Hoe oogst je lof? Door familie en vrienden te verrassen met cadeautjes uit eigen tuin. Romke van de Kaa vertelt hoe u dat aanpakt met bijvoorbeeld een fruittuin...
Dé trend van de afgelopen jaren was de leeftuin: een buitenkamer die langzamerhand zo op een binnenkamer is gaan lijken dat de naam tuin er nauwelijks meer op van toepassing is. Een leeftuin is van alle gemakken voorzien. Voorbij is de tijd dat je zelf een barbecue knutselde van bakstenen en een ijzeren roostertje. In de leeftuin bak je de karbonaadjes op een zespits buitenfornuis. En voorbij is ook de tijd dat we bibberend van de kou en met een dikke jas aan het glas hieven op een tuinfeestje waarbij het weer tegen zat. We steken nu gewoon de buitenkachel aan. De moderne tuin draait om comfort en zelfs zonder talenknobbel begrijpen we instinctief wat die modieuze vage term wellness inhoudt.
Tot zover de leeftuin. De geeftuin is iets heel anders. Je kunt er weliswaar ook een tuinfeest in geven, maar in de geeftuin draait het vooral om het weggeven. Om het blij maken van vrienden met een bos zelfgeplukte bloemen of een potje frambozenjam uit eigen tuin. Want dat zijn toch altijd nog de leukste geschenken, niet omdat ze enige waarde vertegenwoordigen, maar omdat iemand er moeite voor heeft gedaan. Met een cadeau uit eigen tuin zit je altijd goed.
Cadeautjes uit de fruittuinHebt u de laatste jaren wel eens een doosje frambozen gekocht? Dan weet u dat de framboos van een tamelijk gewone vrucht is veranderd in een bijna onbetaalbare luxe. Hoe kan het dat iets zo gewoons als een framboos, die iedereen in z’n eigen tuin kan kweken, per kilo vele malen duurder is dan de passievrucht, de mango of de papaya, die met het vliegtuig vanuit de tropen moet worden ingevlogen? Dat heeft te maken met het vermogen tot narijpen.
Veel vruchten kunnen worden vervoerd terwijl ze nog onrijp en dus keihard zijn. Gesmijt op een luchthaven, gehobbel in een vrachtauto: ze hebben er geen last van. Ongebutst arriveren ze in winkels en op markten, waar ze op schappen en in kramen narijpen. En pas daar raken ze beschadigd; niet door het transport, maar door knijpende klanten.
De framboos is anders. Die moet je liefst een uurtje voor het eten plukken, want frambozen die een hele dag in een vergiet op consumptie staan te wachten, zijn vaak in pap veranderd. Reizen kan de framboos al helemaal niet. Net zoals sommige mensen niet goed tegen vervoer kunnen omdat ze snel wagenziek worden, zo zijn er vruchten – zoals de framboos – die alleen met de grootste omzichtigheid getransporteerd kunnen worden omdat schokken en schudden hen in kneusjes verandert.
Je zou dit kunnen ondervangen door die slechte reizigers onrijp te plukken en te vervoeren, maar ook de mogelijkheid tot narijpen is niet iets wat iedere vrucht bezit. Frambozen rijpen niet na en moeten worden gegeten als ze rijp zijn. En zo komt het dat we nog maar zelden fruit kunnen kopen dat werkelijk rijp is. Want ook vruchten die het vermogen hebben om na te rijpen, worden door de winkel niet rijp aangeboden. Zet maar eens een kist met rijpe perziken in de supermarkt: binnen een uur is iedere vrucht beurs geknepen. Iedereen die wel eens fruit koopt, kent de wanhopige zoektocht naar rijpe avocado’s, mango’s, peren en meloenen.
Nee, er zit werkelijk niets anders op. Wie rijp fruit wil, zal het zelf moeten kweken. Met de avocado en de mango zal dat niet lukken, maar gelukkig is er genoeg fruit dat wel geschikt is voor ons klimaat.
• Fruitboom
Een aparte fruittuin zullen de meeste van u er niet op nahouden. Zo’n tuin neemt wel erg veel ruimte in beslag. Maar ook zonder aparte fruittuin valt genoeg fruit te kweken en te oogsten. De meeste tuinen hebben wel ruimte voor een boom. Waarom zou die ene boom een bolcatalpa of een dakplataan moeten zijn? Dat zijn bomen die niet eens bloeien en waar dus in de herfst alleen maar afgevallen blad valt te oogsten. Handiger is het om een fruitboom in uw tuin te planten. Daaronder kunt u net zo goed zitten als onder zo’n modieuze bolboom en bovendien komen er ook nog bloemen en vruchten aan ook.
