Buren, Breda en Willemstad hebben een hechte band met het koningshuis. Het spoor van de Oranjes is in deze drie steden makkelijk te volgen. “Kijk, hier wachtte Willem op Anna.”
Buren: decor voor het allereerste Oranjehuwelijk
“Onze Anna ligt in Breda begraven.” Anne Marie van der Zijden zegt het met spijt in haar stem. Ze gidst bezoekers door het Betuwse stadje Buren. Naar de kerk waar Willem van Oranje in het huwelijk trad met Anna van Egmont, gravin van Buren. “Uit correspondentie blijkt dat Willem van Oranje en zijn eerste echtgenote oprecht op elkaar gesteld waren”, weet ze te vertellen. “Maar macht en geld speelden ook een grote rol bij het sluiten van hun huwelijk. Anna was puissant rijk, gravin van Buren en Leerdam en vrouwe van steden als Grave, Eindhoven en IJsselstein. Willem had grote ambities en zijn invloed in de Nederlanden nam flink toe toen het stel op 18-jarige leeftijd trouwde.”Ze wijst me de plek waar het kasteel stond, net buiten de stadsmuur. De leegte is overweldigend. “Het kasteel was bijna net zo groot als het stadje zelf. De familie Van Oranje-Nassau bleef het nog een tijd als buitenverblijf gebruiken, maar aan het begin van de negentiende eeuw was het zo vervallen dat alleen afbraak restte.”
Buren heeft in ruim vier eeuwen nauwelijks aan charme ingeboet. De poort en een groot deel van de omwalling zijn nog intact. Hoog boven de Molenwal draaien de wieken van de Prins van Oranje. “Vandaag malen we geen graan, de maalstenen zijn losgekoppeld”, lacht de molenaar. “De molen draait voor de prins, zeggen we dan.”
Dat Oranjestad Buren een innige band met het Nederlandse vorstenhuis behield, blijkt in het Museum Buren & Oranje, gevestigd in het oude raadhuis tegenover de charmante Sint-Lambertuskerk. Topstuk is een maquette van het Kasteel van Buren. Directeur en conservator Jan Thijsen wijst er fijntjes op dat in Buren niet alleen het eerste Oranjehuwelijk in Nederland werd gesloten. “Het was ook de enige keer dat een Oranjevorst een Nederlandse vrouw trouwde.”
Wat & Hoe
Vanuit Nieuwegein, station Culemborg en station Tiel rijden bussen (Arriva, lijn 46) naar Buren.
T 0344-57 19 22 of www.museumburenenoranje.nl. Op hetzelfde adres vindt u het kantoor van Toeristen Informatie Buren voor stadswandelingen en andere arrangementen.
T 0344-57 19 22 of www.buren-toeristeninfo.nl
Breda: met recht Oranjestad nummer 1
Een Nassauwandeling door de binnenstad. Daarvoor moet je naar Den Haag, zou je denken, of naar Delft. Mis: het is Breda dat de oudste aanspraken op de titel Oranjestad maakt. En de stad koketteert graag met zijn Oranjeverleden.Nauwelijks hebben we het VVV-kantoor verlaten of gids Lieselot van Bel wijst me op het Baroniemonument, aan de rand van Park Valkenberg. Het park was ooit de kasteeltuin, het monument verbeeldt de hechte band tussen Breda en de familie Van Oranje-Nassau.
Zo heeft Breda de Grote Kerk aan de Nassaus te danken. Kasteelheer Engelbrecht I van Nassau begon in 1410 met de bouw. Met open mond loop ik rond het praalgraf van Engelbrecht II van Nassau (1451-1504), een kolos van marmer en albast. De grafkelders in de kapel zijn verzegeld. “In de loop der eeuwen was onduidelijkheid ontstaan over de vraag wie hier nu bijgezet waren, en waar precies”, aldus Van Bel. “Koningin Wilhelmina liet de ruimte met wichelroedes onderzoeken en zo werden de grafkelders herontdekt.”
Van de Grote Kerk naar het Kasteel van Breda is het maar een paar stappen lopen. Willem van Oranje woonde vanaf 1552 op het Kasteel van Breda, zijn voorouders vestigden zich er al veel eerder. Mijn gids raakt er niet over uitgepraat. Over de list met het turfschip, waarmee prins Maurits de stad op de Spanjaarden veroverde. Over de houten galerij waar Anna haar Willem opwachtte. Over de Nassauzaal met portretten van de Oranjevorsten. Breda mag zich met recht Oranjestad noemen.
Wat & Hoe
De binnenstad van Breda ligt op loopafstand van het station. De Nassauwandeling duurt ongeveer twee uur en kost €7,95 per persoon.
Meer informatie:
T 0900-522 24 44 (€0,25 pm) of www.vvvbreda.nl
Willemstad: letterlijk in de voetsporen
De fraaie ligging, de stadswal, de monumenten: het lijkt of Willemstad voor toeristen is aangelegd. De werkelijkheid is niet zo romantisch. Omdat de Spanjaarden de nabijgelegen stad Steenbergen hadden veroverd, besloot Willem van Oranje in 1583 het dorp Ruigenhil tot een vesting om te bouwen. Dat had alles te maken met de strategische ligging van Ruigenhil aan het Hollands Diep.
Zelf maakte de Vader des Vaderlands de voltooiing van de vestingwerken niet meer mee; in 1584 beroofden de pistoolschoten van Balthasar Gerards hem van het leven. Als eerbetoon verleende prins Maurits de vesting stadsrechten en noemde de kersverse stad naar zijn vader: Willems stad.
Nog altijd staat Willemstad bol van de Oranjesymboliek. Maak maar eens een wandeling over de zeven bastions; ze zijn vernoemd naar de zeven opstandige provincies die vanaf 1588 de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden vormden. En de statige korenmolen bij het bastion Groningen mag dan wit van kleur zijn, hij heet d’Orangemolen.
Als ik de stadswal afdaal, kom ik eigenlijk in het oude Ruigenhil terecht. Toch lieten ook hier de Oranjes sporen na. Prins Maurits financierde hoogstpersoonlijk de bouw van de Koepelkerk, de eerste protestantse kerk van de Lage Landen. Ook liet hij een stadspaleis neerzetten, dat hij als buitenverblijf gebruikte: het Princehof, tegenwoordig het Mauritshuis geheten. Als ik er nu binnen stap om toeristische informatie te vragen, treed ik letterlijk in de voetsporen van prins Maurits.
Wat & Hoe
Vanuit Roosendaal (Veolia, lijn 103) en Oud-Beijerland (Arriva, lijn 169) rijden bussen naar Willemstad.