Stroomstoot kan levens redden

Een Automatische Externe Defibrillator kan een hart weer laten pompen na een hartstilstand of -infarct. Toch hebben weinig mensen zelf een AED, terwijl het de overlevingskans vergroot.

Schokkende ingreep
17 procent overleeft

In NS-stations, supermarkten, vliegvelden, winkelcentra, cafés en restaurants hangt een AED. Zo’n Automatische Externe Defibrillator kan het hart weer op gang brengen bij een hartstilstand of -infarct. Hoewel zo’n incident zich meestal thuis voordoet, hebben maar weinig mensen zelf zo’n apparaat.

De AED’s hebben een stormachtige opkomst doorgemaakt, vertelt Jocelyn Berdowski, onderzoeker in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Rond 2000 werd de defibrillator uit het ziekenhuis gehaald en als proef geïnstalleerd op een aantal politie- en brandweerauto’s, die vaak sneller ter plaatse zijn dan ambulances. Uit die proef bleek: hoe sneller het apparaat werd ingezet bij een acuut verstoord hartritme, hoe groter de overlevingskans. Berdowksi onderzoekt hoeveel AED’s er buiten het
medisch circuit hangen.

Schokkende ingreep

Een AED is een kastje dat een elektrische schok toedient aan een persoon wiens hart niet meer efficiënt pompt. Aan het kastje zitten twee elektroden die op de borstkas geplakt worden. Via die plakkers analyseert de AED of het hartritme zodanig verstoord is dat een schok moet worden toegediend. De stroomstoot gaat ook door die plakkers.

Er zijn twee (beangstigende) situaties waarin een AED kan worden ingezet. De eerste is als de patiënt een plotselinge ‘hartstilstand’ heeft en opeens in elkaar zakt. De persoon is bewusteloos en ademt niet normaal; het hartritme is waarschijnlijk verstoord. Het hart staat niet letterlijk stil maar ‘fibrilleert’: de hartcellen trekken niet meer netjes tegelijkertijd samen maar werken langs elkaar heen in een chaotisch ritme. Een schok kan dat ritme herstellen.

In het tweede geval klaagt de patiënt over ‘pijn op de borst’, dat eigenlijk een zwaar drukkend gevoel op de borst is, soms met uitstraling naar andere lichaamsdelen. Dan is mogelijk sprake van een hartinfarct dat kan overgaan in een verstoord hartritme. Toediening van een schok kan dit herstellen.

Wanneer iemand acute hartproblemen heeft, is het belangrijk dat omstanders direct het alarmnummer 112 bellen en melden dat waarschijnlijk sprake is van een hartstilstand. Vervolgens moeten zij de AED aansluiten, die hopelijk in de buurt hangt, en luisteren naar de commando’s. Het apparaat loodst de gebruiker door de reanimatie heen en kondigt bijvoorbeeld aan: ‘nu moet u op de schokknop drukken’ of ‘nu moet u beginnen met hartmassage’.

17 procent overleeft

Patiënten met een acuut verstoord hartritme die geen hulp krijgen, overlijden. Wordt wel hulp verleend door AED, hartmassage en mond-op-mond beademing te geven, dan overleeft gemiddeld 17 procent. Als je alleen kijkt naar de groep wie bij getrainde leken in eerste instantie AED hebben toegepast, dan is dat percentage 25 procent. Hoe sneller de AED wordt gebruikt; hoe beter het is. Binnen twee minuten nadat 112 is gebeld is de kans op overleven 75 procent, maar zo snel kan hulp meestal niet worden verleend, hooguit wanneer bijvoorbeeld al een ambulance klaarstaat bij een groot evenement. Met het tikken van de klok dalen de kansen vrij snel; iedere minuut telt. Zo is de overlevingskans 50 procent wanneer een schok binnen zes minuten wordt toegediend, en 36 procent als dat binnen tien minuten gebeurt.

Mensen die op enigerlei wijze zijn gereanimeerd na een ‘hartstilstand’, met massage, of met een AED, of door ambulancepersoneel, en daar levend uit zijn gekomen, hebben grote kans om goed te herstellen. Bijna 90 procent functioneert bij ontslag uit het ziekenhuis ‘neurologisch goed’: zij zijn lichamelijk zelfstandig en kunnen weer goed nadenken. Hooguit hebben ze last van een geringe stoornis in het bewustzijn of het algemeen functioneren. Na een half jaar is deze groep doorgaans weer de oude. “Wie er goed doorheen komt, knapt in de loop van de tijd verder op”, zegt AMC-onderzoeker Berdowski. Bij circa 10 procent zijn de neurologische afwijkingen veel ernstiger. “Bij sommigen van hen vraag ik me wel eens of het voor hen niet beter was geweest als de poging tot reanimatie niet was gedaan,” aldus Berdowski.
Meer informatie: www.6minuten.nl.

Hebt u ervaringen met reanimatie; als patiënt, hulpverlener of omstander? Binnenkort komen we terug op het onderwerp. We horen uw ervaringen graag! Schrijf naar redactie Plus Magazine, Postbus 44, 3740 AA Baarn of naar gezondheid@plusmagazine.nl.

Auteur 
Bron 
  • Plus Magazine