U bent op vakantie en wilt een avontuurlijke skitocht maken. Maar waar moet u dan op letten? Wij hebben de regels voor u op een rijtje gezet.
Deze regels zijn opgesteld door de FIS: Federation Internationale du Ski - de internationaal overkoepelende sportbond voor alpijnse en noordse skisporten.
- Iedere skier moet zich zo gedragen, dat hij een ander niet in gevaar brengt of schade berokkent.
- Iedere skier moet te allen tijde op tijd kunnen stoppen of uitwijken. Hij moet zijn snelheid en wijze van skien aanpassen aan zijn skivaardigheid, de conditie van de piste, de sneeuw- en weersomstandigheden, alsook aan de drukte op de piste.
- De van achteren komende skier moet zijn skispoor zo kiezen, dat hij skiers voor zich niet in gevaar brengt.
- Inhalen mag van boven of van beneden en van rechts of van links, mits op zodanige afstand dat de ingehaalde op geen enkele wijze in zijn bewegingen wordt belemmerd.
- Iedere skier die zich (weer) op een piste wil begeven of na een stop verder wil skien, moet zich ervan vergewissen dat hij dit zonder gevaar voor hemzelf of voor anderen boven of onder hem kan doen.
- Iedere skier moet vermijden om zich zonder noodzaak op smalle of onoverzichtelijke plaatsen op de piste op te houden. Een ten val gekomen skier dient een dergelijke plek zo snel mogelijk weer vrij te maken.
- Een skier die klimt of te voet afdaalt, mag dit alleen aan de zijkant van de piste doen.
- Iedere skier dient de markeringen en de borden in acht te nemen.
- Bij een ongeval is iedereen verplicht hulp te verlenen.
- Iedereen, getuige of betrokkene, verantwoordelijk of niet, moet bij een ongeval zijn identiteit bekendmaken