Zit er nog leven in Venetië? Deel 2

De vijftien miljoen toeristen die de stad jaarlijks bezoeken verstikken de stegen, de kaden, de bruggen, de kanalen. Vooral in juli en augustus is de smalle straat van Rialto naar San Marco een heet worstvel waardoorheen zich mensenvlees perst.

Lees ook:
Zit er nog leven in Venetië? Deel 1

Missing media-item.We naderen. Het panorama van het dogenpaleis, de Piazzetta, de Campanile en de grijze koepels van San Marco ontvouwt zich voor ons. We varen zo dicht mogelijk langs de Riva degli Schiavoni, te midden van een woelige hoeveelheid boten en bootjes. Venetianen weten wat varen is. Wees altijd duidelijk over de koers die u kiest en u heeft nergens last van. Ga zeker niet te dicht langs de haltes waar de vaporetto stopt. Het Canal Grande is uiteraard verboden voor pleziervaart. Een deel van het dogenpaleis staat in de steigers. Er hangen enorme, lelijke reclamedoeken overheen. Zo wordt de restauratie betaald.

Ten noordoosten van Venetië liggen drie eilanden die meestal in één adem worden genoemd: Murano, het eiland van het glas, Burano, het eiland van het kant, en Torcello, het stille eiland met de fraaie oude kerk de Santa Maria Assunta en het beroemde restaurant Locanda Cipriani, waar het heerlijk buiten lunchen is. Torcello is ons doel. Tegen de avond leggen we aan in een stille kreek, glas wijn en een eenvoudige pastamaaltijd aan boord. Slapen onder een bijna volle maan.

Voordat de toeristen komen – gelukkig in aanvaardbare groepjes – bezoeken we de kerk. Het is de oudste kerk in de lagune, gebouwd in een tijd dat Torcello het dichtstbevolkte eiland was met 10.000 inwoners, terwijl er nu niet meer dan een handvol woont. De vroegste delen van de kerk dateren uit de zevende eeuw. De stoere eenvoud van de vroege Middeleeuwen geeft rust. De mozaïeken en iconen schitteren van het goud. Op de achtergrond brengt zacht gregoriaans gezang de eeuwigheid naderbij, een tijdloze ervaring in de vroege, zonnige ochtend.  

Missing media-item.De eilanden en steden bloeiden dankzij het water, het kalme water van de lagune, waar de handelsvloot een veilige haven vond, een handelsvloot die de Middellandse Zee beheerste. Vanaf Torcello varen we met een ruime bocht naar La Certosa, een klein agrarisch eiland, iets dichter bij Venetië. Een eenvoudig hotel, een restaurant, een kapelletje, een paar huizen. Geen wegen. Dat is het. Langs het kanaal dat het eilandje doorsnijdt, is plaats voor wat boten, die daar idyllisch in het stille groen liggen.

De vaporetto doet eens in het halfuur het eiland aan. Met twintig minuten staan we op de Fondamenta Nove, aan de noordkant van Venetië. We hebben uitzicht op het ommuurde San Michele, het eiland van de doden. Daar liggen veel Venetianen begraven. Er is ook het graf te vinden van Tine Douwes Dekker van Wijnbergen, de eerste vrouw van Multatuli. Toen ik daar jaren geleden kwam, was het graf nogal verwaarloosd. Ik fatsoeneerde het wat, wiedde het onkruid en nam wat stoffige kunstbloemen weg bij een ander graf om ze aan Tine te geven. Inmiddels is het graf in goede staat van onderhoud gebracht.

Missing media-item.Vanaf de Fondamenta Nove vertrekken vaporetti naar andere delen van de stad, handig en snel. Maar u kunt ook gaan lopen, eindeloos zwerven door de stad zonder auto’s en brommers, een stad waar iedereen te voet gaat. Liefst met een goede plattegrond in de hand, want Venetië is een labyrint. Van dat labyrintische karakter maken de weinige autochtone Venetianen graag gebruik. Ze duiken in een onderdoorgang, een sottoportega, en komen terecht in een geheim stelsel van onaanzienlijke stegen en gangen. Zo kunnen ze met een omweg hun doel bereiken, niet gehinderd door de traag flanerende stroom toeristen. 

Doordat de bewoners vertrekken, gaan ook de gewone winkeltjes weg en wordt iedere lege plek ingenomen door een negotie gericht op toeristen. Woonhuizen worden hotels of appartementen voor de verhuur. Het is niet makkelijk een buurt te vinden waar nog volop wordt gewoond.

Missing media-item.Een ervan is het Getto, de oude Jodenbuurt. Eeuwen geleden, toen Venetië op het toppunt van haar macht was, werd de Joodse gemeenschap op een paar eilanden samengebracht. De buurt, die vlak bij een oude ijzergieterij lag was makkelijk af te sluiten. Sindsdien heten buurten waar Joden al dan niet gedwongen samenwoonden een getto. Vermenging met de christenen was niet wenselijk, maar niettemin waren de activiteiten van de Joden voor de stad van grote waarde. Nog steeds woont er een Joodse gemeenschap. En midden in de wijk is een plein waar aan het eind van de middag alle kinderen uit de buurt komen spelen.

Andere favoriete buurten hebben ook een plein als centrum, bijvoorbeeld de Campo San Polo, of de Campo San Margarita. En kerken, kerken zijn er overal en ze staan allemaal open. Barok of sober, kaal of vol ornamenten, goed onderhouden of ten prooi aan licht verval. Het is niet moeilijk ter zijde van de belangrijke toeristenwegen hier en daar het oude Venetië te hervinden, het stille Venetië en het Venetië van Casanova, van hoeren en vreemdelingen, van zeelieden en sultans, van kunst en muziek.

Als we de stad voldoende eer hebben bewezen varen we naar de rivier Brenta, die in de lagune uitmondt. Het was voor de rijke Venetianen in de achttiende eeuw wat de Vecht was voor Amsterdam. Men ontvluchtte de drukte en de stank van de stad. Langs de rivier bouwden beroemde architecten als Palladio paleizen voor de rijke families. Het is maar een smal stroompje, en ook niet al te diep.

Missing media-item.Het landschap doet Nederlands aan: bouwland met rijen bomen, boerderijen, dorpjes. Hier en daar liggen langs de route de villa’s, sommige in verval, andere gerestaureerd. De buitenhuizen aan de Vecht steken er zeker niet slecht bij af, en de Vecht is als rivier bepaald indrukwekkender dan de Brenta. De grote Villa Pisani is een van de parels aan de kroon. Immens, klassiek, met een fraaie tuin. Maar helaas hebben de Italianen met een soort onverschilligheid voor de overvloed aan schoonheid betrekkelijk weinig gedaan om het interieur van het palazzo enigszins aantrekkelijk te maken voor bezoekers.

Er varen weinig boten op de Brenta. Het voordeel is dat de dorpjes waar we aanleggen, zoals Dolo of Mira, een authentieke indruk maken. In de restaurants vindt men vooral Italianen. Ook als we weer terug zijn in Chioggia is duidelijk dat Venetië het brandpunt is van het toerisme in de lagune, maar dat de periferie zich in de luwte van la Serenissima op normale wijze heeft kunnen handhaven en ontwikkelen. Venetië is een roes. De lagune eromheen spiegelt de werkelijkheid. Zodra we terug zijn in de thuishaven begint het weer te regenen.

Lees ook:

Bron 
  • Plus Magazine