Dagenlang dub je over een moeilijk besluit, en dan opeens wéét je het. Luisteren naar onze intuïtie, dat zouden we vaker moeten doen, vindt psycholoog Ap Dijksterhuis.
Een paar jaar geleden zocht ik een huis. Er was haast bij, want het oude huis was al verkocht. We regelden op een vrijdagmiddag vijf huisbezoeken en ’s avonds zaten we tollend op de bank. Ieder huis had z’n voor- en nadelen. Het ene huis lag aan een te drukke weg, het andere huis was eigenlijk te klein, de derde en vierde waren te duur en de vijfde hoefden we niet eens te bespreken: dat was een krot.
In ons hoofd stuiterde een tombola van vijf huizen en dat ging die zaterdag gewoon door. Wat te kiezen?
Zondagochtend namen we een besluit: vandaag gaan we niet aan huizen denken. Even de zinnen verzetten, anders worden we gek. We schudden het hele huizengedoe van ons af en reden naar het Haags Gemeentemuseum. Maar terwijl we in de foyer zaten, koffie dronken en door de tentoonstellings-catalogus bladerden, keek mijn echtgenoot mij opeens stralend aan en zei: “Ik wéét het. Ik wéét het.”
Dít is mijn thuis
Veel mensen hebben vergelijkbare ervaringen. Je komt een woning binnen en je weet: dít is mijn thuis. Of juist niet. En waarschijnlijk wist je dat al toen je de straat in reed. Zoiets vertel je altijd een beetje half beschaamd, half trots aan anderen. Met ingewikkelde berekeningen en onderzoek? “Juist niet”, betoogt hoogleraar Ap Dijksterhuis. “Nadenken is lang niet altijd goed. Het helpt ons natuurlijk wel bij het nemen van beslissingen, maar heel vaak werkt het ook averechts.” Met dit soort ingewikkelde keuzes, is het juist veel beter om je onbewuste het werk te laten doen. Je intuïtie volgen, dus. En niet de lijstjes op je blaadje papier.
Volgens Ap Dijksterhuis, hoogleraar sociale psychologie aan de Universiteit van Amsterdam, zijn er grofweg drie manieren waarop we een besluit nemen. De snelle manier, waarbij niet of nauwelijks wordt nagedacht. Dan is er de ‘bewuste’ methode, die met veel nadenken en hoofdbrekens gepaard gaat en met lijstjes met voors en tegens. En ten slotte de onbewuste manier waarbij iemand informatie tot zich neemt, er een nachtje over slaapt, of even iets heel anders gaat doen – een puzzeltje oplossen – en daarna een besluit neemt.
Slim slapen
Het onderzoek staat nog in de kinderschoenen, maar sinds kort is het belang van de nacht wél wetenschappelijk aangetoond. Onderzoekers in de VS ontdekten dat informatie anders wordt georganiseerd tijdens je slaap. Je gaat grotere verbanden zien. Bij het ‘nachtje slapen’ speelt tijd een rol, maar slaap ook. Natuurlijk moet je een intuïtief besluit nog wel checken. Of, in geval van een huis kopen, is het raadzaam om ná de intuïtieve keuze voor het huis van je dromen, nog wel even de elementaire dingen te checken. Is de fundering oké? En staan de muren niet bol? Dát is wel weer het moment om het bewuste denken er alsnog even bij te halen.
Eigenlijk stelt ons bewuste denken nauwelijks iets voor, zeker niet bij ingewikkelde besluiten, zegt Dijksterhuis. Zolang het overzichtelijk is, is er niet veel aan de hand. Ons brein is uitermate geschikt om uit te rekenen hoeveel 8 maal 14 is, of om te weten waarom de kussens in de stoel niet wit moeten zijn, of om de trein van 8 uur 54 te halen. Maar veel méér heb je er niet aan en heel vaak werkt het dus zelfs averechts. Dijksterhuis: “Je bewustzijn kan maar één ding tegelijk. Ons bewustzijn kan niet meerdere taken tegelijkertijd uitvoeren, ‘multi-tasking’ is te hoog gegrepen. Terwijl ons onbewuste dat wél kan.
Gaan we tobben?
De hoeveelheid informatie die je hersens bewúst kunnen vasthouden, is daarentegen gering. En de verwerking van die informatie is al helemaal hopeloos in vergelijking met het onbewuste. Zeker als er sprake is van argumenten die tegen elkaar afgewogen moeten worden, is het onbewuste superieur. Is een grote badkamer belangrijk? Of een fijne speelkamer voor de kleinkinderen? Daar kun je weken over blijven tobben als je niet je onbewuste het werk laat doen.
