Nederlanders geven gul aan goede doelen: 4,3 miljard euro per jaar. Maar niet ieder goed doel is wat het lijkt. Weet aan wie u geeft.
Een doel, twee collectes
Het is niet verboden om een goed doel op te richten dat lijkt op een bestaand goed doel. Ook mag iedereen geld inzamelen voor een goed doel, zolang maar met dat geld wordt gedaan wat men zegt te gaan doen. De dubbelgangers mogen zelfs ook collecteren in dezelfde collecte-periode als het reguliere goede doel.Dat kan verwarrend zijn voor guller gevers. Iemand wil bijvoorbeeld geld geven aan KWF Kankerbestrijding, maar krijgt een look-alike aan de deur en vergist zich. Van oplichting is geen sprake, maar in feite is het geld wel verkeerd terechtgekomen. Voor alle duidelijkheid: als iemand geld geeft aan een look-alike wil dat niet zeggen dat het weggegooid geld is. Maar het geld wordt mogelijk wel anders besteed dan de gever voor ogen had.
Hoeveel giften ongewild bij 'neppers' terechtkomen is niet bekend. Ruim vier jaar geleden werd het totaalbedrag door het ministerie van VWS geschat op dertig tot vijftig miljoen euro, maar dat cijfer is nooit hard gemaakt. In totaal werd in 2007 circa 4,3 miljard euro ingezameld door goede doelen.
Vaar niet blind op het CBF-keurmerk
Hoe weet je als consument dat je gift goed terechtkomt? Dat zou moeten blijken uit het CBF-keurmerk, maar daar kunt u niet blind op varen. Sommige fondsen voldoen wel aan de normen van het keurmerk, maar steken bijvoorbeeld weinig geld in wetenschappelijk onderzoek en veel in voorlichting en andere activiteiten.Het CBF stelt weliswaar als voorwaarde dat er bij het publiek geen verwarring mag ontstaan met een ander goed doel, maar het keurmerk is geen wettelijke vereiste om geld op te halen. Sterker nog: er zijn veel meer goede doelen zonder dit keurmerk dan met. Medio 2009 hadden 275 goede doelen een CBF-keurmerk. U vindt ze op www.cbf.nl. Deze doelen voldoen aan een aantal criteria. Een belangrijke regel is dat de fondsenwerving gemiddeld niet meer mag kosten dan 25 procent van het opgehaalde geld.
Ook moet het goede doel het ingezamelde geld besteden volgens de eigen doelstelling. Bovendien eist het CBF dat het goede doel een jaarverslag publiceert met een accountantsverklaring. Het keurmerk zegt dus vooral iets over de financiële huishouding. Het CBF controleert niet of de organisatie het geld echt goed besteedt; er gaan geen controleurs naar Afrika om te kijken of waterputten daadwerkelijk geslagen zijn. Sinds afgelopen zomer is er speciaal voor kleine goede doelen een CBF-certificaat. Beginnende fondsen en fondsen die zo klein zijn dat het behalen van een van deze keurmerken geen haalbare kaart is, kunnen een 'verklaring van geen bezwaar' aanvragen bij het CBF. Stel dat een organisatie geen CBF-keur, CBF-certificaat of 'verklaring van geen bezwaar' heeft, dan wil dat niet zeggen dat de organisatie malafide is. Het CBF heeft dan alleen de cijfers van die organisatie niet kunnen beoordelen en kan dus ook geen oordeel vellen.
Wel kan er onduidelijkheid zijn over de besteding van het ingezamelde geld. Fondsenwervende instellingen met een CBF-keur moeten hun jaarverslag volgens een bepaalde richtlijn opstellen. Zo moeten zij onderscheid maken tussen de kosten voor fondsenwerving, voor beheer en administratie, en de kosten om de gelden uit te geven. Wie verschillende jaarverslagen leest, kan de fondsen dus op deze punten met elkaar vergelijken. Fondsenwervers zonder keurmerk hoeven hun jaarverslag niet op deze manier op te stellen en dat laat meer ruimte voor gesjoemel.
Fiscale aftrekbaarheid
Giften kunt u onder voorwaarden aftrekken van de belasting. Een van die voorwaarden is dat de ontvanger van de gift geregistreerd is bij de Belastingdienst als ANBI (Algemeen Nut Beogende Instelling). Let op: dit is geen keurmerk dat het 'goede' in het goede doel garandeert. Veel instellingen zijn als ANBI geregistreerd, bijvoorbeeld ook de agressief wervende ISAO.
Op www.anbi.nl staat een overzicht.
Voor de giftenaftrek gelden een drempel en een maximum. Het bedrag aan giften tussen de drempel en het maximum kunt u aftrekken. De drempel is 1 procent van uw drempelinkomen (het totaal van inkomsten en de meeste aftrekposten), met een minimum van €60. Het maximum is 10 procent van het drempelinkomen. Voor periodieke giften is de aftrek ruimer. Als u minstens vijf jaar ongeveer hetzelfde bedrag gaat geven en dit bij de notaris laat vastleggen, zijn er geen drempel en geen maximum aan de aftrek.