Jessica Gal, sportarts en voormalig topjudoka, over het nut van sporten met een apparaatje.
Wat is het nut van een hartslagmeter?
“Door je hartslag te meten, kun je nagaan hoe intensief je beweegt, en dus ook hoeveel effect een training heeft. Heel rustige bewegingen zijn wel goed voor het lichaam, maar een hartslag van 90 bij een 50-jarige is meestal te laag om een trainingseffect te verwachten. Het lichaam krijgt dan geen prikkel om de conditie te verbeteren. Hoe sneller je fietst of loopt, hoe meer je conditie vooruitgaat, als je tenminste niet zo hard gaat dat je jezelf uitput. Bij trainingen met een hogere hartslag moeten hart, longen en spieren beter werken. Op den duur word je dan minder moe van die training op dezelfde snelheid.”
Hoe weet je welke hartslag goed is om op te trainen bij een duurprestatie “Voor het verbeteren van een duurprestatie, zoals een marathon, is een hartslag tussen de 60 en 80 procent van de maximale hartslag goed. Die maximale hartslag kun je schatten door je leeftijd af te trekken van 220. Maar omdat de werkelijke score van persoon tot persoon verschilt, is het beter om het een keer echt goed te meten, bijvoorbeeld bij een sportmedisch centrum. Je kunt het ook zelf doen, door je heel erg in te spannen en dan te meten hoe hoog je hartslag is.”
Marathonlopers gebruiken de hartslagmeter om niet te ‘verzuren’. Hoe werkt dat?
“Zolang je onder de hartslaggrens van verzuren blijft, kun je uren doorgaan. Maar ga je erboven, dan voelen de spieren ‘zwaar’ en raak je in korte tijd afgemat. Die grens kun je met een inspanningstest bepalen bij een sportmedisch centrum. Je kunt het ook schatten: 80 à 90 procent van de maximale hartslag is je hartslaggrens van verzuren.”
Wat heb je aan een down-loadfunctie?
“Een gewoon hartslaghorloge geeft na het sporten alleen de maximaal gemeten hartslag en de gemiddelde hartslag, bijvoorbeeld 150. Met een geavanceerder apparaatje kun je alle gegevens naar je computer downloaden en het verloop van de hele training zien. Dan blijkt bijvoorbeeld dat je hartslag gemiddeld 150 was, maar dat je tien minuten een hartslag van 130 had en tien minuten op eentje van 170 zat.”
Wat kun je met een GPS?
“Daarmee kun je nagaan welke route je hebt afgelegd en soms ook met welke snelheden dat ging. Je krijgt zo inzicht in de trainingsbelasting en dus in het effect op je conditie. Wanneer je heel veel routepunten ingeeft, kun je er redelijk op fietsen. Maar de lastige keuzemomenten blijven. Moet je bijvoorbeeld de parallelweg of de hoofdbaan nemen?
Als je een hartslagmeter aan de GPS koppelt, krijg je meer inzicht in hoe je tijdens de route hebt getraind; hoe ging het bijvoorbeeld op het rechte stuk tegen de wind in? Met een GPS kun je ook ‘fouten’ in de registratie van de hartslag ontdekken. Als je bijvoorbeeld lang moet stilstaan bij een stoplicht, daalt de hartslag snel. De gemiddelde hartslag gaat dan omlaag. Dat geeft zonder GPS een vertekend beeld.”
Wat heb je aan een stappen-teller?
“Stappentellers zijn ontworpen om te kijken of mensen genoeg bewegen, dat wil zeggen: minstens 10.000 stappen per dag zetten. De een blijkt veel minder stappen te zetten dan hij dacht, de ander meer. Eigenlijk is het voor iedereen handig om zo’n apparaatje eens een paar dagen te dragen. Tijdens het sporten kun je hem ook gebruiken om te zien hoeveel kilometer je hebt gelopen.”
LEES OOK: Vijf Pluslezers spelen met zo'n gadget