Hoewel veel Noren Engels spreken, is het toch handig als u op vakantie ook een beetje met Noors uit de voeten kunt. 10 zinnen die u van pas kunnen komen op vakantie.
Goedendag/Goedemorgen/Goedenavond
God dag/God morgen/God kveld
Ik spreek een beetje Engels/Duits
Jeg snakker litt engelsk/tysk
Hoeveel kost dat?
Hvor mye koster dette?
Waar kan ik geld wisselen?
Hvor kan jeg veksle penger?
Ik heb pech
Jeg har problemer med bilen
Waar is de dichtstbijzijnde garage?
Hvor er nærmeste bilverksted?Kunt u mij zeggen waar er een tankstation is?
Kan du si meg hvor det finnes en bensinstasjon her?
Kunt u mijn auto maken?
Kan du reparere bilen min?
Waar is dichtstbijzijnde pin automaat?
Hvor er nærmeste mini bank?Kan ik de Nederlandse ambassade bellen?
Kan jeg ringe den nederlandske ambassaden? (tel: 22602193)
Vindt u de uitspraak lastig? Hier vindt u een overzicht van de verschillende klanken.