Praktische tips voor Parkinsonpatiënten
Bij de ziekte van Parkinson kan eten en drinken op den duur moeizamer gaan door trillen en slikproblemen. Maar ook het medicijngebruik kan gevolgen hebben voor de opname van voedingsstoffen. Wij zetten een aantal praktische tips op een rij.
De ziekte van Parkinson gaat gepaard met een aantal vervelende symptomen, zoals trillen en beven. Maar ook door de bijbehorende medicatie kunnen klachten ontstaan. Denk aan verminderde eetlust, kauw- en slikproblemen, misselijkheid, obstipatie en gewichtsverlies. [ITEMADVERTORIAL]
Afvallen
Sommige mensen komen aan omdat ze minder actief zijn door hun bewegingsproblemen. Overgewicht zorgt weer voor spanning op de gewrichten, waardoor bewegen moeilijker wordt en de gevolgen van de ziekte verergeren. Meestal vallen mensen met Parkinson echter af omdat ze minder trek hebben, moeilijkheden hebben bij eten, een hoog energieverbruik hebben of doordat het lichaam minder voedingsstoffen opneemt.
Levodopa
Bij de ziekte van Parkinson is er een tekort aan dopamine in de hersenen. Parkinson patiënten krijgen daarom vaak levodopa voorgeschreven; dit is een stof die in het lichaam omgezet wordt in dopamine. Het tekort aan dopamine in de hersenen wordt op deze manier aangevuld. Als iemand met Parkinson levodopa voorgeschreven heeft gekregen, zal de dokter daarbij instructies hebben gegeven over hoe dit medicijn moet worden ingenomen.
Eiwitten
Eiwitten kunnen de opname van levodopa in het lichaam en de hersenen namelijk verstoren en daardoor de effectiviteit verminderen. Weglaten is echter onverstandig want uw lichaam heeft het nodig om weefsel te repareren en het immuunsysteem op te bouwen. Een veelgehoord advies aan mensen met Parkinson is de normale dagelijkse hoeveelheid proteïne in één maaltijd aan het einde van de dag te nemen.
De rest van de voedselopname moet dan bestaan uit voedingsmiddelen met weinig eiwitten zoals brood en granen, groente en fruit, heldere of groentensoepen (zonder room, linzen of erwten), smeerbaar broodbeleg (honing, jam) en - met mate - snoep. Overleg in ieder geval altijd met uw parkinsonverpleegkundige, neuroloog of diëtist voordat u uw voedingspatroon omgooit.
Voedingstips bij levodopa
- Neem levodopa (met eventuele overige parkinsonmedicatie) minimaal een uur vóór of een uur na de maaltijd in, bij voorkeur met water. Inname met thee, koffie zonder melk, tomatensap, bouillon en groentesap is ook goed.
- Inname van levodopa met vruchtensap is niet aan te raden, omdat dit de tableten sneller oplost (tenzij dit juist door de neuroloog geadviseerd wordt).
- Onschuldige eiwitarme tussendoortjes zijn fruit, geweekte zuidvruchten, crackers en ontbijtkoek.
- Voorbeelden van eiwitrijke producten die u beter niet gelijktijdig met uw medicijnen kunt innemen zijn: vlees, ei, kaas, melk, yoghurt, karnemelk, chocolademeld, pindakaas, vis, kip, kalkoen, nootjes en peulvruchten.
- Eiwitten zijn belangrijke en noodzakelijke voedingsstoffen; het is daarom niet aan te bevelen om bij de maaltijd alle eiwitten weg te laten.
Andere tips
Verstopping?
Veel drinken (8 -10 glazen water per dag) is een essentieel onderdeel van een gezond dieet en helpt bij het verminderen van verstopping. Eet op vaste tijden, drink veel en sport regelmatig.
Droge mond?
Drink meer, neem vaak kleine slokjes water, zuig op een stukje ijs of gebruik een mondspray of mondspoeling. Ook op een snoepje zuigen of kauwgom kauwen kan helpen om meer speeksel te produceren en een droge mond te verminderen.
Slikproblemen?
Slikken wordt makkelijker door een aantal keer te gapen voor het eten om de keel te ontspannen als deze gespannen is. Houd uw kin dicht bij je borst, ga in een goede en comfortabele houding zitten. Drink kleine slokjes water en doe kleine hoeveelheden voedsel op vork of lepel.
Drinken
Serveer warme dranken in een geïsoleerde beker om te voorkomen dat ze afkoelen. Tuitbekers voorkomen geknoei en helpen bij het drinken. Schenk kopjes niet te vol. Een rietje kan handig zijn. Verzwaarde kopjes kunnen trillingen tijdens het drinken helpen te voorkomen.
Makkelijker eten
Serveer het eten op een hoger niveau. Zet het bord bijvoorbeeld op een doosje of een standaard: zo is het voedsel dichter bij de mond. Plaats het bord op een rubberen onderzetter om wegschuiven te voorkomen.
- Elisabeth Ziekenhuis