Goedkope merkloze medicijnen rukken op

Het is het gevolg van het voorkeursbeleid van de overheid voor goedkopere geneesmiddelen. Zonder een dergelijk beleid zouden de kosten van geneesmiddelengebruik jaarlijks met 10 procent stijgen.

Op nieuw toegelaten geneesmiddelen zit een patent, dat tot 25 jaar kan doorlopen. Daardoor krijgen de producenten de ruimte om de ontwikkelingskosten terug te verdienen. Na die periode staat het de concurrentie vrij hetzelfde medicijn op de markt te brengen. Ook deze ‘generieke’ medicijnen moeten een toelatingsprocedure door. Omdat deze producenten geen ontwikkelingskosten hebben, liggen de prijzen veel lager dan het oorspronkelijke medicijn.

Veel mensen ergeren zich eraan dat ze ‘ineens’ geneesmiddelen afhalen ‘die er anders uit zien.’  Onder druk van de ziektekostenverzekeraars hameren de apotheken er echter op dat de werking ‘precies hetzelfde’ is. In principe schrijft een huisarts ook alleen maar de werkzame stof op het recept en voegt hij daar niet een merk aan toe.

Het is zelfs mogelijk dat de werkzame stof verschillend is, maar dat deze hetzelfde effect heeft op de aandoening als het merkmedicijn. Volgens een onderzoek van de Consumentenbond heeft een kwart van de gebruikers meer vertrouwen in een merkmiddel, dan in een ‘nagemaakt’ medicijn. Het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen meent dat dat meestal onterecht is. ,,Soms verschillen uiterlijk, reuk of smaak, maar dit 'andere jasje' beïnvloedt de effectiviteit niet. Het middel moet namelijk in zijn geheel, dus met hulpstoffen, bewezen gelijkwaardig zijn aan het origineel en op gelijke manier in het lichaam worden opgenomen”, zegt het instituut.

Niet alle merkmedicijnen zijn even gemakkelijk te vervangen door merkloze. Dat geldt vooral voor geneesmiddelen waarvan de dosering zeer nauw luistert, bijvoorbeeld orale bloedverdunners.

Lees meer in onze special: Zorgverzekering 2012