• Groot fruit
Traditioneel wordt onderscheid gemaakt tussen groot fruit en klein fruit. Groot fruit groeit aan bomen, klein fruit aan struiken. Fruitbomen zijn er in alle soorten en maten. Voor de grootste tuinen zijn er kersen-, peren- en appelbomen. Voor middelgrote tuinen zijn perziken, kwetsen en pruimen geschikt. En in de kleine tuin kun je altijd nog wel een kweepeer, een mispel of een amandelboompje kwijt.
• Klein fruit
Het zal duidelijk zijn dat klein fruit het meest geschikt is voor kleine tuinen.
Onder klein fruit vallen kruisbessen, aalbessen, blauwe bessen, zwarte bessen, frambozen, druiven en vijgen.
Druiven en vijgen worden vaak tegen een muur of een schutting geplant, maar je zou ze ook langs draden of hekjes kunnen leiden om ze zodoende als afscheiding te gebruiken tussen verschillende delen van de tuin. Een druif langs een draad neemt minder ruimte in beslag dan een buxushaagje.
De teelt van aalbessen en zwarte bessen is niet lastig, hoewel de snoei nogal eens tot problemen leidt.
Aalbessen dragen aan spoortjes: kleine korte takjes die jarenlang meegaan. Zwarte bessen dragen aan het tweejarig hout, zodat de struik van tijd tot tijd vernieuwd moet worden. Daarvoor bestaat een aardige truc: pluk de zwarte bessen niet van de struik, maar knip de complete takken weg die bessen dragen. De bessen plukt u dan op uw gemak aan de tuintafel en uw zwarte bessenstruik is meteen goed gesnoeid.
Frambozen zijn er in twee soorten: zomerframbozen en herfstframbozen. Het grote verschil zit hem niet in de smaak, maar in het feit dat in de herfstframbozen geen wurmpjes zitten die welhaast het handelsmerk zijn van de zelfgekweekte, onbespoten framboos. Het frambozenkevertje (waarvan de wurmpjes de larven zijn) kent namelijk maar één generatie, waardoor de herfstframboos aan aantasting ontsnapt.
De snoei van frambozen is eenvoudig en ook door de beginner in vijf minuten te
leren.
Bij zomerframbozen worden alle takken die vruchten gedragen hebben tot aan de grond toe weggesnoeid. Voor de snoei van de herfstframboos zijn al helemaal geen groene vingers nodig, want na de oogst knipt u álle stengels tot aan de grond toe af. Fruit houdt van een zonnige standplaats, maar de framboos is een uitzondering: die gedijt ook op het noorden.
U maakt iedereen blij met fruit uit eigen tuin. En ook buiten het seizoen is de fruittuin een goudmijn voor de schenker. Fruit kan worden verwerkt in jam of gelei en daarnaast kunnen vruchten als pruimen, kersen, aardbeien en frambozen met succes worden ingevroren. Appelmoes waarin een paar kweeperen zijn meegekookt heeft een heel bijzondere smaak en laat zich goed invriezen. Ook voor de amateur-wijnmaker biedt de fruittuin alle kansen. Bedenk wel dat eigengemaakte wijn niet altijd een traktatie is en geef de ontvanger de kans om de drank buiten uw aanwezigheid te proeven.
3 fruittuintips van Romke• Grond
Fruitbomen en ook klein fruit, stellen niet al te veel eisen aan de grond, maar het spreekt vanzelf dat vruchtbare grond meer geschikt is voor de fruitteelt dan dor zand. Wie in ons land om zich heen kijkt, zal zien dat boomgaarden vrijwel steeds op zee- of rivierklei zijn aangeplant of op de vruchtbare lössgronden van Zuid-Limburg. Op zand kom je geen boomgaard tegen. Dat wil niet zeggen dat u op zandgrond geen fruit kunt telen. Met een flinke dosis mest en met een jaarlijkse kalkgift valt er ook op zand wel te oogsten. Alleen blauwe bessen kunnen absoluut niet tegen kalk.
• Onderstam
Gaat u een vruchtboom kopen, informeer dan naar de onderstam. Vruchtbomen zijn altijd op een onderstam geënt en als vuistregel geldt: hoe minder vruchtbaar de grond, hoe sterker groeiend die onderstam moet zijn. Iedere fruitbomenkweker kan u over de verschillende soorten onderstammen inlichten.
• Mini-bomen
Van bijna alle fruitbomen zijn minivormen verkrijgbaar die op balkon en patio in grote potten of kuipen kunnen worden gehuisvest. Daarbij verdient de houten kuip de voorkeur boven de aardewerken pot, omdat die laatste ’s winters kan stukvriezen.