Uitgesproken: wat is mijn huis waard?

Het is een prachtig huis, eigenlijk meer een woonboerderij, in de polders bij Gouda. De huidige eigenaar kocht het tien jaar geleden voor 1,3 miljoen euro. Het onroerend goed werd alsmaar duurder, hij dacht een goede deal gemaakt te hebben. Het perceel bedroeg maar liefst 10.000 m2, de inhoud van de woning 1300 vierkante meter, inclusief drie dakkapellen en telde daarnaast nog een garage, berging en een paardenbak maakte het riante plaatje compleet.

De taxateur van de gemeente Gouda dacht daar in grote lijnen ook zo over. Na de opstallen bekeken en beklopt te hebben, stelde hij in 2008 de WOZ-waarde vast op 1.054.000 euro. Dat leek redelijk, meer dan twee ton onder de aankoopwaarde uit 2000, maar de eigenaar dacht daar toch heel anders over. Hij had meer een bedrag van 750.000 euro in z’n hoofd, want bij nader inzien waren er toch wat omgevingsfactoren die zijn levensvreugde ernstig beperkten.  Hij maakte eerst bezwaar bij zijn gemeente en toen hij daar geen gehoor kreeg, stapte hij naar de rechtbank. Maar ook daar kreeg hij nul op rekest.

Nu staat hij in hoger beroep voor het Gerechtshof in Den Haag nòg een keer uit te leggen waarom z’n woning al lang geen miljoen euro meer waard is. Hij vertelt over het stinkende melkveebedrijf van z’n buurman, over het nabijgelegen sportpark, waar jongeren vooral ’s avonds en in het weekeinde lawaai maken. Over het hinderlijke geronk van het naburige motorcrossterrein. En dan is er nog de provinciale verplichting om z’n woekerdistels te verwijderen. Kost ook geld. Als klap op de vuurpijl wijst hij op een referentiepand in de buurt, dat slechts een WOZ-waarde van 829.000 euro had gekregen.

Dat de eigenaar tot en met het Gerechtshof probeert de WOZ-waarde van z’n eigendom te temperen ligt voor de hand. Het bedrag heeft directe invloed op de inkomstenbelasting, OZB-tarief, Waterschapslasten en vermogensrendementsheffing. Met een duur huis, loont bezwaar maken des te meer.

Maar het Hof toont geen begrip. Het crossterrein is geen waardedrukkend element, omdat het op 500 meter van de woning ligt en de schade door het sportpark, op een afstand van 280 meter, valt wel mee. De planschade daarvoor was eerder vastgesteld op slechts 12.000 euro. Die had de klager toch geaccepteerd? De melkveebuurman mag dan soms wat stinken, maar dat deed hij toch ook al in 2000, toen hij zijn woning kocht? Zo hamert het Hof alle argumenten om tot een lagere WOZ-waarde te komen van tafel en veroordeelt de man tot het wonen in een duur huis dat meer waard is dan hij zelf wil zien.