Als u een eigen woning en/of lijfrentepolis hebt, dan biedt dat mogelijkheden voor een slimme belastingaangifte.
| LET OP: Dit artikel is onderdeel van de belastingspecial 2010. De informatie kan verouderd zijn. Voor de actuele belastingspecial 2012 kunt u hier klikken. |
10 tips voor uw huis, uw lijfrente en de fiscus
TIP 1: Betaal niet te veel forfait
Als u maar een deel van het jaar een eigen woning hebt, hoeft u ook maar een evenredig deel van het forfait bij te tellen. Het eigen-woningforfait is een bedrag dat u bij uw inkomen moet optellen. Let op: het forfait is gebaseerd op de WOZ-waarde (Wet waardering onroerende
zaken) van uw huis per 1 januari 2008. U moet 0,55 procent van de waarde bij uw inkomen optellen. Als uw huis vier ton waard is, moet u dus €2200 bijtellen. Tot en met 2008 was de bovengrens €9300, maar die grens is vervallen.
TIP 2: Bezwaar tegen WOZ-waarde?
De WOZ-waarde van uw huis bepaalt hoeveel onroerende-zaakbelasting (ozb) u aan de gemeente moet betalen en hoeveel eigen-woningforfait u bij uw inkomen moet optellen. Die waarde is gebaseerd op een taxatie door de gemeente. Maar de woningprijzen variëren, en als u denkt dat uw huis te hoog is ingeschat, dan kunt u bezwaar maken. Vraag eens aan buren en/of mensen met een vergelijkbare woning hoe hoog hun WOZ-waarde is. Let wel op de termijn van zes weken om bezwaar te maken. De gemeente stuurt de WOZ-beschikking meestal rond eind februari.
TIP 3: Leen in de familie
Lenen voor een woning in de familie, bijvoorbeeld aan een kind, kan aantrekkelijk zijn: voor de ontvanger is de rente is (deels) aftrekbaar en de uitlener kan stapsgewijs vermogen overdragen door gebruik te maken van schenkingsvrijstellingen. Het mes snijdt dus aan twee kanten.
TIP 4: Los extra af
Hebt u een lage hypotheekschuld? Dan kan het zinvol zijn (extra) af te lossen. Want een lage of geen eigen-woningschuld betekent aftrek. Dat is het geval als het eigen-woningforfait méér bedraagt dan de betaalde hypotheekrente. In dat geval wordt het bedrag van de som eigen-woningforfait minus betaalde hypotheekrente niet belast. De aftrek kan niet méér bedragen dan de bijtelling volgens het eigen-woningforfait.
TIP 5: Twee huizen? Beperk forfait
Als u tijdelijk twee huizen hebt, hoeft u over de periode dat u niet in een van de huizen woont geen eigen-woningforfait aan te geven. Het verlaten huis moet leegstaan en bestemd zijn voor de verkoop. Soms is tijdelijke verhuur ook mogelijk.
TIP 6: Pensioentekort? Bijstorten!
Hebt u een pensioengat? Dan kunt u dat opvullen via een lijfrentepolis. Dat is voordelig omdat de premie aftrekbaar is. Als de lijfrente later gaat uitkeren, betaalt u daarover alsnog loon- en inkomstenbelasting. Maar als u dan inmiddels 65 jaar of ouder bent, betaalt u waarschijnlijk mínder inkomstenbelasting. Tel uit je winst.
Hoeveel u belastingvrij kunt bijstorten via een lijfrentepolis, hangt af van de ‘jaarruimte’, het bedrag dat u per jaar als lijfrentepremie mag aftrekken vanwege een pensioentekort. Dat vergt een vrij ingewikkelde berekening. U kunt dat zelf doen via het rekenprogramma Lijfrentepremie 2009, dat u kunt downloaden via www.belastingdienst.nl. Maar een belastingconsulent, pensioenadviseur of verzekeraar is u ook graag ter wille.
Alleen een pensioengat dat is ontstaan in de laatste zeven jaar kunt u ‘repareren’. Als de aanslag nog niet onherroepelijk vaststaat, kunt u gemiste premieaftrek alsnog opvoeren door een aanvulling op de aangifte. Of dat het geval is, moet blijken uit de stukken die u van de fiscus hebt ontvangen, maar u kunt het ook navragen bij de Belastingtelefoon (0800-0543). Houd dan wel uw burgerservicenummer bij de hand.
TIP 7: Betaal lijfrentepremie voor 1 april
Om de jaarruimte of reserveringsruimte te kunnen benutten, moeten de premies vóór 1 april 2010 zijn betaald om premieaftrek over 2009 mogelijk te maken. Als u nog wilt bijstorten, moet u haast maken.
TIP 8: Koop lijfrente niet af
Het voortijdig afkopen van een lijfrente is bijna nooit slim; dan worden in het verleden afgetrokken premies alsnog belast, inclusief het opgebouwde rendement. Ook is een rentevergoeding, ‘revisierente’, aan de fiscus verschuldigd. Maar vanaf 2009 is deze regeling iets minder ongunstig. Koopt u een lijfrente af met een maximale waarde van €4000, dan hoeft u geen revisierente meer te betalen.
TIP 9: Schuif met inkomen
Hebt u een fiscale partner? Dan kan het slim zijn de aangifte elektronisch te doen, want dan is het schuiven met aftrekposten en inkomen veel makkelijker dan op papier, en dat kan veel geld opleveren. Op het scherm ziet u vrijwel direct of uw geschuif voor- of nadeel oplevert. Als uw (fiscale) partner een laag inkomen heeft, is het zinvol inkomen/vermogen naar deze partner te verschuiven. De woning gaat meestal naar de partner met het hoogste inkomen, om alles uit de renteaftrek te halen.
TIP 10: Uitstel of haast?
De fiscus berekent meer rente dan de bank. Dus als u veel geld denkt terug te krijgen, vraag dan uitstel aan. Omgekeerd: moet u betalen, dien dan de aangifte zo snel mogelijk in.