Een ander probleem met bewustzijn is dat het vooral argumenten belangrijk maakt die in taal te vatten zijn. Denk aan de liefde. Natuurlijk kun je niet uitleggen waarom je verliefd bent en stel dat je dat toch gaat proberen, dan kom je al snel terecht in rare ‘theorietjes’. “Ik val nou eenmaal op grote mannen met flaporen.” Het is een armzalige poging om achteraf iets onverklaarbaars alsnog te beredeneren. Alsof de werkelijkheid niet oneindig gecompliceerder is dan dat!
Intuïtie is het resultaat van onbewuste denkprocessen. Soms is intuïtie een diep van binnen opborrelend weten. Soms is het een eureka-moment, een inzicht met het geweld van een donderslag bij heldere hemel.
Een mening in een oogwenk
Eigenlijk, zo betoogt Dijksterhuis, doet het onbewuste ongeveer álles wat psychologisch van belang is en wordt het bewustzijn slechts af en toe geconfronteerd met het eindproduct van die onbewuste processen. Als je iemand ontmoet, vorm je in een oogwenk een mening over die ander. Daar zitten geen bewuste redeneringen bij. Of neem verpleegkundigen en brandweerlieden. Ze hebben in noodsituaties slechts enkele seconden om te handelen. En meestal doen ze dat goed.
Maar hoe boor je die onbewuste kennis aan? Het lastige van het onbewuste is dat er weinig zicht op is of controle over is. “Stel jezelf een doel”, adviseert Dijksterhuis. “Je wilt een vakantiebestemming kiezen: zon en zee of sportief doen in de bergen? Zeg tegen elkaar: ‘Zaterdag komen we erop terug en tot die tijd laten we het rusten.’ Deadlines helpen, blijkt uit onderzoek. Je hebt een lichte druk nodig om het onbewuste aan de praat te krijgen.”
Maar het allerbelangrijkste is toch wel: de tijd nemen. Het is handig om van jezelf te weten wat voor jou het beste werkt. Wanneer heb je de beste ideeën? In bed? In bad? Soms even alleen zijn is essentieel. Wie belangrijke beslissingen moet nemen op basis van veel en complexe informatie, móet tijd inbouwen om te luisteren naar zijn of haar onbewuste.
Wat heb je in huis?
Als intuïtie uiteindelijk ook stoelt op levens-ervaring en kennis, hebben ouderen dan een betere intuïtie dan jongeren? “Absoluut”, zegt Dijksterhuis. “Een zestiger heeft meer in huis dan een twintiger als het over kennis en levenservaring gaat. Een ander voordeel is, dat je meer op je intuïtie durft te vertrouwen naarmate je ouder wordt.
Maar stel dat iemand eigenlijk nooit zo intuïtief was aangelegd? Kun je de kwaliteit van je intuïtie verbeteren? Dijksterhuis: “Dat vind ik lastig. Je kunt wel leren om er meer op te vertrouwen. En je kunt ook je kennis verbeteren. Door meer kennis te hebben in een bepaald domein, vergroot je de kracht van je intuïtie en dat kun je wel heel strategisch doen.”
Deugt dat vriendje?
We zijn niet allemaal zo briljant als Einstein. Dat heeft te maken met zijn intellect, maar ook met zijn onverschrokkenheid. Want angst is een slechte raadgever als het om intuïtie gaat. Terugdeinzen voor je eigen innerlijke weten, want wie ben jij eigenlijk helemaal?
Dijksterhuis gaat nog een stap verder: “Het zou heel goed kunnen dat je door angst niet alleen niet meer durft te vertrouwen op je intuïtie, maar ook dat die onbewuste processen zélf verstoord worden. Dat weten we nog niet zeker, maar diverse wetenschappers hebben dat geopperd. Die zeggen dat heftige emoties het systeem eigenlijk een beetje plat leggen. Dat klinkt plausibel, tenslotte weten we ook dat blijheid ertoe leidt dat informatie uit het onbewuste in het bewuste komt.”
De intuïtie die we hadden over ons huis, heeft ons niet bedrogen. We bivakkeerden weliswaar een paar jaar in een bouwput, maar we twijfelden geen seconde aan ons besluit.