Nederland, België en Duitsland pronken elk met een eigen Limburg. Is het toeval dat het stuk voor stuk glooiende gebieden zijn? Met een rijk verleden en een voorliefde voor het goede leven? Drie schitterende autoroutes.
Maastricht is ideaal voor een citytrip, maar vandaag laat ik de provinciehoofdstad links liggen. Net voorbij het Bonnefantenmuseum volg ik de bordjes van de Mergellandroute naar het zuiden. Langs de oevers van de Maas, waar bomenrijen schaduwen werpen op de tweebaansweg. Al snel maken doorzonwoningen plaats voor recreatieplassen.
Een visser werpt zijn hengel uit en tuurt naar de Sint-Pietersberg. Het Plateau van Caestert met zijn mergelgrotten en groeven leek ooit een onneembare grens. Niet voor de fietsers op de veerpont bij Eijsden, die lachend naar de fotograaf roepen: “Douane, controle, niets aan te geven.”
Jam? Mosterd? Bij de VVV!
Landinwaarts volg ik de wegwijzers naar het oosten, steil klimmend over de Kale Berg naar Mheer. Een afdaling later verschijnt Noorbeek, een verrassend on-Hollands panorama. Toegegeven: het zijn de Alpen niet, maar deze heuvels zorgen voor het betere bochtenwerk.Heerlijk rijden is het, langs bijna verlaten wegen met uitspanningen waar het genieten is van mooie vergezichten. En van streekproducten! De VVV in Epen biedt niet alleen informatie over de vele wandelmogelijkheden in het land van Gulp en Geul, maar ook jam, fruitsap, honing, mosterd en champignons.Het letterlijke hoogtepunt van deze route lijkt Vijlen, op een steenworp afstand van het drielandenpunt. In dit ‘bergdorp’ volg ik het bospad tot ’t Hijgend Hert, de hoogst gelegen berghut van Nederland. Op 260 meter hoogte, alsjeblieft!
In het zuiden van Belgisch Limburg ligt het mooie Haspengouw, in het voorjaar bedekt onder een bloesemtapijt. Vier autoroutes slingeren er langs hoogstamboomgaarden, kerkdorpen en historische steden.
Op het pittoreske marktplein van Borgloon, tussen Sint-Truiden en Tongeren, komen de vier lussen van de Haspengouwroute samen. Van de burcht op de heuvel rest enkel nog het uitzicht. Maar wat voor uitzicht! Strak in het gelid glooien de boomgaarden tot aan de horizon.
Kerktorens markeren dorpjes met exotische namen als Heks en Lauw. Of Kuttekoven, enkele huizen rond een toren verstopt in de plooien van het landschap. Enkele bochten verder wacht het waterkasteel van Rullingen, met een van de mooiste terrassen van het land. Tja, met dit gezapige tempo vordert het niet, lijkt plaatsnaam Voort te zeggen.
Monument voor de heks
Bij de kapel van Helshoven loont het de moeite om de benen te strekken. In het seizoen verkopen de lokale boeren kersen. Een pad klimt achter de kapel naar de (gerestaureerde) galg en hogerop naar de Tjenneboom, waar een monument de heksenverbranding gedenkt. Dwalen hier geesten rond? De plek onder de populier is in elk geval een inspirerende locatie, op het hoogste punt in de wijde omgeving, pal op de Romeinse heirbaan van de Noordzee naar Keulen. Via de hoofdweg zou ik nu binnen enkele minuten in Tongeren – de oudste stad van België – zijn, maar de zeshoekige bordjes leiden mij langs holle wegen, bloeiende boomgaarden, imposante hoeves en romantische kastelen. Zelfs wijnranken floreren op deze flanken.Rococoparel
Verder naar het zuiden flirt de route met de taalgrens (met Wallonië). Historisch behoort dit Limburgse land tot het oude bisdom Luik. Het kasteel van Hex, een rococopareltje in een beschermd natuurgebied, lijkt hiervan de indrukwekkendste getuige. In 1770 gebouwd als het buitenverblijf van de prins-bisschop van Luik, is dit domein nog steeds in privébezit. Twee weekends per jaar is de prachtige kasteeltuin, met een uitzonderlijke rozencollectie en een ommuurde moestuin, open voor publiek.In Duitsland is Limburg geen regio, maar een historisch stadje.
Met een betoverende ligging in de vallei van de Lahn, tussen het Westerwald en het Taunusgebergte.
‘Meer dan 360 vakwerkhuizen telt onze stad”, pocht mijn gids Reinhold Hasselbächer. We kijken op naar de geometrische motieven die de rode balken op de gevels sieren, elk met een eigen verhaal. Zo bracht een timmerman anno 1567 boven zijn eigen voordeur het verhaal van Jonas en de walvis tot leven.
De binnenstad, met kasseistraten zo smal dat de overhangende erkers elkaar bijna raken, vormt een homogeen geheel. “Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel hier geen enkele bom”, legt Hasselbächer uit. “Vijftig panden dateren van voor 1500, het grootste van voor 1300, met een oppervlakte van ruim duizend vierkante meter.” Van het leerlooierssteegje langs de rivier via de markt met zijn elegante patriciërswoningen klimmen we naar de Dom. Verheven boven het stadsgewoel pronkt de romaanse kerk, bekroond met zeven spitsen.
De burcht van Walram
Langs rivier de Lahn liggen enkele trekpleisters van de Oranjeroute, een rondrit door Nederland en Duitsland in de voetsporen van Oranje. Bij Nassau, nu een dorp met 5000 inwoners, ligt de ruïne van de stamburcht. Walram van Laurenburg bouwde er op een rots een donjon, een middeleeuwse woontoren, en werd de eerste graaf van Nassau, voorvader van de Nederlandse én de Luxemburgse dynastie.Meer valt er te beleven in Diez. Hier ligt barokslot Oranienstein, gebouwd door Albertine Agnes von Nassau-Oranje, kleindochter van Willem de Zwijger. Tegenwoordig huist er een kadettenschool, maar de statige zalen zijn open voor bezoek en de koninklijke stamboom kan worden bestudeerd. De stamvaders een laatste eer bewijzen is mogelijk in de kloosterkerk van Diez. Vlakbij ligt het Gravenslot, tegenwoordig een museum én een jeugdherberg, de ideale plek voor een drankje.
Amalia als gids
Ik eindig mijn reis langs de Lahn in Braunfels. Het imposante slot heeft wortels in de middeleeuwen. En in een rollenspel leidt niemand minder dan de flamboyante Amalia van Solms, prinses van Oranje, mij door ridderzalen en wachttorens.- Plus Magazine