Vliegangst? Geen talenknobbel? Verknocht aan de Hollandse pot? Dan is een wereldreis in eigen land echt wat voor u.
In de legendarische roman ‘De reis om de wereld in tachtig dagen’ van Jules Verne reist Phileas Fogg in bijna drie maanden rond de wereld. Het verhaal speelt in de negentiende eeuw en Fogg reist met stoomtreinen, stoomboten en zelfs een olifant. Fotograaf Piet Hermans en ik hebben onszelf een scherpere limiet gesteld. We denken dat we de wereld binnen 36 uur kunnen bereizen, met de auto. Voor het gemak halen we de wereld wel wat dichterbij. We bezoeken plaatsen waarvan de naam doet vermoeden dat ze ver weg liggen, maar verlaten Nederland niet. Toch komen we langs plekken als Spitsbergen, Egypte of Sint Maarten. Op maandagochtend om 5:59 uur starten we in het Drentse Amerika. Voilà, de opmerkelijkste plekjes en de leukste ontmoetingen.
Mini-uitvoering
Annie de Lange is burgemeester van Nederland. “De enige gekozen burgemeester van het land”, voegt ze er met een glimlach aan toe. De twintig inwoners van de buurtschap aan de rand van de Weerribben kiezen jaarlijks hun burgemeester. Een gewichtige functie, er hoort zelfs een ambtsketen bij. “Mijn voornaamste taak is het organiseren van het feest waarbij de volgende burgemeester wordt gekozen”, zegt ze. En Annie ontvangt journalisten die Nederland aandoen. Nederland is klein en eigenwijs, dankt zijn naam aan de lage ligging, zuivel is het belangrijkste exportproduct. “Het is eigenlijk net als het grote Nederland”, stelt de burgemeester. Ze wijst op de groene velden, de hoge luchten met echt Hollandse wolken. En trots poseert ze bij het plaatsnaambord met de oranje letters, dat uniek is voor Nederland. Bootjes passeren in de vaart, fietsers stoppen voor een foto bij het plaatsnaambord, de ooievaars verlaten hun nest om wat eetbaars bij elkaar te sprokkelen; het is heerlijk om op zo’n wereldreis eventjes in Nederland te zijn.
Zo oud als Methusalem
De naam van de buurtschap Palestina is zó oud dat niemand met zekerheid kan zeggen wat haar oorsprong is. Heeft hier ooit een klooster gestaan dat vernoemd was naar het heilige land? Of is het een verbastering van Palissaden, de naam van de straat waar de buurtschap aan ligt? Haaks daarop loopt weer de Palestinaweg. Die vormt de overgang tussen het eindeloze weideland van de polder Arkemheen en de oprukkende bebouwing van de buitenwijken van Amersfoort.
Aan de Maas
Volgens Annelies van Eijkeren was Rome, even buiten Rossum, een buurtschap met eigen regels en wetten. “De overheid werd gedoogd, zolang die zich niet te veel met de handel en wandel van de inwoners bemoeide.” Van die inwoners werkten de meesten in de steenfabriek, waar ze naartoe liepen langs een paadje door de uiterwaarden. Niet ver van dat paadje ligt de plek waar de Romeinen zo’n tweeduizend jaar geleden een bevoorradingspost aan de Maas bouwden. “Ze hebben daar onder andere Romeinse tuniekspelden gevonden”, weet Ton, Annelies’ partner. De oorsprong van de naam van Rome is daarmee meteen duidelijk.
In de schuur van het enige buitendijkse huisje heeft Annelies nu een bed and breakfast ‘Op Rome’. “Veel mensen die een voettocht of een fietstocht naar Rome maken, beginnen hier. Dan kunnen ze zeggen dat ze van Rome naar Rome zijn gereisd. Van gasten kregen we zelfs een plaatsnaambord cadeau, hoewel dat hier officieel nooit gestaan heeft.” Annelies en Ton trakteren ons op een heerlijke maaltijd, waarin champignons uit de streek en groenten uit eigen tuin de boventoon voeren. Jammer genoeg is de B&B bezet. Voor een slaapplaats rijden we door naar Californië.
Is hier geschoten?
Dit is de streek waar de band Rowwen Hèze vandaan komt, de Peel. De zanger zingt in het Limburgs en hun nummer ‘Kilomeaters’ klinkt uit de boxen als we de volgende ochtend America binnenrijden. Op het plaatsnaambord is geschoten, zo lijkt het. Of heeft iemand er stenen tegenaan gegooid? Even verder zien we een camperhandel. Mobile homes. Maar daarmee houden de associaties met dat andere America wel op.
