Met gespreid beleggen zult u geen spectaculaire rendementen boeken. Wie écht geld wil verdienen, moet het anders aanpakken en meer risico’s durven nemen.
Die niet waagt, die niet wint
Waarom via een aandelenfonds het kapitaal spreiden als u zeker weet dat de koersen van aandeel A en B flink zullen stijgen, terwijl C en D achterblijven. Dan is het toch verstandiger C en D te mijden en alle kaarten op A en B te zetten?
En waarom aandelen als het ook met opties kan. Een optie is een ‘recht’ om aandelen (vaak honderd) tegen een vooraf afgesproken prijs (de uitoefenprijs) te mogen kopen (de zogeheten calloptie) of verkopen (de putoptie).
Een optie is een recht, geen plicht. Vaak zijn er verschillende opties te koop met verschillende uitoefenprijzen. Anders dan een aandeel heeft een optie een afloop- of expiratiedatum. Een optie kost geld en is verhandelbaar.
Het werkt als volgt. Stel een aandeel is €25 waard. U koopt een calloptie (het recht om te kopen) met een uitoefenprijs van €25. Op de expiratiedatum is het aandeel €30 waard. U kunt dus honderd aandelen voor €25 kopen en direct op de beurs weer verkopen voor €30; dat heet het uitoefenen van de optie. Winst is €5 per aandeel. Bij een optie voor honderd aandelen is dat een leuke winst. Bovendien is het uitoefenen van een optie meestal niet nodig. U kunt de optie ook verkopen op de beurs voor 100 x 5 = €500.
Hebt u de koersontwikkeling verkeerd ingeschat en is het aandeel op de expiratiedatum slechts €24 waard, dan heeft het geen zin de aandelen te willen kopen voor €25. De optie is dus waardeloos geworden. Het geld dat u voor de optie hebt betaald, is weggegooid.
Snel rijk
Met opties kun je snel rijk worden. Ze zijn veel goedkoper dan aandelen, terwijl de koerswinst in euro’s hetzelfde is. Het rendement is dus veel hoger. Vooral als de uitoefenprijs (veel) hoger is dan de beurswaarde zal de optie goedkoop zijn. In het bovenstaande voorbeeld zal een optie met uitoefenprijs van €24 duurder zijn dan een optie met een uitoefenprijs van €30. De kans dat die laatste optie waardeloos wordt, is immers een stuk groter.
Notoire zwartkijkers kunnen dankzij opties geld verdienen aan andermans ellende. Wie verwacht dat op afzienbare termijn aandelen zullen kelderen, koopt putopties (het recht om te verkopen tegen een vaste prijs). Als de koersen inderdaad lager zijn op de expiratiedatum koopt u de aandelen op de beurs tegen de lagere prijs. U verkoopt ze meteen tegen de vooraf vastgelegde prijs. Of u verkoopt de optie op de beurs voor veel geld.
De echte doemdenker kan putopties met een extreem lage uitoefenprijs kopen. Daarmee verdient u alleen geld als het echt misgaat met de economie. Vallen de rampen mee, dan bent u de premie kwijt.
Buiten de beurs
Wijn, postzegels, antiek, juwelen en kunst. Noem het maar op, alles wat in de toekomst meer waard wordt, biedt een mogelijkheid om in te beleggen. Rond 1900 waren de schilderijen van Vincent van Gogh spotgoedkoop. Als uw voorouders toen een paar zonnebloemen hadden aangeschaft, was u binnen geweest. Ook Picasso is ooit een beginnend schilder geweest. Zo zijn er veel meer voorbeelden te bedenken. Aan de andere kant: veel kunst blijkt na verloop van tijd zo weinig waard dat het op rommelmarkten wordt verhandeld.
De financiële kant van beleggen in antiek, kunst en dergelijke is net zo boeiend als beleggen in aandelen. Er geldt wel een uiterst belangrijke voorwaarde: u moet er echt inhoudelijk verstand van hebben. Dan kunt u iets goedkoop kopen om het later voor een veelvoud weer te verkopen.
Wilt u meer weten over beleggen?
- Plus Magazine