niet. Het blijkt een kerrieplantje te zijn. Trots laat hij mij een stekje zien. Dat hoef je alleen maar in de grond te stoppen, water te geven en dan groeit het. Hoe mooi is moeder natuur, concluderen we. Bij vertrek krijgen fotograaf Wim en ik beiden een exemplaar van het plantje mee naar huis. Zelfgekweekt natuurlijk.

Wandelroute Nieuwegein

Route: de gemarkeerde stadswandelroute ­Oudegein & IJsselstein voert van de sneltramhalte Zuilenstein in Nieuwegein langs het Merwedekanaal naar het oude dorp Jutphaas. Via de Kromme IJssel en het IJsselbos bereik je het historische centrum van IJsselstein. Daar kun je met de sneltram terugreizen naar Utrecht. Meer informatie: www.utrechttevoet.nl.
Lengte: 12 kilometer.
Startpunt: sneltramhalte Zuilenstein, Nieuwegein.
Horeca: in IJsselstein en Jutphaas zijn diverse horecagelegenheden.
OV: met de sneltram van Utrecht CS naar ­Nieuwegein en aan het eindpunt in IJsselstein weer terug naar Utrecht.

Getty Images
Bron 
  • Plus Magazine