Overigens heeft niet een van de plaatsen die we op onze wereldreis aandoen een station. Dat van America is gesloopt en leeft nu voort in de titel van een cd van Rowwen Hèze en in de naam van de plaatselijke kroeg. Die nog dicht is als wij er even na acht uur ’s ochtends langsrijden.
Noem ons maar Turkenaren
Gebroederlijk wapperen de vlaggen van Zeeuws-Vlaanderen en Turkije naast elkaar in de tuin. Naast het raam hangt een bordje ‘Türkiye elcilik’: Turkse ambassade. Achter het raam knipsels uit Turkse en Nederlandse kranten. Cor van Doeselaar en Monique Sturm wonen in Turkeye en dat willen ze weten. De aanbouw van hun huis, geheel ingericht in wit en turkoois (!), staat en hangt vol met dingen die naar Turkije verwijzen. En dat gaat van speldjes en bankbiljetten tot een portret van de Turkse Vader des Vaderlands Atatürk.
Jaarlijks ontvangt het gastvrije stel honderden bezoekers die nieuwsgierig zijn naar de buurtschap Turkeye. Drie gevulde gastenboeken getuigen daarvan. Het begon met de Turkse zanger Baris Manço en na hem kwamen Turkse kranten en televisiestations en touringcars vol Turken en Turkse Nederlanders. Monique werd op vakantie in Turkije zelfs herkend van televisie.
Turkeye dankt zijn naam aan een fort dat onderdeel was van de Staats-Spaanse linies, in de Tachtigjarige Oorlog. In 1604 hielpen opstandige Turkse galeislaven de Spanjaarden uit Sluis te verdrijven. Uit erkentelijkheid gaf prins Maurits twee forten de namen Constantinopel en Klein Turkeye. Bij het laatste fort ontstond een buurtschap.
Nu zijn de meeste van de kleine arbeiderswoningen in Turkeye in gebruik als vakantiehuisjes. Ongeveer tien mensen wonen er permanent. Turken? “Noem ons maar Turkenaren”, zegt Monique.
Heilige grond
In 1493 zette Columbus op 11 november voet aan wal op een Caribisch eiland. Het was de naamdag van de heilige Martinus en daarom gaf hij het de naam Sint-Maarten. De noordelijke helft van het eiland valt onder Frans bestuur. De zuidelijke helft hoorde eeuwenlang bij Nederland, maar is sinds 2010 een zelfstandig land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Het dorpje Sint Maarten in West-Friesland lag ooit aan zee en is vernoemd naar dezelfde heilige.
De groeten!
Met zo’n 180 inwoners is Zurich een van de grotere plaatsen die we op onze wereldreis aandoen. Na een tocht over de Afsluitdijk rijden we er om drie minuten voor zes binnen. Even voorbij het plaatsnaambord zien we een uithangbord met Zimmer Frei. Een eindje verder hangt de Zwitserse vlag prominent aan de gevel van Hotel De Steenen Man. De trema op de ‘u’ mag dan ontbreken, de naam levert het dorp veel bezoekers op. “Er komen heel veel Zwitsers en dan hoofdzakelijk uit Zürich”, vertelt Alie Pollema. “Ze sturen bijna allemaal een kaartje naar huis met ‘Groeten uit Zurich’ erop.” Met haar man Johan verkoopt ze hengelsportbenodigdheden en souvenirs. Hun hemelsblauw geverfde winkeltje is een van de opvallendste panden in het dorp, en niet alleen vanwege de glazen voorbouw in de vorm van een gekantelde kubus. Boven in de gevel prijkt het opschrift ‘Zuricher Zandbank’.
Met een knipoog naar het Zwitser se bankwezen heeft Johan drie bankbiljetten ontworpen. Ze verwijzen naar de namen van zijn grootouders en zijn uitgegeven door de plaatselijke Zandbank. Bij de winkel staat bovendien een rood geschilderde Zuricher bank, gewoon om op te zitten. Het leukst is misschien wel het bord op de zijgevel. Een collage toont brieven die in Zwitserland terechtkwamen, maar bestemd waren voor het kleine Zurich aan de kop van de Afsluitdijk.
Missie geslaagd: in 36 uur hebben we een wereldreis gemaakt. Een ontdekkingsreis van 1315 kilometer door eigen land langs letterlijk vergezochte plaatsnamen. We dachten Nederland aardig te kennen, maar er blijken nog een heleboel goed verscholen gehuchten, buurtschappen en dorpen te liggen. Onze wereldreis heeft ons eens te meer laten zien hoe ontzettend mooi en veelzijdig Nederland is. Wat ons betreft, hoef je de grens niet meer over.
Lees ook:
- Belevingsreis Santiago de Compostela
- Het is maar een spelletje?
- Hoogtepunten van tophotels in Turkije
- Duitse kerst is vol tradities
- Plus Magazine