Dit is niet het Frankrijk van lavendelvelden, rotsachtige kusten of uitgestrekte wijngaarden. De Jura is een ruw gebergte, maar wel goed te doorkruisen voor sportievelingen.
De vinger van Bruno Ladet glijdt langzaam over de toeristische kaart van de Jura. Hij wijst naar een rode lijn in het Forêt du Massacre.
“Hier ga ik morgen aan de slag. In de zomer ben ik vrijwel permanent bezig. Ik plaats informatieborden, sla palen en bevestig routebordjes.
Soms ga ik een hele dag op stap met een pot rode verf, een pot witte verf en een kwast om de markeringen van de GR-wandelroutes te onderhouden. Op zo’n dag werk ik een kilometer of vier af.”
De wirwar van gekleurde lijntjes op de kaart doet aan een metro-plattegrond denken, maar op deze kaart geeft elke lijn een route aan. Routes voor fietsers en wandelaars, voor mountainbikers, ruiters en langlaufers; de Jura bedient hen allemaal.
De Grote Oversteek
Hij heeft het mooiste beroep ter wereld. Namens veertig gemeenten in het oostelijke deel van de Jura onderhoudt hij routes door de bergen. Hij heeft ruim 1200 kilometer onder zijn hoede. Toch is dat maar een fractie van alle routes in het Jura-gebergte.
Ik spreek Bruno in de gîte die hij met zijn vrouw Karine runt, in het bergdorpje Lajoux. Een dag eerder ben ik er per mountainbike aangekomen, na een verrukkelijke rit door de Haut-Jura. Ik hoefde maar de bordjes te volgen waarvan ik nu weet dat Bruno ze voor me heeft neergezet.
GTJ waren de letters die ik in de gaten moest houden. Ze staan voor Grande Traversée du Jura, de lange-afstandsroutes die van noord naar zuid door het gebergte lopen. De Grote Oversteek, om het maar even vrij te vertalen. De GTJ vormt de ruggengraat van het fijnmazige netwerk van routes dat de Jura omspant. Ik volg de variant voor mountainbikers, die in dit deel van de Jura vaak dezelfde route volgen als de wandelaars. Op een aantal punten kan ik zelfs kiezen voor een light-variant, om de pittigste onverharde passages heen, over dezelfde asfaltwegen waarlangs de toerfietsers hun GTJ rijden.
Weelde aan orchideeën
Dit is niet het Frankrijk van de lavendelvelden, de rotsachtige kusten of de uitgestrekte wijngaarden. De Jura is ruig, kleinschalig, onmiskenbaar Frans, maar met een vleugje Zwitserland. In dit voorgebergte van de Alpen stofferen sparrenbossen de hellingen. De bewoners bewerken het hout, bouwen er huizen mee en maken houten meubelen en speelgoed. Ze leven van de veeteelt of van het toerisme. Elk dorp heeft een kleine skilift, bij de hellingen waar de kinderen in de winter leren skiën. Langlaufski’s zijn een gangbaar vervoermiddel. Wanneer de sneeuw smelt, komen de wandelschoenen en mountainbikes tevoorschijn.
En de bloemen. Eerst kleine voorjaarsbloempjes als de blauwe gentiaan en het bergklokje, later volgen de grote gele gentiaan, wilde ranonkel en talloze andere soorten. Totdat de bermen een feest van kleur zijn. Het meest onverwacht is de weelde aan orchideeën. Meer dan vijftien soorten komen in de Jura voor. En ik hoef er niet naar op zoek. Ze staan met tientallen bij elkaar langs de weg, maken dat ik mijn pedalen vergeet. Geuren en kleuren, puur en ongerept, de Jura verrast me aangenaam.
Lasagne met Bleu de Gex
Datzelfde overkwam Evert en Jacqueline Veerman uit Purmer, die hun eigen Grote Oversteek rijden. Ook zij zijn beland in de gîte van Bruno en Karine, we treffen elkaar bij het avondeten. “Dat vind ik zo leuk aan de gîtes”, zegt Evert (60). “Je komt nog eens andere fietsers tegen. Je schuift aan dezelfde tafel aan en kunt ervaringen uitwisselen.”
Hij bestelt een fles streekwijn, al hebben we die niet nodig om de tongen los te maken. Ze hebben er een dagtocht van honderd kilometer opzitten, inclusief het onvermijdelijke klimmen en dalen. “Heerlijk”, vindt Evert. “Rustige wegen, die afwisseling van sparrenbossen en bergweiden, af en toe een dorpje, mooie vergezichten, het doet me goed.”
Jacqueline (45) verbaast zich over de weilanden vol bloemen en kruiden. “De koeien lopen gewoon los en kunnen zo’n beetje grazen waar ze willen. Dat kan niet anders dan heerlijke melk opleveren. We passeerden onderweg een kaasmakerij, daar maken ze vast de lekkerste kazen.” Ze heeft het nauwelijks gezegd of Karine komt de keuken uit met een schaal lasagne met Bleu de Gex. De zachte blauwe kaas is een van de specialiteiten van de streek. “Er zijn nog maar vier kaasmakerijen die Bleu de Gex produceren”, weet ze. “Afgezien van een enkel speciaalzaakje in Parijs, is deze kaas alleen hier in de omgeving te krijgen.” Karine weet wat fietsers nodig hebben: er blijft geen kruimel van de lasagne over.
Een ezel draagt je bagage
De volgende ochtend wijst Bruno me voor het begin van mijn volgende etappe op de mooie plekjes onderweg. Bij de Borne au Lion is bijvoorbeeld een mooi uitzichtpunt. De grenssteen dateert van de 17de eeuw. Net als Nederland hoorde de Jura toen tot het Spaanse rijk. Even eerder passeer ik een boerderij die als uitvalsbasis dient voor ezeltochten door het gebergte.
Een goed idee voor een volgend bezoek; zelf wandelen en een ezel mijn bagage laten dragen. Want dat volgende bezoek, dat komt er. De geuren en de kleuren van de Jura hebben me betoverd. En dan gaat er ook een gids mee waarin alle bloemensoorten staan die in de Jura voorkomen.